woensdag 29 mei 2013

Beeldenroute: Lee Dorsey



Ik noemde het maandag al even in het bericht van Stevie Winwood. De vroegere wens om een aantal iconen van hun voetstuk te halen. Nadeel is dat je dan met een hoop lege sokkels overblijft. Bij binnenkomst van een kersvers vinylplaatje wist ik het vanmorgen opeens. Waarom gaan we niet een aantal standbeelden oprichten? Muzikanten die er eentje verdienen, maar tot op heden nog niet een hebben en die waarschijnlijk ook nooit zullen krijgen. Gezien de jaren tachtig-platen in het Raddraaien weer op een kluitje liggen en ik Steve Winwood al heb gehad, begin ik vandaag aan zo'n standbeeld. Het kan wel eens een zeer onregelmatige serie worden, want het is zo nu en dan dat ik denk: 'Hee, die verdient een standbeeld'. In drie jaar Soul-xotica hebben we ook al eenmalige afleveringen mee gemaakt, dus ik beloof niks... Vandaag trek ik Janis Joplin van haar voetstuk en vervang haar door iemand die écht iets heeft betekend in de Amerikaanse rhythm & blues: Lee Dorsey.

Zoals wel vaker het geval wil met dit kaliber muzikanten is het geboortejaar niet duidelijk. Wel weet iedereen te herinneren dat Irving Lee Dorsey op kerstavond is geboren, maar of dat nu 1924 of 1926 was? Wikipedia vermeldt het eerste, Dave Rimmer (ook best nauwkeurig) heeft het over 1926. Over zijn jeugd is weinig bekend. Hij wordt geboren in New Orleans, maar verhuist op jonge leeftijd naar Portland, Oregon. Na een tijd in het leger gediend te hebben, wordt Dorsey een vrij succesvol bokser in de 'lichte zwaargewicht'-categorie. Fans kennen hem beter als 'Kid Chocolate'. In 1958 maakt Dorsey zijn eerste single, 'Lottie Mo', voor Valiant. 'Rock' verschijnt in 1959 via Rex, maar wordt in 1961 door Ace opnieuw uitgebracht. Rond dezelfde tijd is Dorsey Allen Toussaint tegengekomen op een feestje en krijgt een contract bij Fury. 'Ya Ya' is een bewerking van een kinderliedje en is meteen een grote hit. ABC-Paramount duikt de opname van 'Lottie Mo' op en brengt deze uit om mee te profiteren van Dorsey's succes. 'Do-Re-Mi' is een logische opvolger van 'Ya Ya', maar doet het stukken minder dan zijn voorganger. Wikipedia vertelt het verhaal in twee alinea's en doet net alsof Dorsey tot 1965 niets meer heeft gedaan, buiten het werk in zijn garage. Niets is minder waar, want Soulfulkindamusic laat zien dat er geen gaten vallen in mans' discografie. Het willen alleen geen hits worden.

In 1963 legt Fury het loodje en Dorsey heeft dan vijf singles gemaakt voor het label. Hij maakt een single voor Smash, maar stapt dan over naar Constellation. Niet te verwarren met het postrock-label van Godspeed You Black Emperor, Constellation is een label dat bij verzamelaars erg populair is. Daar horen corresponderende prijzen bij! Zijn 'Organ Grinders Swing' is één van die plaatjes die nog wel eens rare taferelen wil oproepen bij veilingen. Met 'You're Breaking Me Up' sluit Dorsey niet alleen 1964 af, maar ook zijn contract bij Constellation. Bovendien zal in het daaropvolgende jaar zijn carriére een nieuwe 'boost' krijgen. Dorsey tekent bij Amy en met de eerste de beste plaat is het meteen raak: 'Ride Your Pony'. Een zompige Toussaint-productie met grappige effecten. Het is duidelijk dat de man van 'Ya Ya' weer helemaal terug is! Toch scoort de plaat vooral in de rhythm & blues-lijsten, in Amerika komt 'Ride Your Pony' niet verder dan 28 in de Hot 100. Dito geldt voor 'Get Out Of My Life Woman', maar de single die er tussenin zit doet nog minder ('Can You Hear Me'). De echte knaller laat een jaar op zich wachten. Met 'Working In A Coalmine' zet Lee Dorsey zichzelf voorgoed op de kaart. Een plaatje dat in de daaropvolgende veertig jaar menigmaal een reclame of een film heeft gehaald. Ik kocht 'Coalmine' jaren geleden in België, niet bepaald in een fijne staat. Sinds vandaag heb ik deze en 'Ride Your Pony' in de Old Gold-uitdossing uit 1981. Hélemaal nieuw!

Tot en met 'Everything I Do Gonh Be Funky' uit 1969 verschijnen regelmatig singles van Lee Dorsey, de meeste zijn geproduceerd door Toussaint en heeft The Meters als begeleiding. Dorsey lijdt toch wel een beetje onder zijn 'novelty'-platen, want buiten 'Funky' wil geen enkele plaat echt goed scoren. Toch is Toussaint al heel vroeg bezig met het ontwikkelen van de funk, zoals die vanaf 1970 door James Brown en vele andere artiesten zal worden gepresenteerd, en Lee Dorsey is een proefkonijn. Zo verschijnt in 1970 het origineel van 'Yes We Can Can', het Toussaint-nummer dat drie jaar later een gigantische hit zal worden voor The Pointer Sisters. Toch wordt het na de gelijknamige elpee van Dorsey even heel erg stil rond zijn persoon. Een collaboratie met Southside Johnny & The Ashbury Jukes brengt Dorsey terug in de studio en hij neemt een paar kantjes op voor ABC. Het succes is zo bescheiden dat je het over het hoofd zou kunnen zien, maar de single 'Night People' (1978) schopt het tot nummer 93 in de Rhythm & Blues-lijst. In de begin jaren tachtig treedt Dorsey als voorprogramma op voor The Clash. Google vertaalt het als een 'longemfyseem'. Ik ken het niet, maar het wordt Dorsey op 2 december 1986 noodlottig.

'Ya Ya' is wellicht de meest gecoverde plaat van Dorsey. Vooral omstreeks 1963 als 'Ya Ya' in een twist-vorm wordt gegoten, is het een gigantische hit in Europa. The Beastie Boys geeft Dorsey een knipoog in 'Sure Shot': 'everything I do is funky like Lee Dorsey'. En dat slaat op Dorsey's laatste grote hit 'Everything's Gohn Be Funky'. Een fenomeen in de Southern Soul, maar waarschijnlijk ook meer een 'musicians' musician'. En één van de wegbereiders van de funk. Lee Dorsey verdient zijn standbeeld!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten