woensdag 1 mei 2013

Raddraaien: Ohio Express



Chris Montez. Dát was dus de schuldige! Hij had mijn Raddraaien danig in de war geschopt! 'Let's Dance' woont een beetje losvast in mijn Blauwe Bak en in de tweede serie van Raddraaien was ik dat even vergeten. De fout is hersteld en we kunnen weer verder. Hoewel? De eerste de beste kandidaat uit de 'normale' jaren zestig-bak is van The Mercey Brothers. Dat is Canadese country. Om maar weer eens aan te tonen hoe moeilijk ik het vind om een plaat het raam uit te gooien. Bij het huiswerk blijkt die, gelukkig, uit 1971 te komen en hoort dus niet thuis in de jaren zestig-bak. We hebben het weer gered! Maar dan... Ohio Express? Volgens mij een anoniem studiogroepje, dus dat zal wel een verhaal over Buddah Records en de bubblegum-beweging worden. Niets is minder waar, er schuilt een prachtig verhaal in 'Yummy Yummy Yummy' van Ohio Express!

Wikipedia wil dat het verhaal gecorrigeerd en aangevuld wordt, zodat het opweegt tegen hun kwaliteitsstandaard. Ik vind het eerder verrassend dat er nog zoveel over de groep te vertellen is. Completer dan dit gaat het nooit meer worden! Het verhaal begint in 1966 bij een groep genaamd Rare Breed dat een single uit brengt op Attack Records: 'Beg Borrow And Steal'. De plaat flopt genadeloos. De opvolger heet 'Come And Take A Ride My Boat'. Deze flopt eveneens, maar zal in 1967 een grote hit worden voor Every Mother's Son. De titel is dan aangepast tot 'Come On Down To My Boat'. Beide plaatjes van Rare Breed zijn Super K-producties. Jerry Kasenetz en Jeffrey Katz zijn de drijvende krachten achter Super K. Wij zijn ze hier op Soul-xotica vast al eens tegen gekomen, Super-K probeerde in 1966-67 in enkele gevallen de 'Wall Of Sound' van Phil Spector te evenaren en dit is hoorbaar op 'S.O.S. Heart In Distress' van Christine Cooper, een Blauwe Bak-favoriet. Rare Breed is een groep uit Brooklyn, waarvan de eerste biografische details pas in het Youtube-tijdperk komen.

In augustus 1967 wordt een opnieuw gemixte versie van 'Beg Borrow And Steal' uitgebracht onder de noemer Ohio Express. In het heetst van de strijd verlaat Rare Breed het toneel, net terwijl de single een kleine opmars maakt in de hitparade. Kasenetz en Katz benaderen dan een live-groep om het hitje te promoten. Sir Timothy and The Royals heet de groep oorspronkelijk en leadgitarist Dale Powers is eveneens te horen op 'Try It', de tweede single van Ohio Express. De rest van de band doet niet mee op platen, hun plek wordt ingenomen door studiomuzikanten. De begeleidende elpee 'Beg Borrow And Steal' is geen groot succes, mede doordat Cameo Parkway het loodje legt. Een 'credit' in de composities voor ene Walsh en een vage foto waarop hij zou zijn te herkennen, leiden tot speculaties dat Joe Walsh één van de muzikanten op de elpee was.

Super K verhuist met haar gehele stal naar het fris nieuwe Buddah-label, het moederschip van de bubblegum. Zo komt Joey Levine ook in beeld, hij is gedurende 1968 en 1969 de zanger op de platen van Ohio Express, het zijn nog immer studiomuzikanten die de platen vol spelen. Maar... we moeten ook Sir Timothy And The Royals niet vergeten, de groep die als Ohio Express de hits op de bühne brengt. Het is maar een geluk dat ik eraan denk, want bij Super K zijn ze in begin 1969 dat live-groepje wel even vergeten. 'Chewy Chewy' is dan bezig een grote hit te worden, maar Sir Timothy en zijn kornuiten zijn niet ingelicht over de nieuwe plaat. En dus moeten deze 'nee' verkopen als fans om dat nummer vragen. Het verhaal is zeer onduidelijk. Wie zijn nou die gasten die op de hoezen van Ohio Express zijn te bewonderen? En welke 'muzikanten' stonden in de zomer van 1969 bij de Avro in de studio 'Pinch Me' te mimieken? Duidelijk is wel dat Levine de royalty-cheques aan de lage kant vindt en na 'Pinch Me' de benen neemt. Hij treedt nog altijd op, maar wil 'Yummy Yummy Yummy' vast niet meer zingen...

In 1969 en 1970 verschijnen er nog enkele singles, waarvan er eentje is ingespeeld door vier Engelse heren die we later zullen kennen als 10CC. Ohio Express is dan al lang niet meer een 'groep', alsof dat het ooit is geweest, maar een productie-naam van Kasenetz en Katz. Ze zullen na 1970 de naam nog enkele malen nieuw leven inblazen, hoewel er sinds een paar jaar een zelfstandig opererende 'unit' is met die naam. Deze groep zit, niet verrassend, in het oldies-circuit. Om nog maar eens te laten zien waar Ohio Express oorspronkelijk voor stond, heeft deze formatie vorig jaar maar liefst tien singles uitgebracht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten