dinsdag 22 mei 2018

Heimwee naar Holland?



De titel is een verwijzing naar een bericht uit de begintijd van Soul-xotica: 'Heimwee naar Mossley'. Het bericht gaat over het, dan nog, regelmatig terugkerende verlangen om terug naar Mossley te gaan. Of eigenlijk terug naar Mossley van 1998-99 want ik zou hier anno 2018 even veel vinden als in de eerste weken in het stadje. De afgelopen maanden heb ik jullie op sleeptouw genomen vanaf Ruigoord via de ADM naar York en sinds vorige maand zitten we in Mossley. Ik zou het héél uitgebreid over het werk in de kringloopwinkel kunnen hebben en daarbij andere residenten de revue laten passeren. Dat doe ik niet. Ik zou een eerbetoon kunnen doen aan één resident maar dat is een wond die wellicht nooit gaat helen. En dan hebben we nog de hond. Ik droom nog regelmatig dat ik een wandeling óf een 'goed gesprek' heb met Sadie. Misschien vind ik eens de juiste inspiratie voor een bericht over de allerliefste dochter, zus en moeder die ik heb gezien in één wezen. Als Soul-xotica een cassettedeck was, zou ik nu op de 'FFWD'-knop drukken en door spoelen naar een weekend in mei 1998. Dit weekend had een perfecte 'finale' kunnen worden, maar het verhaal gaat nog wel even verder.

In mijn geboortedorp gaat het gerucht dat ik in een klooster of een sekte woon. Het klooster is voor degene die in april 1998 mijn 'voorgeschiedenis' kennen en dat zijn meest vrienden. Een sekte is een snelle associatie, gezien de Emmaus niet echt bekend is in het noorden van Nederland. Een 'charity' met een bijbelse stad als naam (het is de stad waar de discipelen de opnieuw opgestane Jezus 'tegenkomen'. Emmaus is sindsdien een bedevaartsoord) en een pater als oprichter. Hier houdt vervolgens ieder verband met religie op. Emmaus kijkt niet naar ras, afkomst en geloof of ongeloof: Zij die hulp nodig hebben, worden geholpen. De gemeenschap in Mossley bestaat net acht maanden als ik er kom wonen en zit nog volop in de groei. Het doel is uiteindelijk om een zelfregulerende woongemeenschap te worden dat geld verdient aan het verkopen van tweedehands goederen en dat eventuele winsten doneert aan goede doelen. In 1998 zijn we nog teveel afhankelijk van de 'goodwill' van andere fondsen. Als resident werk je ruim veertig uur per week in ruil voor een volledige kost en inwoning plus dertig pond per week zakgeld. Verder wordt vijf pond gespaard voor vakantie en vijf pond 'leaving money', het geld waar je recht op hebt als je de gemeenschap met goed gedrag verlaat. Binnen de eerste weken verdubbelt het aantal residenten en wordt begonnen met de verbouwing van de bovenetage. Hier zullen uiteindelijk twintig kamers verrijzen en kan de winkel beneden verder worden uitgebreid. Het werk bestaat uit alle voorkomende werkzaamheden: Ophalen en bezorgen met de grote bestelbus, achter de kassa in de winkel en ook de huishoudelijke klusjes om de gezamenlijke ruimtes schoon te houden. Qua eten heb ik niet te klagen: Zowel lunch als avondeten zijn complete warme maaltijden en eerder bleef altijd een hoop over. Ik kan de verspilling niet aan zien en eet me een paar keer beroerd, maar zal me ontpoppen tot iemand met een 'good appetite' zoals één van de koks mij later zal vertellen. Op de zaterdagmiddag van dit bericht eten we gazpacho. Vince, de kok van de dag, oordeelt dat het té warm is voor iets anders en tovert deze koude Spaanse soep op tafel. Zijn waarschuwing om het 'rustig aan' te doen, wordt in de wind geslagen.

Ik heb een paar weken ervoor met een collega de restanten opgehaald bij Jim in York. Die heeft mijn racefiets en andere spullen nog altijd in de schuur staan. Hierdoor ben ik weer 'mobiel', hoewel...? York is nog redelijk om te fietsen. In Mossley zie je nauwelijks fietsers omdat het allemaal net té steil is. Ik heb deze zaterdagmiddag uitgekozen voor een 'fietstochtje' naar Ashton-under-Lyne, maar weet op voorhand hoe dat eruit gaat zien. Met de fiets aan de hand Stamford Road op. In Top Mossley kan ik even fietsen en dan komt de volgende heuvel. Weer met de fiets aan de hand en dan...? Voeten van de trappers en gaan! Recht naar beneden en ik hoef nauwelijks te trappen als ik in Ashton kom. De terugweg is andermaal een combinatie van lopen en fietsen. Deze middag maak ik kennis met Ashton Market. Iedere (grotere) plaats heeft een marktgebouw dat bijna dagelijks is geopend. Ashton Market staat te boek in Engeland als één van de meest voordelige markten in Engeland. Zodra ik de prijzen van nieuwe spijkerbroeken zie, begrijp ik ook waarom kleding sorteren in Mossley betekent dat het van particuliere voddenzak in professionele voddenzak wordt herverpakt. Als je voor een paar pond een nieuw t-shirt kan kopen, wat moet je dan in hemelsnaam vragen voor een tweedehands t-shirt? Hoewel het noordwesten van Engeland niet bekend staat om het fraaie weer is het deze middag zéér warm. Ik loop net voorbij een supermarkt als 'het' begint. Ik ga de winkel binnen en met oogkleppen op begin ik te rennen. Het gaat naar de hoek waar de frisdranken staan. Ik pak de eerste de beste fles sinas. Het is 1998 en de winkel stikt nog niet van de beveiligers. Ik kan rustig een liter sinas weg krijgen voordat ik bij de kassa ben. Met een beschamende glimlach leg ik de lege fles op de band bij de kassa. Ik hoor later dat de anderen ook zo'n dorstaanval hebben gehad. Vince had ons gewaarschuwd!

In Ashton Market zit ook een platenzaakje. De singles zijn zonnig geprijsd: Alles is een pond. Van 'originals' uit de jaren zestig en zeventig naar de zogenaamde 'black label jukebox copies'. In 1998 is er nauwelijks een markt voor vinyl maar de jukebox is een 'hot item' geworden. Menig poolbiljartcafé heeft een vinyl-jukebox staan en plots is het voor platenmaatschappijen interessant om een nieuw nummer als gelimiteerde single te persen. In de jaren zeventig brengen onder andere Philips en Polydor ons de 'plastic labels'. De labels zijn gekleurd terwijl de tekst met zwarte letters erin is gedrukt. Bij 'black labels' is de basiskleur ook zwart wat betekent dat je de plaat onder het licht moet houden om de 'credits' te lezen. Een 'jukebox copy' van een hippe band is gewild. Ik koop deze middag 'Drugs Don't Work' van The Verve. Dat plaatje wordt wekelijks geadverteerd in New Musical Express bij een Londense handelaar voor 75 pond. Toch is het een andere 'black label' dat mijn weekend zal 'kleuren'. Eentje die beduidend minder in trek is bij verzamelaars, maar voor mij net de gevoelige snaar weet te raken: 'Sunchyme' van Dario G.

De plaat is in september 1997 uitgebracht en heeft ook in Nederland de top tien bereikt. Het is drie maanden later dat ik mijn vriendin help in haar bijbaantje. Zij pakt in en ik plak stickers. De televisie staat op TMF en alle grote hits van het moment passeren de revue. Ik weet nog dat zij 'gek' is van 'Alane' van Wes. De carousel brengt ons eveneens Dario G. Ik kan me jaren niet heugen waar deze plaat op is 'gebouwd' en ik denk dat dit de meeste indruk heeft achtergelaten. (Ik weet inmiddels sinds jaren dat het samples bevat van 'Life In A Northern Town' van Dream Academy). Als ik de plaat thuis in Mossley op zet, krijg ik opeens last van iets dat ik nog niet eerder zó heb gekend: Heimwee. Nee, geen heimwee naar Jutrijp, maar naar de ADM! Ik ben immers naar Engeland gekomen om mezelf te bewijzen en die missie is nu geslaagd. Ik heb niet gefaald of ben met hangende pootjes terug gegaan naar Nederland. Nu voelt de ADM opeens als iets dat 'onafgemaakt' is en dus wil ik terug. Natuurlijk wordt zoiets goed overwogen want ik blijf, wat dat betreft, een eeuwige twijfelkont. De volgende ochtend ga ik meer 'casual' dan anders naar de kerkdienst in Top Mossley. Ik wil de rest van de dag gaan wandelen. Het wordt een flink stuk! Ik ga door de heuvels naar Delph en vervolgens langs het Huddersfield Canal terug. De foto toont een stukje van dat pad tussen Uppermill en Delph. Via Uppermill en Greenfield vervolg ik mijn weg naar Mossley. De hele dag heb ik al gespeeld met het idee om binnenkort terug te gaan naar de ADM. Als ik Mossley binnen stap, heb ik wel een biertje verdiend! Het wordt de eerste pub aan Manchester Road. Het had zomaar iedere pub kunnen zijn, maar ik kom uitgerekend in The Tollemache Arms terecht. Hoewel deze ruim twee kilometer van Longlands Mill zit, zal het mijn stamkroeg worden. En steeds zullen ze me herinneren aan die eerste middag!

Het is een warm bad! Ze zijn wel nieuwsgierig naar deze 'boomlange' Nederlander die in dat Emmaus woont 'waar je van alles over hebt gehoord' behalve de ware toedracht. Ze lijken me vanaf het eerste moment te mogen en toch heb ik een trieste mededeling voor ze: Ik ga zeer binnenkort Mossley verlaten om terug te gaan naar Nederland. Voor de goede orde: Ik zal het daaropvolgende anderhalf jaar blijven roepen met steeds dezelfde laconieke reactie. ,,Weet je nog wat je ons vertelde toen je hier voor het eerst binnen stapte?". In september 1999 krijg ik dezelfde reactie en kan ze niet aan het verstand krijgen dat het nu menens is. Wat er precies is gebeurd dat ik ben gebleven in Mossley? Waarschijnlijk heb ik het boek van Henri Le Boursicaud gelezen over de ontstaansgeschiedenis van de Emmaus en kies vervolgens voor mijn idealen. Hoewel de ADM voor mij een onafgemaakt verhaal is, ligt de situatie in mei 1998 daar héél anders dan in de eerste weken. Ik ben blij dat ik gebleven ben waar ik was en dat ik Engeland in ieder geval heb afgemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten