maandag 8 juni 2015

Raddraaien: The Buoys



Twee vliegen in één klap. Daar lijkt het vanavond op in deze aflevering van 'Raddraaien'. In werkelijkheid ben ik nog niet verder gekomen dan één motvlinder in een enkele klap, maar wie weet dat ik dit record nog ga breken. Het stikt hier vanavond van die beestjes. En als ze nu eens lief in de hoek van de kamer bleven zitten, maar nee... ze moeten kost wat het kost op mijn beeldscherm zitten. Het heeft eentje zijn leven al gekost en er solliciteren nog twee naar dat abrupte einde. Het onderwerp voor deze 'Raddraaien' raakt wel twee insecten in die ene handbeweging: Enerzijds The Buoys, maar tegelijk ook de songschrijver die verantwoordelijk is voor de parels van deze groep. De 'Raddraaier' van vandaag is de elfde uit de derde jaren zeventig-bak. Hoewel ik ook de bovenstaande Scepter uit 1972 heb, is de eigenlijke 'Raddraaier' de heruitgave op EMI uit 1979. In dat geval heeft het 'Prince Of Thieves' als b-kant. De centrale schijf is 'Give Up Your Guns' van The Buoys (1971).

Rupert Holmes komt op 24 februari 1947 als David Goldstein ter wereld in het Engelse Northwich in Cheshire. Zijn moeder is een Engelse, maar vader is een Amerikaanse militair en bandleider. Als zesjarige maakt David/Rupert de oversteek naar New York. In de late jaren zestig werkt Rupert Holmes enige tijd met Ron Dante. Samen schrijven ze het nummer 'Jennifer Tomkins' voor het tweede album van The Cuff Links. The Cuff Links heeft in 1969 een grote hit met 'Tracy' en daarop verzorgt Dante alle vocalen. Hij is in 1969 eveneens betrokken bij The Archies en het management verbiedt hem nog langer te werken met The Cuff Links. Holmes neemt vervolgens zelf maar 'Jennifer Tomkins' op en brengt het uit onder de naam The Street People. Het wordt een grote hit en hij volgt het met 'Thank You Girl'. In mei 1970 kan het hoofdstuk worden afgesloten.

'Sixteen Tons' gaat over het moeizame leven van een mijnwerker en de film 'Suddenly Last Summer' flirt met kannibalisme. Deze twee onderwerpen geven hem inspiratie tot het schrijven van 'Timothy'. Hij doet dat met nóg een idee in het achterhoofd. Hij wil een volslagen onbekende groep hebben welke niet wordt gepromoot door de platenmaatschappij. Eerst valt de keuze op de band The Glass Prism, maar deze heeft al een contract bij RCA. Vervolgens is The Buoys aan de beurt, een progressieve rockband uit Wilkes-Barre-Scranton in Pennsylvania. Holmes helpt hun aan een contract voor een single bij Scepter op een ongebruikelijke voorwaarde: Scepter mag zich niet bemoeien met de promotie van de plaat. 'Timothy' begint dus aan een moeizame start op de hitparade en na een paar weken begint het de radiostations te dagen waar het liedje over gaat: Een ingestorte mijn met aanvankelijk drie arbeiders die zitten opgesloten. Bij de eventuele bevrijding zijn er nog maar twee en deze klagen niet over honger. ,,Slechte publiciteit is ook publiciteit", meent Holmes en het pakt goed uit voor The Buoys. Terwijl de plaat bij veel stations in de ban wordt gedaan, zijn er anderen die de plaat op pikken en verder op de hitlijsten brengen. Scepter moet uiteindelijk toch wel een 'statement' afleveren en doet dat middels de opmerking dat Timothy geen mens maar een ezel was. Ook brengt het twee gekuiste versies uit. Holmes heeft het dan helemaal gehad met Scepter en laat het avontuur achter zich. Hoewel we hem piano horen spelen op 'Timothy' is hij nimmer lid geweest van The Buoys en toch heeft de groep meer Holmes-nummers op haar repertoire staan. 'Timothy' bereikt een zeventiende plek in de Billboard in 1971, 'Give Up Your Guns' doet het stukken minder met een bescheiden 84e plek. De overige platen zijn helemaal niet noemenswaardig voor Amerika, maar op dat moment is aan de overkant van de oceaan iets merkwaardigs aan de hand...

In december 1971 komt middels Radio Veronica de debuut-single van Ritty Van Straalen de Nederlandse huiskamers binnen. Van Straalen is niet helemaal nieuw, want hij is de drummer van Continental Uptight Band, maar 'Give Up Your Guns' is zijn eerste solo-single als Ritty McGarrity. Verder dan een paar weken Tipparade komt het niet, maar het wakkert wel het enthousiasme voor het origineel aan. 'Give Up Your Guns' van The Buoys begint kort daarna aan zijn opmars in de Top 40. Het is de tijd waarin de maxi-single zijn intrede doet: Meer dan twee liedjes op één single, 45 toeren en dat alles voor de prijs van een 'normale' single. Scepter voegt 'Timothy' en 'Bloodknot' toe als extra nummers en de single bereikt een vijfde plek in 1972. Sindsdien is 'Give Up Your Guns' niet weg te denken uit de Top 100 Aller Tijden en dit veroorzaakt in 1979 een kleine opleving. De single behaalt andermaal de top tien in ons land.

Hoewel het succes van 'Timothy' hen boven het hoofd groeit, heeft The Buoys geen vervolg kunnen geven aan deze monsterhit. Hun eigen liedjes missen de zwarte humor van Holmes, hoewel 'Pittsburgh Steel' in de buurt komt. De groep heeft in ons land nog een aantal noteringen in de Tipparade, maar in 1974 valt het doek voor The Buoys. In 1980 duiken Bill Kelly en Jerry Hludzik op in de groep Dakota dat als voorprogramma speelt voor Queen en albums maakt met Chicago-man Danny Seraphine als producer. Dit duo richt zo nu en dan een kortlevende incarnatie op van The Buoys, steeds met nieuwe en onbekende muzikanten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten