vrijdag 13 januari 2023

Het zilveren geheugen: januari 1998 deel II


Bill, de bevriende bluesmuzikant, heeft me afgezet bij de jeugdherberg. Hij zegt de eigenaar goed te kennen en heeft zelf in een grijs verleden ook een tijdje in de herberg gewoond. Het is vrijdagmiddag. Ik zou de afgelopen uren met Bill hebben kunnen wandelen door York en onderhand zouden we in de auto kunnen zitten naar Hull. In plaats daarvan heb ik mijn tas op een stapelbed gezet en zit nu in de kantine aan een tafel met een schrijfblok voor me. Het is de tijd van vóór de mobiele telefoon en ik denk ook niet dat ik dít nieuws had kunnen vertellen over de telefoon. Ik probeer mijn gedachten te ordenen en de brief te schrijven. Een brief aan het thuisfront. Met iedere regel die op papier komt te staan, voel ik het ongemak groeien maar hee... het moet gebeuren! Ik geloof niet dat de brief ooit op de post is gegaan maar voor mijn eigen verwerking doet het in ieder geval wonderen. Een collega van de krant vertelt me een paar jaar later: 'Het was duidelijk dat je even weg moest uit de omgeving en het liefste zo ver mogelijk en in de vreemde'. Juist, ik sta op het punt om mijn vleugels te spreiden en het warme nest te verlaten. De eerste vlucht zal niet vlekkeloos verlopen en ik zal een paar maal opnieuw een aanloop moeten nemen. Maar dit alles zonder sociale vangnetten en bekenden die me zien 'lijden'. Zo begint voor mij het Engelse avontuur op 2 januari 1998.

Ik heb in de voorgaande jaren dikwijls gedagdroomd over een romantisch leven zonder alle verplichtingen. Ieder stadje mijn schatje en een beetje leven van de wind en de muziek. In geval van dat laatste heb ik een tinwhistle gekocht, alleen... kan ik het geluid van zo'n fluit niet uit staan. Voordat ik op straat kan optreden zal ik moeten oefenen en bij iedere toon die ik uit de fluit haal, krijg ik een vuurrode kop en moet weer even stoppen. Dit gaat hem niet worden. Ik heb van Bill een pakje shag gekregen en wat doe je als je naar de wc moet in de herberg? Juist, je laat je pak shag liggen waar je zit om vijf minuten later terug te komen en te ontdekken dat de rookwaar is verdwenen. De volgende dag ga ik de stad in voor een nieuwe pak shag en dan leer ik van de Engelse prijzen. Een pakje Drum kost in Engeland op dat moment omgerekend zevenentwintig gulden. Ik vind bij een tabakswinkel een goedkoper alternatief maar het is matrasvulling. Bill heeft laten weten dat ik zondagavond bij hem kan 'crashen' en dus vertrek ik zondag met al mijn hebben en houden uit de herberg. Eerst ga ik terug naar de kerk waar ik oudejaarsavond ben binnengestapt. De kerk mag deze week als fotomodel fungeren. Een van de mensen van het kerkbestuur, een zekere Ian, herkent me van een paar dagen eerder en het eerste contact is gelegd. Ik geloof dat Jim pas over een paar weken in het verhaal komt. Ian zal later, als de penningen opraken en het betalen van de huur steeds lastiger wordt, nog eens met me meegaan naar de herberg om te bemiddelen. Met succes want ik mag later in die week de huur betalen als mijn geld binnenkomt. Alleen is het probleem dat het geld niet binnenkomt, maar daarover meer in een toekomstige aflevering.

Die middag maak ik de wandeling die ik anders op vrijdag met Bill zou hebben gemaakt. Een rondje om de stad middels de stadsmuren. Het is vies grijs weer en bepaalde stukken van de muur zijn echt verlaten oorden. Na dit rondje moet ik nog een rondje maken eer ik terecht kan in de kroeg waar Bill die avond gaat optreden. De volgende dag ga ik met hem mee naar het arbeidsbureau om me in te schrijven. Ik mag zijn adres gebruiken als contactadres. Die avond heeft hij opnieuw een optreden en ik mag weer met hem mee. De volgende dag stuurt hij me op pad. Het moet tamelijk eenvoudig zijn om aan de slag te komen in de beveiligingsbranche. De bedrijven zijn meest 's avonds actief en dus maak ik de eerste wandeling in het holst van de nacht naar zo'n bedrijf. Ik kan de volgende ochtend terug komen op een ander adres en vragen naar de baas. Die ziet me aankomen met mijn tassen met spullen en doet geen moeite om te verbergen dat hij mijn inschrijfformulier direct door de shredder gaat halen. Het is de eerste nacht op straat, maar de volgende dag boek ik weer een kamer in de herberg. Ditmaal een kamer voor mezelf. Er komt weer wat geld binnen op mijn rekening, onder andere de reservering voor het vakantiegeld van mijn vorige werkgever. Ik ben natuurlijk naar York gegaan voor een lang weekend en heb niet veel meer bij me dan een spijkerbroek, drie paar onderbroeken en evenveel sokken. Als ik hier in York wil slagen zal ik toch even terug moeten naar Friesland. Ik boek nu het retourtje van drie dagen de andere kant op en arriveer op vrijdagmiddag in Jutrijp. Daar wacht geen erehaag en evenmin koffie met gebak.

Mijn tante, die naast ons woont in Jutrijp, is in die tussentijd erg ziek geworden en ook al overleden. Een dag eerder is de begrafenis geweest. Omdat mijn ouders geen telefoonnummer van me hebben, hebben ze me niet kunnen inlichten en bovendien hebben ze zich erg bezorgd gemaakt. Dat begrijp ik helemaal en zeker zoveel jaren later. Als ik moeder in september bedank, denk ik ook even snel aan deze periode. Ik heb het mijn altijd bezorgde moeder erg zwaar gemaakt in deze tijd, maar... ik moet leren om op eigen benen te staan! Op dinsdagmiddag brengt vader me op de trein in Heerenveen en vervolg ik mijn weg naar Rotterdam. Het regent en ik voel me somber. Op de cassette-walkman hoor ik 'Through The Barricades' van Spandau Ballet en, hoewel het nummer vast over een liefdesrelatie zal gaan, voelt het alsof het nu voor mij  wordt gezongen. Ik ga een zeer onzekere en moeilijke tijd tegemoet maar ik zál het moeten doen!

Terug in York is het echter feest. Ik krijg een nieuwe zolderkamer in de herberg en eentje die nóg goedkoper is dan de vorige. Er staat weer geld op mijn rekening en dus hoef ik even geen zorgen te maken over werk. Ik neem het ervan! In de herberg adverteert een particulier uit de buurt met een aantal overtollige zaken. Ik koop van hen een racefiets en een stereotoren. Feitelijk is er in vijfentwintig jaar niet zoveel veranderd: Muziek en fietsen, de rest is bijzaak. Ik ga bijna iedere avond wel even naar een pub, al dan niet met live-muziek. Op de maandag koop ik nog een stel platen waarvan enkele over een paar maanden hier voorbij komen. Op woensdag gaat het nog één keer heel erg mis. Ik drink totdat ik bijna omval. Het is namelijk erg 'grappig'. Iedere keer als ik de pinpas in de muur steek en om twintig pond vraag, ontvang ik die. Terwijl ik stiekem ook wel weet dat het geld op moet zijn. Op donderdag ontwaak ik met een kater en wil eten halen in de stad. Daarvoor zal ik eerst moeten pinnen. De kaart verdwijnt in de gleuf en dan een boodschap op het scherm: 'Uw pas is ingenomen. Neem contact op met uw bank'. Ik heb geen contact met de bank maar als ik moeder eens bel, heeft die het nieuws al: 'Je hebt jezelf duizend gulden in de min gepind'.

Het feest is voorbij en de vakantie is voorbij. Nu is het zaak om in actie te komen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten