woensdag 5 augustus 2015

Classic Week Spot: Johnny Bristol



De 'normale' platenhandel kabbelt een beetje door, maar de soul ligt even op zijn gat. Tja, het zijn financieel een paar pittige maanden en mijn verlanglijstje iets te omvangrijk, dus dat verklaart veel van de stilte. Met de Week Spot kan ik op zichzelf nog wel even vooruit en toch krijgen jullie deze week een 'Classic Week Spot'. Dat 'Classic' heeft betrekking tot het feit dat ik de plaat niet recent heb gekocht en in het geval van deze Week Spot is dat ook al iets langer geleden dan een jaar of twee. Het is een plaat die tot enkele weken geleden lag te slapen in een jaren zeventig-bak. Zo'n single die héél enkel even de bak uit komt, waar ik bij iedere draaibeurt ook moet concluderen dat hij heerlijk is, maar dan even roemloos terug gaat tussen andere 'anonieme' jaren zeventig-singles. Het is door toedoen van een Wolfman-collega dat ik de plaat sinds een paar maanden ben gaan waarderen. Afgelopen weekend ben ik op het idee gekomen en sindsdien gaat het snel: Het wordt tijd dat 'Hang On In There Baby' weer vaker op de radio is te horen en ik ga dit kracht bijzetten door Johnny Bristol en zijn hit uit 1974 tot Week Spot uit te roepen. Daarmee verhuist de single tevens van jaren zeventig-bak naar reserve=Blauwe Bak.

Over het 'waar en wanneer' kan ik terug naar het bericht van zondag. Het is namelijk de vrijdag van Woodstock 1997. De voorgaande avond heb ik The Byrds mogen aanschouwen (waarbij W. met haar vader op steenworp afstand staat, maar we hoeven elkaar dan nog niet te ontmoeten), de volgende dag stap ik met een zeurende kater op de Vespa en maak een ritje. Dat moet over Havelte en Uffelte zijn gegaan want ik weet nog goed te herinneren dat ik Diever kom binnenrijden bij de molen. Toch 'verzuipt' de Vespa als we daar zijn en ik kan direct door naar Dieverbrug waar een scooter-handelaar de 'wesp' onder handen neemt. Ik loop terug Diever in en heb via het VVV een adres gekregen voor platen: Het is een particulier die haar zolderopruiming verkoopt voor een goed doel. Daartussen zit ook een bak singles uit de vroege jaren zeventig, duidelijk afkomstig van een 'soulkikker'. 'Runnin' Away' van Sly & The Family Stone, 'Woman' van James Brown, maar ook de Week Spot van deze week. Ik loop terug naar Dieverbrug en pik de scooter op. Deze zal me niet meer lastig vallen tot ik een lekke voorband krijg op weg naar huis. In Diever eet ik een stevige maaltijd en tuf terug naar de Baars, net op tijd voor de Volendamse avond op Woodstock.

John William Bristol komt op 3 februari 1939 ter wereld in Morganton in de staat North Carolina. Bristol zal later nog eens een liedje schrijven over zijn geboorteplaats. Hoe en wanneer Bristol is verhuisd van Morganton naar Detroit is me niet bekend, maar wel dat hij reeds in 1959 een naam opbouwt met het duo Johnny & Jackey. Jackey is in dat geval Jackey Beavers. Ze nemen twee platen op voor het Anna-label, eigendom van Billy Davis en Berry Gordy's zus Gwen. Gwen vormt daarna het label Tri-Phi met Harvey Fuqua. Eén van de laatste singles van Johnny & Jackey verschijnt op Tri-Phi en is een eigen compositie: 'Someday We'll Be Together'. Harvey Fuqua is behalve producent ook mede-schrijver. De platen zijn alleen lokaal hits, maar het label is lucratief genoeg om door Motown te worden opgeslokt. Vanaf dat moment is Johnny Bristol met Harvey Fuqua in dienst als songschrijvers en producers. Samen zijn ze verantwoordelijk voor de productie van de eerste drie singles van Marvin Gaye & Tammi Terrell, maar ook '25 Miles' van Edwin Starr. In 1969 duikt Bristol met Diana Ross en The Waters Sisters de studio in om Ross' afscheid van The Supremes op de plaat vast te leggen, het is zijn oude 'Someday We'll Be Together' en buiten Ross komt er geen Supreme aan te pas, hoewel de plaat al wel verschijnt als Diana Ross & The Supremes. De mannenstem die 'communiceert' met de leadzang van Diana is niemand minder dan Johnny Bristol.

Ook als het Motown iets minder goed voor de wind gaat, in de vroege jaren zeventig, is Bristol steeds weer goed voor een succes. Hij produceert Jermaine Jackson's eerste soloplaat, 'That's How Love Goes' (1972), en dat is zijn laatste succes bij Motown. In 1973 stapt hij over naar CBS. Hij werkt in die tijd als producer voor een beginnende Randy Crawford en is verder in de studio te vinden met Marlena Shaw, Johnny Mathis en Boz Scaggs. Onder leiding van Bristol neemt Scaggs in 1974 het album 'Slow Dancer' op dat hem in de markt zal zetten als 'blue eyed soul'-zanger. Toch acht Bristol het eveneens tijd om zelf weer te gaan zingen, maar krijgt daarvoor de handen niet op elkaar bij CBS. Hij tekent vervolgens een contract als zanger bij MGM. De eerste single is meteen raak, want 'Hang On In There Baby' bereikt nummer 8 in de Billboard, 2 in de R&B en 3 in Engeland. In Nederland strandt de single op nummer 10. In Amerika heeft Bristol nog een paar successen, maar geen van een impact als 'Hang On In There Baby'. In de begin jaren tachtig is het andersom. Bristol heeft de oversteek gemaakt naar Duitsland en opereert voor platenmaatschappij Hansa. 'Take Me Down' bereikt bij ons ook nog de Tipparade, maar er is geen blijvend succes voor Bristol. In 1988 maakt hij nog een 12"-single voor Hansa, 'I'm Just A Musician', welke het goed doet in de clubs. In 1989 werkt hij kortstondig voor het Engelse Motorcity Records van Ian Levine. In de begin jaren negentig maakt Bristol met onder andere zijn dochter Shanna J. Bristol de cd 'Life & Love', maar die is aanvankelijk alleen in Japan verkrijgbaar. Twee jaar later krijgt dit alsnog een Amerikaanse release, maar dan onder de titel 'Come To Me'. Op 21 maart 2004 sterft Bristol een natuurlijke dood, thuis in Michigan. Hij is dan pas 65 jaar geworden.

De plaat zélf is één van de best bekende Week Spot's die ik de afgelopen maanden heb gehad. Qua productie zit 'Hang On In There Baby' erg in de hoek van Barry White, een midtempo danser met een aantrekkelijk arrangement dat de sfeer ademt van een stevig geproduceerde 'blaxploitation'-film. Ik dank de plaat vooral aan de vrouw van de radiobaas die dit nummer zeer geregeld voorbij laat komen in haar 'love show' op donderdagavond. Zelf heb ik de smoes dat ik erna kom met 'Floorfillers' en ik kom er gewoon ook eerlijk voor uit dat ik een enorme fan ben van Emz en haar show, want het is niet 'zomaar een love-show', ook al zitten er soms wel tenenkrommende dingen tussen. Ze heeft me bovendien een paar nummers leren kennen en waarderen. Johnny Bristol is daarvan het bewijs, maar ook speur ik nog altijd naar 'L.O.V.E.' van Al Green.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten