vrijdag 6 januari 2023

Honderd achteruit: Uriah Heep


De combinatie met de foto's heb ik al een maand klaar maar het is nimmer tot publicatie gekomen. Dat heeft er mede mee te maken dat ik het in de maand december druk heb gehad met de Blauwe Bak Top 100 en ook nog een paar afleveringen van de 'Singles round-up'. Nu er weer meer rust in de tent komt, kan ik dan eindelijk dit stukje huisvlijt publiceren. Samen met het bericht dat al een maand in de koker zit. Vandaag hebben we een band te gast waarvoor ik mijn liefde bij vlagen heb verstopt, maar op andere momenten ook omhoog gehaald. De laatste jaren schaam ik me er niet meer voor en durf ik het hardop te zeggen: Ik ben een liefhebber van Uriah Heep. De geschiedenis van de band is minstens zo interessant als de geschiedenis van mijn liefde voor de band en ik hoop in dit bericht beide te kunnen combineren. De groep staat maar liefst tweemaal genoteerd in de Gele Bak Top 100 van vorig jaar: Op nummer 14 staat 'Stealin'  en op nummer 32 vinden we 'Seven Stars'. Ik heb de collectie nog altijd niet compleet dus wie weet? Wellicht vind ik nog een paar 'nieuwe' titels vóór de samenstelling van de Top 100 over 2023. Dan zal ik nog even aan de bak moeten met 'algemene' singles aan de bakken toe te voegen, maar dat gaat vast goed komen!

Legt het oordeel van een recensent meer gewicht in de schaal dan dat van een toevallige luisteraar? Voor menig muziekjournalist lijkt het waar te zijn. Zij zijn immers de experts? Als voormalig recensent antwoord ik met een stevig 'NEE'. Het is en blijft een mening, vandaar dat de naam ook onder of boven de recensie staat geschreven. Een recensie kan leidend zijn maar hoeft dat niet altijd te zijn. Als in de late jaren zestig de 'heavy' rock op gang komt, proberen de journalisten er alles aan te doen om dit genre zo snel mogelijk te laten verdwijnen. Het publiek laat de tijdschriften links liggen en hobbelt massaal naar de platenzaak toe om de nieuwste elpee van Deep Purple, Led Zeppelin, Black Sabbath of Uriah Heep aan te schaffen. Toch durft Melissa Mills in 1970 een gewaagde weddenschap aan te gaan. 'If this band makes it, I'll commit suicide'. Ik heb geen biografische informatie kunnen vinden over Mills en weet niet of ze nog onder ons is. Het zal in ieder geval geen zelfmoord zijn geweest, hoewel dat, volgens haar uitspraak, gerechtvaardigd zou zijn. Uriah Heep zal het ook maken in het land van Uncle Sam!

Oude hardrock kan op een schare liefhebbers rekenen, maar het is allerminst 'cool' om oprecht geïnteresseerd te zijn in deze oude meuk. Mijn kennismaking is ergens in de begin jaren negentig met 'Easy Livin'. In 1991 schaf ik dan ook de elpee 'Demons & Wizards' aan met daarop de genoemde single. Een jaar later voeg ik ook de single en 'Return To Fantasy' toe aan de collectie, de laatste ook als single. Dan raakt de Heep een beetje in de vergetelheid voor mij en is het niet eerder dan het begin van de nieuwe eeuw. Uriah Heep treedt dan op op het Dicky Woodstock-festival. Overigens wel nét nadat Ken Hensley uit de band is gestapt. In 2006 mis ik de laatste trein van Zwolle naar Steenwijk en 'crash' ik op de bank bij een jonge gast in Assendorp. Hij heeft een zeer opmerkelijke muziekkeuze en introduceert de Poolse zanger Czeslaw Niemen. Met name zijn jaren zestig-elpee 'Sukcez' zal nog jaren lang een favoriet blijven. 'Laatste nummer voor het slapen gaan', hoor ik hem zeggen. Dan de eerste orgeltonen van 'July Morning'. Uriah Heep? Je meent het! 'Ja, Uriah Heep is cool', hoor ik hem zeggen.

In 2008 kom ik voor het eerst in de winkel van Van Der Laan en op dat moment heeft hij de halve Uriah Heep-catalogus op elpee liggen. Ik koop verschillende albums maar dan opnieuw... van draaien komt dan al weinig terecht. Het is uiteindelijk radio-collega Long John Sliver die me verder over de streep helpt. Hij was vroeger een enorme fan van The Heep en The Purple zoals hij ze noemt. Sindsdien durf ik hardop te zeggen dat ik 'fan' ben van de groep.

Hoewel de naam Uriah Heep pas in 1970 wordt ingevoerd, is de band al een tijdje bezig. Zo maakt het als Spice nog een single. Spice wordt Uriah Heep als toetsenist Ken Hensley uit The Gods is overgestapt. Het grondbeginsel van de band in 1967 is dat het geen covers wil spelen maar voortdurend op zoek gaat naar origineel materiaal. De heren Box en Byron schrijven dan ook het merendeel van de nummers op de debuutelpee 'Very 'Eavy Very 'Umble'. Byron's echte naam is trouwens David Garrick en niet te verwarren met de jaren zestig-zanger wiens echte naam Phillip Darrell Core is. Hij had de naam 'gecoverd' van de 18e eeuwse Engelse acteur. Vanaf het tweede album schrijft Hensley eveneens mee aan de nummers. Wat ik in het bijzonder erg waardeer aan de muziek van Uriah Heep is dat het orgel geregeld de overhand neemt en de gitaren een plek in de achtergrond geeft. Een beetje een voorbode van de latere postrock maar dan in de vorm van liedjes. Voorlopig heb ik nog even geen genoeg van Uriah Heep en hopelijk binnenkort meer nieuwe aanwinsten!

In de volgende aflevering van 'Honderd achteruit' ga ik kijken naar eendagsvlieg uit de jaren zestig. Daarna volgen een paar afleveringen met jaren tachtig-bands.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten