dinsdag 8 mei 2018

Week Spot: Bo Kirkland & Ruth Davis



Komende zaterdag zet ik de labels-special voort in 'Do The 45' en zet twee platenlabels in de schijnwerpers: Stax en Tamla-Motown. Dat maakt samen tot méér dan een uitzending. Volgende week een restantje Tamla-Motown omdat ik niet meer dan vier nummers per artiest of groep mag draaien voor onze vergunningen. Gladys Knight & The Pips en The Four Tops gaan voorbij de vier titels en ook zijn er nog drie platen op het Tamla-label. Die gaan volgende week bij het restant van de S en de meeste labels met een T. Ik heb wel even nagedacht over een mogelije Week Spot uit het aanbod Stax en Tamla-Motown, maar nee... Ik moet erbij zeggen dat ik al veel Motown aan het uitfilteren ben, want het komt in mijn shows nauwelijks meer aan bod. Dan kan ik het beter in de 'algemene' jaren zestig-bakken houden voor wat draaiplezier op de zondagavond. De eerste paar delen van de kersverse 'Vakantiemixen' zijn een feit en ik heb al twee beluisterd tijdens wandelingetjes naar Havelte en terug. Bo Kirkland & Ruth Davis is één van de plaatjes dat blijft 'hangen' in mijn geheugen en dat smeekt om de Week Spot te worden. Bij deze dus: 'Stay By My Side' van Bo Kirkland & Ruth Davis mag deze week de eretitel dragen.

De plaat zit op tweede kerstdag in de '5-4-3-2-1-sale' van Mark en dus pik ik het voor zeer weinig op. Het plaatje is schijnbaar niet afgeprijsd vanwege een mindere staat, nee... het is over het algemeen nog steeds erg goedkoop te bemachtigen. Wat mij betreft zou daar binnenkort eens verandering in moeten komen, want 'Stay By My Side' is nu wel lang genoeg genegeerd! We hebben het voornamelijk aan Ace Records te danken dat er nog enige informatie is te vinden over het duo. Ace heeft een paar jaar geleden een compilatie uitgebracht met alle singles (en zelfs een paar solo-tracks van ieder) van dit duo. Hoewel het label komende zaterdag op zichzelf niet voorbij komt, kan ik het nog meer vorm geven door ook Claridge even onder de loep te leggen? Laten we hier dan alvast mee beginnen. Frank C. Slay Jr. richt in 1965 het Claridge-label op. Slay heeft in de jaren vijftig samen met Bob Crewe onder andere 'Silhouettes' geschreven. Dat is eerst een hit voor The Rays, evenals 'Daddy Cool' dat later ook voor The Darts succes zal opleveren. Crewe en Slay zijn verder verantwoordelijk voor de novelty-hit 'Talalahassee Lassee'. Slay is ook producent. Zijn grootste succes op het laatste vlak is de single 'Incense And Peppermints' van Strawberry Alarm Clock. Slay is overigens op 30 september overleden, hij is maar liefst 97 jaar geworden. In de vroege jaren zestig gaat Slay werken voor Freddie Cannon's Swan-label en zet in 1965 Claridge op poten. Toch gaan de zaken niet voor de wind en in 1967 moet Slay de stekker eruit trekken. In 1974 onderneemt hij een herstart. Dan levert het meer op! 'Don't Call Us, We'll Call You' van Sugarloaf & Jerry Corbetta wordt een internationale hit. Slay zal later aan de plaat refereren als 'de laatste plaat op een echt onafhankelijk label dat in de top tien van de Billboard heeft gestaan'. In 1976 besluit Slay de rockmuziek achter zich te laten en geheel in te spelen op de wensen van het disco-publiek. Dat zet totaal geen zoden aan de dijk en in 1978 is Claridge opnieuw verleden tijd. Totaal geen succes? Nou, in ieder geval geen succes waar Clardige mee kan overleven...

En zo komen we uit bij Bo Kirkland & Ruth Davis. Dames eerst? Van Davis weten we alleen dat ze, buiten enkele solo-platen om, heeft gezongen bij The Sequins. Alleen...? Welke Sequins? Ik ken de meidengroep van 'He's A Flirt' op het Renfro-label, de plaat die zo roemloos mijn jaren zestig-bak is in gevlogen omdat het gewoon jaren té laat komt. We hebben immers ook nog The Sequins van 'We've Got To Cvercome' uit de staat Illinois. Omdat Ace het heeft over The Sequins welke zo geliefd is bij het Northern Soul-publiek, denk ik toch dat het de groep van 'He's A Flirt' is. De tweede is namelijk nog erg ondergewaardeerd. Ze maakt in 1971 een single voor het Kent-label, 'I Need Money', dat een funky variatie op het thema van Barrett Strong lijkt te zijn. Ik leer middels 45cat ook nog dat Davis deel van een andere groep heeft uitgemaakt: The Five Easy Pieces. Als Slay zich op de disco wil richten, komt hij Davis tegen. Ze mag in 1978 een solo-single voor Claridge maken, maar wordt eerst gekoppeld aan Bo Kirkland.

Michael James Kirkland is zijn volledige naam. Hij begint zijn loopbaan in de vroege jaren zestig met doowop en gospel en formeert in 1967 de groep Mike & The Censations. Dat maakt enkele singles in de late jaren zestig waarvan 'The Straw' op het Revue-label nog redelijk bekend wordt. Mike maakt in 1973 een solo-album onder zijn volledige naam en komt daarna in contact met Slay en het Claridge-label. Hoe en waarom 'Bo' vertelt de geschiedenis niet, maar het is voortaan wel de naam van Kirkland. Zijn eerste single is 'Grandfather Clock' dat in oktober 1975 op het Claridge-label verschijnt. In hetzelfde jaar wordt hij samen gebracht met Ruth Davis en neemt het duo 'Easy Loving' op. Het zal de grootste Amerikaanse hit worden van het duo, maar het stelt nog altijd teleur. Een jaar later brengt Claridge 'You're Gonna Get Next To Me' uit. De plaat verkoopt nauwelijks in Amerika, maar wordt door een Engelsman opgepikt die ervoor zorgt dat veel van de Claridge-persingen via import-kanalen hun weg naar de Engelse discotheken vinden. Het is uiteindelijk EMI dat het wel ziet zitten om een 'deal' aan te gaan met Claridge en de plaat in 1977 een Engelse release te geven. Er is vanuit de disco's al een 'hype' gebouwd rondom de single en in de zomer van 1977 bereikt het een twaalfde plek op de Engelse hitparade. 'Easy Loving' verschijnt als opvolger, maar het succes is slechts eenmalig. 'Stay By My Side' verschijnt in december 1976 alleen in Amerika en ook hiervan gaan de meeste exemplaren naar Engeland.

Ik weet het... het zijn grote woorden, maar persoonlijk vind ik 'Stay By My Side' nét ietsje leuker dan 'You're Gonna Get Next To Me'. Ace ontdekt een lange 12"-uitvoering van het nummer dat blijkbaar nooit eerder is uitgebracht. Het is een bonustrack op de cd. Het heeft een iets vlotter tempo dan de Engelse hit en blijft lekker in het hoofd hangen na een draaibeurt. Des te meer reden om dit plaatje middels de Week Spot eens extra onder de aandacht te brengen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten