maandag 29 juni 2015

Raddraaien: Mory Kanté



De nationale posterijen willen niet echt meewerken, dat is de reden waarom hier vanavond een aflevering van 'Raddraaien' prijkt. Omdat onze grote vriend in Chicago zo snel was met verzenden, had ik de singles eigenlijk nog voor het weekend verwacht. Helaas, geen postbode gezien. Ook geen brievenbus-pakketje met 'e-liquids' voor mijn damper, dat is wellicht het meest pijnlijk. Maar goed, ik had gedacht om vanavond een 'Singles round-up' te kunnen doen en morgen de 'Week Spot', vandaar dat ik woensdag al was begonnen met de Gele Bak Top 100. Het ziet er nu naar uit dat de 'Singles round-up' woensdag is of misschien nog iets meer richting het weekend. Ik heb vanmorgen een single gekocht in Engeland die ook nog wel bij het stapeltje kan. Ach, wat maakt het uit, het 'Raddraaien' moet immers ook doorgaan. Vandaag maar liefst de 104e single uit de vierde jaren tachtig-bak en dat brengt me bij een 'eendagsvlieg': Mory Kanté en zijn enige hit 'Yé Ké Yé Ké' (1987).

Ik zie 'High Fidelity' voor het eerst als de film pas uit is op dvd, dat zal omstreeks 2002 zijn geweest. Een paar jaar later ga ik op vakantie met Willemijn en zij leest een boek met dezelfde titel. Bij nadere bestudering blijkt de film gebaseerd op dit boek en ik krijg het na de vakantie van haar. Ik heb de film nog eenmaal gezien, maar blijf bij het boek. In het boek zitten verschillende 'denkmomenten' van de hoofdpersoon die lastig zijn uit te beelden in de film. Zo heeft zijn ex-vriendin hem 'ingeruild' voor iemand die, tot afgrijzen van muziek-idioot Rob, van Supertramp en wereldmuziek houdt. Wat dat laatste betreft... daar kan ik me wel in vinden. Ik heb het nooit begrepen: Lieden die met een vies gezicht kijken naar de hedendaagse hiphop op de radio, maar tegelijk een concert bijwonen van een Ethiopische hiphopper, om maar iets te noemen. Of helemaal weglopen met middelmatige pop uit Tanzania met een raar instrument in de hoofdrol. Dat je ervan houdt om cultuur te snuiven, dat is tot zover, maar verder...? Ik ben één keer op Festival Mundial geweest en dat was gezellig door toedoen van vrienden, maar als muziekliefhebber had ik daar niks te zoeken.

David Byrne van Talking Heads is de eerste die zich met Afrikaanse popmuziek gaat bemoeien. Peter Gabriel volgt en dan neemt Paul Simon het album 'Graceland' op. Het is 1987 en de 'cultuursnuivers' krijgen de overhand. Met 'Graceland', waar ik nog nóóit van heb gehouden, maandenlang bovenaan de albumlijsten zet het de deuren open voor andere 'exotische' muziek. Mory Kanté is daar een voorbeeld van. Terwijl de 'leeuwenvoetbalschoenen' Europa verpletteren, staat Mory Kanté wekenlang bovenaan de Nederlandse hitparade met zijn 'Yé Ké Yé Ké'. Ik heb in die tijd een spuughekel aan het nummer, het is pas sinds een paar jaar dat ik het stukje bij beetje ga waarderen.

Mory Kanté komt op 29 maart 1950 ter wereld in Kissidougou in Guinee. Zijn grootvader is een spiritueel leider in de regio waar hij woont. Zijn vader, El Hadj Djelifode, is opperhoofd van de griots en Mory is één van zijn 39 kinderen. Zijn vader zal de respectabele leeftijd van 109 lentes bereiken. Mory krijgt overigens de naam van zijn grootvader. Als kind bezoekt Mory een Franse school en hier leert hij de balafoon spelen, een slaginstrument dat veel weg heeft van een marimba. In de midden jaren zestig trekt Mory in bij zijn oom in Bamako, de hoofstad van Mali. Dit is in de aanloop tot de inauguratie van Kanté als griot. Ook ik moest meteen denken aan een salmiak-dropje, maar een griot is een Westafrikaanse dichter, lofzanger en muzikant. Hij brengt de tradities en geschiedenis over middels zang en muziek. Kanté leert gitaar spelen in Bamako en maakt kennis met Westerse muziek.

In 1971 gaat Kanté optreden met de groep The Rail Band. Aanvankelijk bespeelt hij gitaar en balafoon, maar is ook al snel als zanger te horen. In 1978 heeft hij even helemaal tabak van de gang van zaken in de Afrikaanse muziek. Westerse instrumenten en invloeden dringen zich op en Kanté gaat zich verdiepen in de traditionele Afrikaanse muziek en haar instrumenten. In 1984 vertrekt hij naar Parijs. Hij heeft geen verblijfsvergunning als hij een paar opnames maakt, waaronder 'Yé Ké Yé Ké'. Drie jaar later krijgt het nummer een remix mee en in de zomer van 1988 prijkt het op de hitparades in verschillende Europese landen.

Langdurig commercieel succes zit er niet voor Mory Kanté. Gelukkig maar, zou ik bijna zeggen. Hoewel incidenteel een Afrikaanse plaat op de hitparade verschijnt, denk aan '7 Seconds' van Neneh Cherry en Youssou N'Dour, zijn we begin jaren negentig toch even verlost van de wereldmuziek op de hitparade. Mory blijft echter albums maken, zijn album 'Sabou' uit 2004 staat hoog aangeschreven bij de liefhebbers. In 2008 maakt Kanté een kleine tournee door Nederland. De Frits Philips-zaal in Eindhoven blijkt te klein, ook is hij in Zwolle en Leeuwarden te zien.

Waar en wanneer? De zomer van 2006 in Steenwijk. Een week voordat ik met vakantie ga, struin ik over de braderie tijdens de Midweekfeesten. In Tuk is al jaren de 'OZO' gevestigd, een ziekenomroep. Het is me nooit duidelijk geworden of ze daar bandopnames maakten die werden afgespeeld in ziekenhuizen of dat er toch via een bepaalde frequentie werd uitgezonden. Hoe dan ook: In 2006 moet er geld in het laatje komen en de vrijwilligers hopen de centjes binnen te halen met een stand op de braderie. Ik spit de bak met singles door en vind een paar interessante dingen. Mory Kanté reken ik niet daartoe, maar toch mag het plaatje mee. Hoewel ik, over het algemeen, geen schokkende herinneringen aan de jaren tachtig heb, brengt dit plaatje een goed gevoel naar boven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten