maandag 9 december 2024
De zombie-bedevaart
Vorige week ben ik voor de aardigheid eens vijftien jaar terug in de tijd gegaan op Soul-xotica. Ook wel interessant omdat deze praatpaal volgend jaar haar vijftiende verjaardag viert. Sindsdien heb ik zitten twijfelen aan 2014 of 2019. Wellicht dat ik de laatste volgende week ga doen. Over vijfentwintig jaar geleden hoef ik het niet te hebben want dat komt al voorbij in 'Het zilveren goud'. Qua twintig jaar geleden zijn we ook weer aardig up-to-date. Dan is het omstreeks Sinterklaas en opeens dwalen mijn herinneringen af. Het enige nadeel van deze keuze is dat héél veel mensen, inclusief mezelf, opeens heel erg oud gaan voelen want... het plaatje voelt nog zo recent aan. Toch kan ik vandaag stil staan bij het feit dat het dertig jaar geleden is dat 'Zombie' van The Cranberries een flinke sprong maakt in de Top 40. Ik heb daarbij geholpen. Het is eveneens de eerste Woodstock-bedevaart voor mij sinds mijn eerste bezoek aan het festival. Deze herinneringen maken het verhaal compleet plus dat ik even wil uitleggen hoe het allemaal zo is gekomen.
Als vader zijn hele leven geen problemen had ondervonden met zijn heupen, dan was hij zeker vrachtwagenchauffeur geworden. Hij is in zijn vrije tijd veel te vinden bij het plaatselijke transportbedrijf maar zijn heupen staan het niet toe om op de vrachtwagen te rijden. Ik denk wel eens dat zijn latere werk als vertegenwoordiger voor een gedeelte een vervanging is geweest van deze wens. Ook dan is hij zo vrij als een vogel want het is nog de tijd vóór mobiele telefoons en dergelijke. Hij heeft voor Schwarzkopf een vrij groot rayon en maakt gemiddeld zestigduizend kilometer per jaar. De leasewagens worden vervangen bij 120.000 en we hebben eens in de twee jaar een nieuwe Opel op de oprit staan. Mijn moeder klaagt er later wel eens over. Als er een gezamenlijk ontbijt voor de ouderen wordt georganiseerd in de lokale feesttent wil 'heit' daar niet naar toe. Als mijn moeder alleen maar voorstelt om een weekendje naar de Achterhoek te gaan, pakt mijn vader de autosleutels. Hoe verder hoe beter, lijkt het wel. Het is iets dat wij, de jongens, ook hebben meegekregen. Mijn oudste broer vertrekt naar Denemarken als hij 21 is, andere broer gaat hem achterna als hij 25 is. Ik zal het later een tijdje proberen in Engeland, maar eerst heb ik al Steenwijk.
Sinds het Dicky Woodstock-festival van 1994 ben ik in de omgeving bekend als 'Solex' of 'Gerrit Solex' en deze status bevalt me wel. Als ik in de omgeving van Steenwijkerwold aanbeland, heb ik een dubbel gevoel. Enerzijds voelt het alsof ik in een héle andere wereld stap, anderzijds voelt het ook aan als 'thuis'. In het gezelschap waarin ik me op houd, is het nuttigen van een pijpje Hertog Jan een 'part of life' geworden. De sfeer is gemoedelijker dan in de meeste Friese kroegen die ik ken en ze zijn altijd in voor een grapje. Mijn kennismaking met Tuk is op mijn allerlaatste schooldag als ik ben weggelopen van mijn stageplek in Lemmer en via de polder naar Steenwijk ben gelift. In de zomer van 1993 breng ik opnieuw een bezoekje aan De Karre met de racefiets. Een jaar later heb ik pas de 'nieuwe' Solex en dan kan ik wel ingaan op het aanbod van het Woodstock-festival. Het is inmiddels ruim drie maanden later en de winter is ingevallen maar desondanks heb ik het plan al gemaakt: Ik ga morgenochtend op de Solex terug naar het Woodstock-terrein.
Zaterdag 3 december 1994. De zon schijnt maar er staat een ijzig koude wind uit oostelijke richting. Ik stap 's ochtends op de Solex en rij via Spannenburg en Follega naar Schoterzijl. Vanuit daar ga ik naar Langelille waar ik onderweg ook nog een paar singles koop. Dan moet ik 'De Driesprong' zien te vinden. Dat is op zichzelf niet zo heel erg moeilijk. 'De Driesprong' zit, inderdaad, op een driesprong vlak buiten Langelille, hoewel het café nog wel onder Langelille valt. We zijn er al eens geweest met een toertocht met de Solexclub. 'Tante Annie' bestiert het café en bakt desgewenst uitsmijters. Ik heb hier een lunch van koffie, Jägermeisters en een boerenomelet. Na een paar uur stap ik weer op de Lex en ga richting Munnekeburen. Daar is het even helemaal mis. Solex houdt op en wil niet voor of achteruit. Tenslotte de bougie borstelen en de op de sproeier blazen (ik proef nog altijd de brommermix op mijn lippen) en na enige aarzeling besluit Lexy toch dat het weer tijd is om te rijden. De tank is schoon leeg als ik in Tuk arriveer. Voor die tijd heb ik nog wel het 'alternatieve' paadje van Driewegsluis naar Oldemarkt gevonden. Ik zal dat de daaropvolgende jaren zo vaak gebruiken dat het tegenwoordig een 'legaal' fietspad is geworden. Eerst uiteraard even naar de Baarse Vrijstaat maar er is niets dat herinnert aan het feest van drie maanden geleden. Daarna naar De Karre voor de eerste Hertog Jannen en een paar extra Jägermeisters. De Solex mag uiteraard binnen staan. Hoezo brandgevaar? De tank is schoon leeg!
De stemming is opperbest en de cd-jukebox maakt overuren. Er is één plaatje favoriet op dat moment. Ik ken The Cranberries. Ik heb een sampler-cd waarop 'Sunday' van het eerste album staat. Ik draai dat vaak op zondagmorgen bij het ontwaken na een avondje Bolwerk. 'Zombie' is een nummer dat zijn weerga niet kent in 1994, ook al hoor ik een vergelijking met 'Inside' van Stiltskin (welke ik in 1994 helemaal heb gemist maar sinds 1998 wel een geheide favoriet is). Iedereen die een gulden inwerpt, kiest op zijn minst 'Zombie' en dus hoor ik het wel vijfentwintig keer op deze avond. Ik zal nog vaak terugkomen in De Karre met de Solex, maar 3 december is vermoedelijk de enige keer dat ik knap op tijd ben weggegaan. Ik denk dat het een uurtje of negen of tien is geweest. Ik moet eerst fietsen naar de Witte Paarden naar het tankstation, want het jenevertje in de benzinetank is al bij de Tukse Heuvel geconsumeerd. Daarna rij ik terug over Wolvega richting Heerenveen. Ik weet niet meer precies wat er gebeurt maar ik heb pech. Ik vermoed een lekke band. Ik bel aan bij Solexmaat Kees in Heerenveen en 'crash' bij hem op de bank.
Sinterklaas trakteert ons in 1994 op een chocoladeletter en... geld. Daarvan koop ik 'Zombie' van The Cranberries op cd-single. Hopelijk gaat het nóóit vervelen. Euh... nou... het wordt een knaller van een hit en is opeens overal te horen. Zelfs tot in hoeken en kroegen waar ik niet gevonden wil worden. Als 'Ode To My Family' uitkomt op single dreig ik 'Zombie' te willen vergeten, maar het blijkt een populaire gouwe ouwe te zijn. De magie is na die ene zaterdagavond in ieder geval verdwenen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten