woensdag 19 augustus 2020

Singles round-up: augustus 4

 
Ik heb vanavond nog contact gehad met de Discogs-verkoper. Deze gaat morgen de platen op de post doen en deze zou ik vrijdag in huis moeten hebben. Ongeveer 36 uur vóór het kampeeravontuur heb ik nog helemaal geen actie ondernomen op dat vlak, maar dat gebeurt wel vaker in een paar uur tijd. Het zou betekenen dat ik wellicht de singles nog binnen kan leggen en dat ze pas na het kamperen aan bod komen. Ik kan dus straks de resterende singles van Mark in een mix stoppen en de Discogs-platen zijn dan de eerste voor de 'Vakantiemixen' van 2021. Het is de bedoeling dat ik morgen een gecombineerd bericht zou doen van de Week Spot en het Week Spot Kwartet, helaas blijft er dan geen ruimte voor andere berichten. Volgende week moet ik zien of ik 'Rondom 10' nog kan inlassen. Maar nu dan eerst de zeven laatste singles uit het pakket van Mark.

* Dee Dee Sharp- This Love Won't Run Out (US, Atco, 1968)
In deze, voorlopige, laatste aflevering van de 'Singles round-up' hebben we wederom een paar veteranen te gast. Ik heb ooit wel eens een single van Dee Dee Sharp gekocht, maar deze heeft niet lang in de Blauwe Bak gestaan. Mijn herinnering zegt dat het 'Mashed Potato Time' is uit 1962. Isaac Hayes en David Porter tekenen voor de compositie op de b-kant van 'Help Me Find My Groove' en dat is veruit de favoriet van de twee. Het klinkt alsof Dee Dee tracht Aretha van de troon te stoten, maar persoonlijk (!) vind ik Dee Dee's stem veel prettiger om naar te luisteren. Minder uithalen en een kracht als een vuistslag in het gelaat.

* Johnnie Taylor- I Had A Fight (Frankrijk, Stax, 1969)
De b-kant van 'Testify (I Wonna)'. Door Mark beschreven als een Engelse persing en, toegegeven, daar doet het in eerste instantie sterk aan denken. Toch valt het lettertype me meteen op en zie ik even later dat het in Frankrijk is geperst. Dit is klassieke Stax uit 1969 en meer is eigenlijk niet te vertellen over de plaat. Het staat gewoon als een huis en doet het overal en altijd erg goed. Het hoeft immers niet altijd obscuur en onbekend te zijn...

* Irma Thomas- She'll Never Be Your Wife (US, Fungus, 1973)
Mijn adoratie voor Swamp Dogg zal voor geen enkele volger van Soul-xotica als een verrassing komen. Net als bij King Crimson en Frank Zappa is ook Jerry Williams Jr.  een universum op zichzelf. Bij Swamp Dogg kunnen dan het aantal producties en dergelijke credits voor uitbreiding zorgen. De samenwerkingen met veteranen levert niet altijd het gewenste resultaat op. Ik koester 'Sugar Babe' van Ruth Brown vooral omdat het een Swamp Dogg-productie is en niet omdat het zo'n goede plaat is. Jerry is dol op echtscheidingen en vooral om hierover te schrijven. 'She'll Never Be Your Wife' is daar andermaal een fraai voorbeeld van. Helaas is het styreen niet helemaal okay, maar het smaakt naar meer voor mij.

* The Tymes- Someday, Somehow I'm Keepin' You (UK, RCA Victor, 1975)
Op het moment dat ik ter wereld kom, ziet RCA net in dat het hem niet gaat worden met deze single van The Tymes. De band heeft dan twee grote Engelse hits gehad met 'Mrs. Grace' en 'You Little Trust Maker' en 'Someday' staat maar liefst vijf weken op nummer 1 in de 'breakers'-lijst, maar zonder het gewenste resultaat. Dit is overigens de Engelse demo met de lange disco-versie op de keerzijde en dat is de kant waar ik meteen helemaal voor ga. 'Blues & Soul' prijst de plaat om de Motown-kwaliteiten en dat kan ik beamen. Van sommige platen kun je je afvragen waarom het geen hits zijn geweest en met het oog op de voorgangers had 'Someday' wel iets moeten doen in Engeland. De lange versie heeft een aparte brug en een langere run-out. 'God's Gonna Punish You' is dankzij de 'Vakantiemixen' van vorig jaar een 'hit' geworden in mijn shows, bij 'Someday' is het liefde op het eerste gezicht.

* Bobby Walls & Company- Just You And Me (US, Paula, 1972)
Ik zou bijna schrijven dat het één van de laatste singles is op het Paula-label, maar gelukkig behoed ik mezelf voor deze fout. Paula zal doorgaan tot in de jaren tachtig, maar na 1972 is de meeste schot er wel uit met de releases. Paula is hét pop-label van Jewel dat ook Soul Power, Nashboro en Abet beheert. Als deze single van Bobby Walls op Soul Power zou zijn uitgebracht, dan was nu iedere dj op zoek naar het plaatje. Het is echter voor de pop-markt bedoelt en zit muzikaal net op het randje om voor prettige seventies-soul voor door te gaan. Niks aan de hand, gewoon een lekker plaatje, dat is alles wat ik wil zeggen.

* Baby Washington- I've Got To Break Away (US, Master Five, 1975)
Alweer een veteraan en ditmaal eentje waar ik de laatste jaren een zwak voor heb gekregen. Baby Washington stamt uit een periode dat rhythm & blues nog vuig en ongepolijst mag klinken, iets dat door Stax en Atlantic in de ban wordt gedaan. In de vroege jaren zeventig keert ze terug op het Master Five-label en doet ze duetten met Don Gardner. 'Break Away' is een b-kant uit mijn geboortejaar en is lekker upbeat zoals het meeste van haar jaren zeventig-werk. De eigenlike a-kant is wel een ballade en dat doet ze ook uitstekend, maar de voorkeur gaat uit naar de b-kant.

* Various Artists- EP Graham Dee's Hitsville London (UK, Acid Jazz, 2011)
Het Engelse Acid Jazz-label is omstreeks 2010 gedoken in de archieven van de Engelse Mod-beweging uit de jaren zestig. Het resulteert onder andere in niet eerder uitgebrachte opnames van de 'supergroep' Fleur-De-Lys waaronder een EP met Sharon Tandy. Deze heb ik sinds de dag van release in de reserve-Blauwe Bak staan. Deze EP is een 'kassakoopje' voor mij. Het bevat vier opnames gemaakt door producent Graham Dee in de jaren 1967 tot en met 1969. Het is de periode dat Donnie Elbert in Londen verblijft en hij schrijft 'A Love I Believe In' samen met Dee. Elbert wil in eerste instantie zijn eigen versie opnemen, maar levert het uiteindelijk in bij zangeres Maxine (Silverburg). Maxine's versie loopt niet over van de soul, maar is prettig genoeg. Ik heb maandag al contact gehad met een bevriende Chicago-fan want de volgende op de EP is James Patterson met 'Silent'. Het nummer wordt toegeschreven aan de artiest en Graham Dee, maar is feitelijk 'Beginnings' van Chicago. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat Acid Jazz hiermee weg komt, maar dan tref ik het nummer op Youtube. Daar wordt het wél aan Robert Lamm toegeschreven. Kant twee trapt af met 'This Old Heart Of Mine' van Donnie Elbert. Elbert heeft dat uiteindelijk opnieuw opgenomen en op plaat uitgebracht, de uitvoering op deze EP is een instrumentale uitvoering van Fleur-De-Lys. The Fantastics probeert het op een zeker moment eveneens in Engeland en met succes. 'We Got Good Lovin' wordt toegeschreven aan Nicky Chinn (van het Chinn/Chapman-duo) en Dee. 'Lovin' is voor mij het enige excuus om het in de reserve-Blauwe Bak te houden. Een uitstekend nummer met een prachtige productie! Vanaf nu staat de EP onder de 'F' van The Fantastics, ook al is het de laatste track op de EP.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten