woensdag 16 augustus 2023

Het zilveren goud: 1998 deel VIII


Hoewel het 'nog maar' vijfentwintig jaar geleden is, blijkt het opeens toch erg lastig te zijn om de juiste herinneringen naar boven te krijgen. Natuurlijk! Er zijn ook een hoop herinneringen aan de vakantie van 1998 die ik niet wil delen of waar ik het liefste niet meer aan zou willen denken. Op het gebied van de herinneringen die ertoe doen of die ik wil delen, laat mijn geheugen me in de steek. Enfin, de vakantie is afgelopen in 1998 en ik keer weer terug naar huis. Of kom ik net van huis? In maart 1999 zal blijken dat ik nog altijd sta ingeschreven in Jutrijp maar inmiddels is dat een vakantiebestemming geworden en noem ik Mossley mijn thuis. Hoewel vader in 1998 al met de vut is, moet ik me de terugweg toch een beetje zien te redden. Ik vermoed dat heit me naar Heerenveen heeft gebracht. Er is een flits dat ik in de bus zit te wachten achter het centraal station van Rotterdam en dat deze me naar de boot gaat brengen. Over de treinreis weet ik niets te herinneren hoewel ik een stuk opgewekter ben dan bij de laatste rit naar Engeland toe. Het is kalm weer waardoor mijn maag niet op en neer gaat en ik geloof dat ik aan boord ook nog een pint heb gedronken in de pub. Toch zit ik ook een uurtje op het dek. Waar ik in januari een grauwe onzekerheid binnen ging, daar ga ik nu dan weer terug naar huis in Mossley met de 'companions' en de gemeenschappelijke hond. Toch ben ik nog niet thuis want ik wil eerst een bezoekje brengen aan York.

Er zijn twee momenten dat ik in York ben geweest en de beide herinneringen lopen een beetje door elkaar. De tweede keer is overigens pas in mei 1999. Ik ben één van de beide keren bij Father geweest, de andere keer komt het hem helemaal niet uit. Ik denk dat ik hem in de zomer van 1998 nog wel even heb gezien. Voor de rest vind ik het wel 'lollig' om bepakt en bezakt het Leger Des Heils aan Gillygate binnen te stappen en met een stalen gezicht tegen Tony te zeggen dat ik weer 'hungry and homeless' ben. Om daarna hem gerust te stellen met het succesverhaal dat Mossley heet. Ik heb dan immers ervoor gekozen om mijn leven verder te slijten in het idealisme en definitief niet meer terug te keren naar York voor een toekomst in de horeca. Ik krijg een kopje thee en we praten even. Als we dan toch aan Gillygate zijn? Tegenover het Leger zit Ark Records waar ik in januari al flink boodschappen heb gedaan op kosten van de Rabobank. Ofwel: Ik moet het uiteindelijk wel weer terug betalen maar vooralsnog is het met dank aan de Rabobank. Ik wip binnen en duik meteen in een doosje met ex-jukebox-singles, ofwel 'black label jukebox singles'. Er zit ook een single op wit vinyl bij maar tevens een voormalige jukebox-single. Deze komen over twee maanden voorbij in 'Het zilveren goud'. Qua platen zitten we vanavond immers nog in mei 1998. Volgende maand de resterende singles van mei en eentje van juni. In oktober de singles van augustus, eentje van september en de eerste van oktober. Dan loopt het een tijdje vrijwel synchroon.

Ik arriveer 's avonds in Mossley waar ze zich oprecht zorgen hebben gemaakt of ik wel terug zou komen. Het is een voortdurende wisseling van de wacht voor wat betreft de 'companions'. Kunstenaar Vince, Rob en onze Ierse keukenprins zijn van die lieden die na drie maanden hun 'leaving money' opeisen, een week 'on the road' gaan en vervolgens weer aankloppen bij een andere Emmaus. Na een jaar komen ze vaak weer voor een paar maanden in Mossley wonen. Van de ploeg van april 1998 is Duitse Hans eruit geknikkerd en is Mike naar een verslavingskliniek gegaan. Fransman Jacky is in mijn vakantieweken met de noorderzon vertrokken en hij heeft de inhoud van de kluis meegenomen. Een jaar later horen we dat hij in een Afrikaans land zit en erg ziek is. Of Mossley hem kan helpen met een financiële bijdrage? Bob wil een rotschop met een koerier laten bezorgen, maar ziet af van de kosten. Van de oude ploeg zijn alleen Benoit en Martin over. Martin die ik tot op deze dag altijd als Martin heb gekend maar waar ik dan van hoor dat hij eigenlijk Tom heet. De verschaffer van de informatie is onze nieuwe companion John Canning. De twee kennen elkaar uit Cambridge en Martin/Tom heeft een relatie met de ex van John. Die avond bedreigt Martin John met een schroevendraaier. Dat is niet toelaatbaar binnen de Emmaus en dus vliegt Martin/Tom eruit. Met John Canning zal ik uiteindelijk hele dikke maten worden.

En dan schiet opeens de gast uit Rochdale me te binnen. De naam is even afwezig (ik herinner me opeens de naam Phil) maar met hem en John ga ik in september naar de Blackpool Illuminations. Dat verhaal mag volgende maand op herhaling. De bouw van de nieuwe kamers is bijna gereed. En dan hebben we later dit jaar nog de officiële opening door Lord Runcie. Ik moet nog altijd vragen of ze me een boek kunnen toesturen. Intussen schiet ik een depressie in en dat domineert de rest van 1998. In tegenstelling tot de vakantie zijn deze herinneringen nu allemaal erg duidelijk en moet ik een selectie maken welke ik ga gebruiken en welke niet. De zes singles van vanavond komen in principe uit mei 1998. Dat leg ik hieronder uit.

3123 Head Over Feet - Alanis Morrissette (UK, Maverick, 1996)
3124 Winchester Cathedral - The New Vaudeville Band (UK, Fontana, 1966)
3125 Won't Somebody Dance With Me - Lynsey De Paul (UK, MAM, 1973)
3126 Brass In Pocket - The Pretenders (UK, Real, 1980)
3127 Stay - Shakespears Sister (UK, London, 1991)
3128 It Must Be Love - Labi Siffre (UK, Pye International, 1971)

Alanis Morrissette heb ik in september 1996 nieuw als cd-single gekocht. Die doen uiteraard niet mee in de verzameling, maar vooruit maar. De cd-maxi bevat een aantal niet eerder uitgebrachte live-opnames en de single heeft 'Hand In My Pocket' op de b-kant. Het getoonde exemplaar van Lynsey De Paul heb ik in 2014 in Meppel gekocht. Ik geloof dat het oorspronkelijke exemplaar de selectie niet heeft volbracht en in Mossley is blijven liggen. Mijn eerste 'Brass In Pocket' komt in een neutraal hoesje. Deze met fotohoes heb ik tijdens de vakantie in november/december 2001 in York gekocht bij de Oxfam. Baz deelt momenteel geregeld bizarre vraagprijzen van Oxfam met mij, maar deze blieft een pond in 2001. Geen gekke prijs want de plaat en hoes zijn in een fraaie staat. 'It Must Be Love' van Labi Siffre is één van de ultieme hits van 1998 voor mij. Ik heb hem inmiddels ook als Duitse Polydor want de Engelse Pye klinkt niet echt kek meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten