dinsdag 18 augustus 2020

Singles round-up: augustus 2


De tweede dag van de vakantie als ik zondag even niet mee reken. Ik hou intussen de vooruitzichten van de Buienradar nauwlettend in de gaten. Ik ben blij dat het niet meer boven de dertig graden is, maar een middagtemperatuur van zeventien graden is wel een heel groot contrast. Met het oog daarop denk ik dat ik vrijdag de camping op zoek en volgende week dinsdag weer thuis kom. Het is dan een aantal keren niet helemaal droog en ook onweer blijft een optie, maar het is op alle fronten het beste dat ik even het huis verlaat. Hoe zit het dan met de planning van de berichten van deze week? Welnu, ik loop in principe een bericht achter en dat wil ik inzetten voor de 'Singles round-up'. Omdat de Week Spot deze week een beetje voor spek en bonen is en ik deze artiest al eerder in de Week Spot heb gehad, voeg ik deze donderdag bij het 'Week Spot Kwartet'. Het is overigens een single die ik op Discogs heb gekocht en welke, in principe, nog onderweg is. Dan vervolg ik nu de 'Singles round-up' met de volgende zeven singles uit het pakket van Mark.

* Ghetto Children- I Just Gotta Find Someone To Love Me (UK, CBS, 1973)
Ik loop al een aantal jaren warm voor Engelse persingen en dus heb ik meteen belangstelling bij deze single. Hoewel? Ik hik eerst nog wat aan tegen de vraagprijs, maar na een beluistering op Youtube en de bijzonderheid van deze single in ogenschouw nemend, moet ik de plaat wel reserveren. Het is namelijk de zeer schaarse Engelse demo. Dat is 'gewoon' de single met de b-kant maar dan met een wit label (in plaats van CBS-oranje) en met een grote 'A' in oranje op het label van 'I Just Gotta Find Someone'. Dat leert ons ook dat de plaat op 17 augustus 1973 in Engeland is uitgebracht. In Amerika is dat uiteraard een paar maanden eerder. Muzikaal is het onversneden Phillysoul en leunt het stevig tegen Harold Melvin & The Blue Notes aan met een prachtige melodie en arrangement. Toch mag het opvallend heten dat de heren Gamble en Huff niets met de plaat van doen hebben.

* Don "Sugar Cane" Harris- No Inspiration (US, Basf, 1972)
Het wordt door Mark omschreven als een 'left fielder' en daar is geen woord Frans bij. Don is oorspronkelijk de helft van het duo Don & Dewey en combineert zang met viool. Qua stijl leunt hij met zijn solo-platen meer tegen de jazz en rock aan dan de soul maar dat neemt niet weg dat 'No Inspiration', een b-kant, niet zou kunnen passen op een 'rare soul'-avond. 'No Inspiration' heeft de bluesy groove van Lou Pride en dergelijke blues-artiesten die zijn doorgebroken tot de danszalen in het noorden van Engeland. Basf geeft me een vieze bijsmaak als ik terug denk aan de cassettebandjes en bovendien heb ik al een andere Amerikaanse Basf ('Who Do You Think You Are' van Candlewick Green). Hierdoor weet ik ook dat het een sport op zichzelf is om zo'n plaat goed te blijven houden. Het styreen voelt eerder aan als een plaatje glas.

* Herman Hitson- You Are Too Much For The Human Heart (UK, Special Agent, 1968, re: 1980)
Dit is de single die ik met Ralph Carter nog apart heb afgerekend bij Mark. Ik moet ook in mijn Mossley-periode wel eens in Wakefield zijn geweest. Ik kom tijdens de 'Monstertocht' van 2001 op de heenweg door Wakefield en geniet een ontbijtje op een 'car boot sale' in deze stad. Het is dan vroeg op de zondagochtend en ik zal nog ruim een halve dag moeten fietsen en lopen eer ik in Mossley ben. Special Agent is de opvolger van Hit & Run, een label dat slechts een zeer korte periode bestaat maar wel de absolute hoogtepunten uit de 'Deep Soul' bijeen brengt op single. Special Agent zet dit werk voort en Herman Hitson is de derde in de serie. 'Human Heart' is mijn favoriet van de twee: 'Deep Soul' dat ook prima past in de Carib. O ja... vanwaar de herinnering aan Wakefield? Welnu, Special Agent houdt volgens het label kantoor in Wakefield. Als ik me niet vergis is dat ten tijde van Hit & Run nog Huddersfield dat even verderop ligt, maar een paar uur fietsen betekent in 2001. Had wellicht gemakkelijker geweest mét een kaartje?

* Freddie Hughes- Don't You Leave (US, Greg-Uh-Rudy, 1977)
Er schieten allemaal verschillende associaties door mijn hoofd als ik deze single bij Mark zie staan. Ik ben duidelijk in de war met Jimmy Hughes en Freddie Scott om maar een paar te noemen. Freddie Hughes heeft wel een flink aantal singles op zijn naam staan waarvan de meesten op het Wand-label, maar nee... ik heb nog geen plaat van Hughes in de bakken. 'Don't You Leave' is geknipt voor de disco-markt en met een professionele productie zou ik er langs zijn gefietst. Het is echter op een prettige manier 'lo-fi' zoals 'Precious Memories' van The Other Brothers. 'Sarah Mae' op de a-kant is iets meer in het straatje van zijn jaren zestig-platen maar dan opnieuw met een vervreemdende productie. Misschien vind ik deze kant bij nader inzien nog wel fijner. Een gekke plaat, anders kan ik het niet omschrijven.

* Barbara Jacobs- Don't Let Me Go (US, Morning Glory, 1989)
Mark is omstreeks 1990 een vaste gast en dj in 'The Village', een club met een zeer eigenzinnige muziekkeuze. Net zoals bij de Northern Soul zo'n vijftien jaar eerder zijn deze heren voortdurend op zoek naar nieuwe soul welke niet is opgepikt door het grote publiek. Mark spreekt vaak over 'de gouden tijd voor de soul' als hij het over 1989-90 heeft. Het klinkt voor de toevallige passant vreemd in de oren. In 1989 heeft de house het overgenomen van de disco en is er weinig soulvol werk op de hitparade te vinden. In de 'underground' weten ze de juweeltjes wel te vinden en daarvan is Barbara Jacobs het bewijs. Het Morning Glory-label uit Detroit heeft wat dat betreft een erg interessante catalogus. Het is helemaal 1989 met de synthesizers en de computer-beat, maar Barbara's bezielende zang en de schaarse productie zijn ongehoord. Alles komt uit een doosje, zelfs de zee en meeuwengeluiden. Desondanks een heerlijk plaatje waar ik momenteel wel pap van lust.

* Gloria Jones- Bring On The Love (US, Capitol, 1977)
Als 'Tainted Love' voor het eerst wordt gedraaid op een Northern Soul-feest in Engeland is het hek meteen van de dam. Iedereen wil de plaat hebben! Toch zijn er zeer weinig overlevenden en krijgt de plaat al snel een bootleg. Omdat Gloria Jones in Amerika maar geen succes kan krijgen, besluit ze de oversteek naar Engeland te maken. Aldaar wordt ze verliefd op Marc Bolan en middels T.Rex mag Jones eveneens een aantal solo-opnames maken voor EMI. 'Bring On The Love' is melodieuze disco maar té kleurloos voor de hitparade in 1977. Dat maakt het juist weer interessant voor ons als soul-dj's. Ik ben ook wel even benieuwd naar de b-kant. Dat is 'Cry Baby' en is geschreven door Gloria en Marc Bolan en de laatste produceert ook de plaat. Dat heeft hij knap gedaan want het klinkt totaal niet glamrock of boogie. Misschien wel net zo leuk als 'Bring On The Love', in ieder geval met een spannender arrangement.

* Little Milton Campbell- Many Rivers To Cross (US, Checker, 1970)
Eigenlijk zou deze single onder de 'C' van Campbell moeten staan, maar omdat ik al twee platen heb van Little Milton (eigenlijk drie) plaats ik het onder de 'L'. Laat me maar met de deur in huis vallen: Eigenlijk heb ik een beetje een hekel aan 'Many Rivers To Cross'. Als het écht moet, blijf ik bij het origineel van Jimmy Cliff, de overige cover-versies zijn al gauw 'over the top' of gewoon slaapverwekkend. Laat dat dus maar over aan blueszanger Little Milton en, ja, hij weet de juiste lading te leggen in het nummer. Het werkt dus erg goed als een blues!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten