maandag 14 maart 2016

Dodenrit: Keith Emerson



Ik heb het heel voorzichtig gedacht een paar weken geleden. Eindelijk, het is weer rustig in de muziekwereld en de touringcar staat te verstoffen in de remise. Dan krijgen we deze week te maken met de dood van twee muziekvernieuwers. George Martin is een man die een standbeeld zou verdienen, Keith Emerson is in dat geval een betere kandidaat voor 'Dodenrit'. Emerson heeft donderdag na 71 jaar besloten om uit dit leven te stappen. Het getuigt vooral van de passie voor muziek die hij heeft. De angst om niet meer te kunnen presteren als bijna een halve eeuw geleden maakt hem wanhopig en hij legt de hand aan zichzelf. Natuurlijk ken ik Emerson, Lake & Palmer al jaren en heb ook diverse platen van de groep, maar ik leer het verhaal van Keith Emerson in 2006 kennen op een plek waar je dit het minst zou verwachten. Ik luister in die tijd dagelijks naar 747AM, tegenwoordig de frequentie van Radio 5. Voordat het Radio 5 wordt, maakt vooral de VPRO hier 's avonds de dienst uit en dit betekent heel veel 'underground' en pure avantgarde. Tot mijn grote verrassing hoor ik hier op een avond een special van Roel Bentz Van Den Berg over de Moog-synthesizer en met name over Keith Emerson. Dat heeft me korte tijd later geïnspireerd om ook het eerste album van Emerson, Lake & Palmer te kopen.

Keith Noel Emerson is de naam en hij komt op 2 november 1944 ter wereld in Todmorden. Dat klinkt bijna Scandinavisch, maar het is het uiterste westen van Yorkshire in de buurt van de Yorkshire Moors. Ik ben niet heel goed in afstanden schatten, maar ik denk dat het ongeveer twintig kilometer van Mossley is. Volgens mij hebben we nog wel eens meubilair opgehaald voor onze kringloopwinkel. Terug naar Emerson. Zijn familie komt eigenlijk uit het zuiden van Engeland, maar de familie is hier ondergebracht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij groeit op in Gorin-by-Sea' nabij Worthing in het graafschap West Sussex. Als achtjarige krijgt Keith zijn eerste pianolessen. Hij krijgt les van 'little old ladies' zoals hij ze noemt en zij brengen hem enkele van de grote klassieke werken bij. Als hij zestien jaar is, hoort Emerson 'On The Rebound' van pianist Floyd Cramer op de radio en ontdekt hij de platen van Dudley Moore. Zijn invloeden lopen dan uiteen van jazz, boogie woogie, Russ Conway, rock & roll en klassiek. Eigenlijk is Keith geen kind van zijn tijd want terwijl leeftijdsgenoten prat gaan op Elvis en Little Richard, studeert Emerson de grote meesters. Toch weet hij zichzelf 'cool' te maken door ook nummers van Little Richard en Jerry Lee Lewis te spelen. Vervolgens hoort hij jazz-organist Jack McDuff en wordt hij verliefd op het instrument dat hij gedurende de jaren zestig gaat gebruiken: Het Hammond-orgel.

De eerste koopt hij in 1959 op een huurkoop-verdrag, een Hammond L-100. Hij speelt in het begin met een band genaamd The V.I.P.'s. De band doet een concert in Frankrijk waar een gevecht uitbreekt in het publiek. De band besluit zich niks ervan aan te trekken en speelt onverdroten door. Emerson tovert dan mitrailleur-geluiden en explosies uit zijn Hammond-orgel en dit zorgt ervoor dat het de rest van de avond rustig blijft. Deze 'gimmick' zal hij vervolgens bij ieder optreden tentoonspreiden en bij zijn volgende formatie nog verder uitbouwen. In 1967 formeert hij met Lee Jackson, David O'List en Ian Hague de band The Nice. P.P. Arnold is dan pas overgekomen vanuit Amerika naar Engeland en heeft een band nodig om haar te begeleiden tijdens de tournee. Als dat afgelopen is, krijgt Hague de laars en wordt vervangen door Brian Davison. Vanaf dat moment gaat Emerson doen waar hij om herinnerd zal worden. Maakt niet uit of het een popsong of een klassiek stuk is: In Emerson's bewerkingen blijft geen spaander over van het origineel.

The Nice maakt een aantal albums en heeft in 1968 een opmerkelijke single in de hitparade. 'America', een bewerking van het nummer uit 'West Side Story', duurt bijna acht minuten en dat is uitzonderlijk voor een single uit dat jaar (hoewel 'Mac Arthur Park' van Richard Harris in de buurt komt). Het zijn niet alleen de watervlugge vingers van Emerson, maar het is ook de podiumpresentatie. Emerson hakt wild in op het instrument, duwt het omver en wikkelt het eens in een Amerikaanse vlag die hij in brand zet. De misbruik van het orgel is niet alleen visueel, maar levert ook bijzondere geluidseffecten op. Tijdens zijn laatste maanden met The Nice hoort Emerson in een platenwinkel de elpee 'Switched On Bach'. Hij is meteen onder de indruk van het instrument en leent de Moog van Manfred Mann-muzikant Mike Vickers. De Moog heeft geen handleiding en met de geringe kennis van Mike gaat Keith aan het werk. Even later speelt hij 'Also Sprach Zarathustra' op de Moog bij een concert van The Nice en dan weet hij het zeker: Exit Hammond, een warm welkom voor de Moog.

Van Den Berg benadrukt het in zijn documentaire voor de VPRO: Emerson is niet de eerste die een Moog bespeelt. Wél is hij de eerste rockmuzikant die het instrument gaat 'begrijpen' en het zelfs tijdens live-optredens gebruikt. Tijdens het Isle Of Wight-festival in 1970 maakt het publiek kennis met een nieuwe 'supergroep': Emerson, Lake & Palmer. Greg Lake komt dan uit King Crimson terwijl Carl Palmer bij Atomic Rooster heeft gespeeld. Het platencontract komt meteen en dat stelt Emerson in de gelegenheid om zijn eerste Moog te kopen. Hij begint bij nul en moet ook wennen aan deze kast met draden zonder een aan/uit-knop. Toch weet hij zich heel snel eigen te maken met de materie. Met The Nice heeft hij de symforock min of meer uitgevonden, direct gevolg door The Moody Blues en Procol Harum. Rond 1970 tilt het op van de symforock-bands als Yes en Pink Floyd. Emerson's naam wordt vereeuwigd in het rijtje van Rick Wright, Jon Lord en Rick Wakeman als invloedrijke rock-toetsenisten.

De eerste grote hit van Emerson, Lake & Palmer is 'Lucky Man'. Een liedje dat Lake als kind heeft geschreven en dat hij eindelijk eens wil opnemen. Emerson en Palmer willen juist géén pop-liedjes op het album hebben. Lake neemt in zijn eentje 'Lucky Man' op terwijl zijn maten in de pub zitten. Deze komen in kennelijke staat terug voor het einde van de sessie. Keith besluit wat te gaan 'experimenteren' met zijn Moog zonder de intentie te hebben om het in de plaat te krijgen. Dit wordt pas naderhand besloten. Het zet Emerson, Lake & Palmer definitief op de kaart.

Wellicht doe ik Emerson hiermee tekort aan. Hij maakt solo-albums en is buiten een kleine pauze in de jaren negentig onafgebroken actief in de muziek. Maar toch eindigt hier wel het verhaal van hoe we Emerson mogen herinneren. Hij woont sinds 1993 in Santa Monica in Californië met zijn vriendin Mari Kawaguchi. John Lydon, beter bekend als Johnny Rotten, is zijn buurman en de twee zijn de meest onwaarschijnlijke vrienden. Hij heeft in 1993 al eens last van een kramp in de vingers en dan moet hij een tijd vrijaf nemen. Hij ondergaat later een operatie aan de arm en kan in 2002 weer als vanouds spelen. Toch gaan de jaren tellen en opnieuw loopt Emerson enkele beschadigingen op in de zenuwen. Hij heeft een tournee gepland en wil hier als vanouds 'vlammen', maar toch voelt hij dat zijn lichaam het hem niet meer toestaat. Emerson raakt depressief en zet donderdag een geweer tegen zijn hoofd. Emerson is 71 jaar geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten