maandag 12 februari 2018

In de goot gelogeerd



Op een later tijdstip in mijn leven sta ik onder behandeling van een psychiater. Niet dat zij iets voor me heeft kunnen betekenen en dat is maar goed ook! Er zijn ernstiger gevallen dan mij, geloof ik... Haar assistente heeft als doel gekregen om mijn levensloop op papier te zetten. Ik mag op de praatstoel en het resulteert in drie sessies. ,,Gaan we weer verder met het spannende jongensboek", zegt ze bij de aanvang van de derde sessie. In roman-vorm zou het vast een 'bestseller' zijn geworden. Zo absurdistisch als het bij vlagen is, dit móet gewoon fictie zijn. Of toch niet? Nee, helaas, ik vertel niets anders dan de waarheid en mijn bevindingen. Ik weet niet hoe diep ik ben in gegaan op het avontuur in Engeland. Feit is dat ik dit al een paar jaar geleden wil 'delen' op Soul-xotica, maar dan al snel 'op slot' kom te zitten. Het is nu twintig jaar geleden en ik voel met de dag méér afstand komen tot die tijd. Ik begin zelfs dingen te vergeten en dus wil ik de kans aangrijpen om toch eens het verhaal op papier te zetten. Iets luchtiger en minder gedetailleerd en dat is overigens ook de manier waarop ik het probeer te herinneren. Ik ben twee weken geleden in 'Tien minuten settlen' geëindigd bij het moment waarop ik thuis kom van de 'Carecent'. Mijn buikje lekker vol met toast, cornflakes en andere lekkernijen. Het personeel van de herberg heeft dan reeds mijn spul ingepakt en het moet vóór het einde van de dag weg zijn of het gaat naar de vuilstort. Met andere woorden: Ik sta op straat...

Was het te verwachten? Ja natúúrlijk! Ik had er zelfs rekening mee gehouden dat dit ging gebeuren en enkele voorzorgsmaatregelen getroffen. Of... eigenlijk maar eentje, maar wel erg belangrijk: Opslag voor mijn eigendommen. Ik ben sinds oud en nieuw een vaste bezoeker geworden van de Clifton Methodist Church. Niet de dichtstbijzijnde kerk voor mij en ook niet de meest lokale Methodist. Toch heb ik enkele kennissen opgedaan in Clifton en dit maakt dat ik iedere zondagmorgen de wandeling naar Clifton onderneem. Het is eerst de ouderling die me tipt over een vacature en die eens een goed woordje voor me doet bij de herberg, zodat ik nog wat langer kan blijven. Dan moet ik op een zondag een telefoontje plegen en wil dit niet steeds middels 'collect call' doen. Zo kom ik in contact met Jim. ,,Ik laat normaal gesproken geen mensen binnen", zegt hij mij bij de deur. Eenmaal binnen kan ik het begrijpen. Jim en zijn vrouw maken lange dagen, ze werken beide in de zorg, en dan schiet het schoonmaken en opruimen er wel eens bij in. De bankafschriften liggen open en bloot op tafel. Jim houdt anderen buiten de deur maar tegenover mij is hij uiterst gastvrij. ,,You can come along for a cuppa and maybe a little bite", zegt hij steevast na de dienst. Ik kan dan vertellen over mijn sollicitatie-avonturen van de voorgaande week en met een beetje mazzel komt zijn zoon beneden en kunnen we het over muziek hebben. Jim heeft me reeds aangeboden dat mijn spullen in zijn schuur terecht kan en dat, mocht dat nodig zijn, ikzelf daar ook een tijdje kan 'wonen'. Jim is normaliter pas rond half zes thuis en ik spreek af met de herberg dat ik die avond de spulletjes kom halen. 's Middags breng ik door in een wachtkamer van een soort woningstichting. Het goede nieuws, na drie uren wachten, is dat ik op de wachtlijst kom te staan. Hoe lang die is? Ga maar uit van vier jaar!

Ik haal mijn fiets en een koffer op bij de herberg en loop naar Clifton naar het huis van Jim. Ik leg uit wat er is gebeurd en opeens wordt duidelijk dat 'toeval' niet bestaat. York heeft sinds een paar weken een tijdelijke daklozenopvang en dat heeft vooral vrijwilligers geronseld bij de kerken van York. Jim heeft zich hiervoor opgegeven en zal die nacht zijn eerste 'shift' draaien. De kerk waar het plaats heeft (degene op de foto hierboven) zit om de hoek van de herberg en dus halen we eerst mijn resterende spullen op en gaan dan naar de opvang. Ik ervaar het als een warm bad. Ik zal niet ontkennen dat ik best een beetje eenzaam ben geweest in de voorgaande weken, té eenzaam voor een sociaal ingesteld persoon als mijzelf. Het luisterend oor van de vrijwilligers maar ook het gezelschap van mijn lotgenoten doet half het werk, het overvloedige warm eten de andere helft. Toch is het slechts 'tijdelijk'. De St. Martin's Church heeft zijn functie als Godshuis al lang verloren en wordt nu per maand verhuurd voor tijdelijke doeleinden. De organisatie van de opvang heeft het gebouw gehuurd voor de maand februari. Later zal, bijvoorbeeld, nog eens een soort van 'Boekenvoordeel' huis houden in de kerk gedurende twee of drie maanden. De eerste nacht is meteen al legendarisch. Veel van de 'zwervers' zijn Schotten en zij hebben hem gedurende dag al goed geraakt. Als het bedtijd is en het opeens muisstil is, begint altijd wel één van de Schotten te zingen. De anderen vallen dan bij en het lied galmt door de kerk totdat de leiding hen weer tot rust maant. Slapen als dakloze in een oude kerk met dronken Schotten. Zo'n ervaring pakken ze je nóóit meer af...

Vrijdag en zaterdag probeer ik me overdag nog zoveel mogelijk afzijdig te houden van de andere daklozen. Ik weet waar ze zijn: Op het plein voor het oude gerechtsgebouw. Er wordt gebedeld en vooral veel gedronken. Ik besef goed dat het mijn 'reputatie' bij sollicitaties niet ten goede komt als ik hier bij ga zitten. Ik doe zaterdagmorgen de 'food run': Er is een lijst van kerken en instellingen die voedsel uitgeven aan daklozen en je kaken kunnen, bij wijze van spreken, gedurende de dag blijven kauwen. 's Middags dood ik tijd in de bibliotheek. Zondag morgen ga ik, volgens traditie, naar de Clifton Methodist. Het is een koude dag en ik ben erg gehecht geraakt aan de fel oranje wollen deken waaronder ik heb geslapen. Op een bankje nabij Ousegate geniet ik mijn muzikale ontbijt. Onder de wollen oranje deken luister ik naar 'Itchycoo Park' van The Small Faces en kan het gevoel niet beschrijven als het winterse zonnetje opstijgt vanachter een gebouw. Na de dienst lunch ik weer bij Jim en loop dan terug naar de stad. Bij het gerechtsgebouw word ik aangesproken door één van de Schotten. De bibliotheek is dicht en ik heb niks anders te doen. Ik ga bij hen zitten en krijg al snel een fles White Lightning voor me. Ergens passeert ook een jointje. Ik ben een beetje 'stoned' (en totaal niet bewust van het gevaar om onder invloed van drugs te zijn in Engeland) als ik 's avonds opnieuw naar de Methodist ga. Terug in de stad jaag ik de toeristen van een 'spooktocht' de stuipen op het lijf door de oranje deken over mijn hoofd te trekken. Terug in de opvang ontmoet ik weer mijn 'vrienden'. Eens per twee uren mogen we een 'proper' sjekkie draaien en de rest van de tijd is het voor ons de 'dog ends'-handel. In Engeland is de tabak en sigaretten schreeuwend duur. Toch worden sigaretten na twee trekjes achteloos weggegooid als de bus arriveert. Wij rapen deze peuken en 'recyclen' de tabak. Natuurlijk is het smerig, vooral die menthol-sigaretten die erg populair zijn in Engeland!

,,Je moet iets terug doen voor de 'lads'", drukt Morris me maandagmorgen op het hart. ,,Ga bedelen en koop wat te drinken voor de jongens". Zo begin ik mijn kortstondige carrière als bedelaar. Ik ben erg succesvol. Ik haal gemiddeld dertig pond op in een uur. Omdat ik langer ben dan menigeen zie ik de politie al van verre aankomen. Ik smeert aftershave over mijn jas om 'fris' te ruiken en ben verder erg fatsoenlijk. Zelfs als ik word afgesnauwd, wens ik hen nog een fijne dag toe. Nu heb ik geld en kan ik zélf drankjes kopen alsook 'schone' shag. Ik ga op dinsdagmiddag zelfs nog op de foto met Duitse toeristen en dat maakt dat ik die dag niet meer hoef te bedelen! Het is erg winters in deze tijd en tegen de avond zoek ik de warmte op van de bibliotheek. Als dat de deuren sluit, heb ik nog een uur te overbruggen. Ik ga op een bankje zitten en trek de deken over me heen. Nu realiseer ik me wat er aan de hand is. Ik, Gerrit uit Jutrijp, zit dakloos op een bankje in het Engelse York. Verkeerde 'vrienden', in de goot en wat al niet meer. Gelovig als ik dan (nog) ben, ga ik in gebed. Zou het helpen? Een slokje whiskey en dan maar eens richting de opvang. Onderweg kom ik Morris tegen, hij is de 'leider' van de Schotse delegatie. Hij wil eerst nog iets bedelen en ik zie hem een voorbijganger uitfoeteren als zij hem geen geld wil schenken. We lopen samen naar de opvang en daar is het aangenaam warm. Opeens schiet ik in de lach. Ik zie een man in een zwarte habijt en een grijs baardje door de kerk rennen. ,,Wie is dát in hemelanaam?", vraag ik aan één van mijn 'buddies'. ,,Dat is Father Stephan en hij is een toffe peer", is het antwoord.

De 'schone' shag kun je halen en roken in de consistorie. Daar zitten eveneens de vrijwilligers met een luisterend oor en proberen te helpen waar dat mogelijk is. Ik ben zelf nog redelijk 'vers' in dit gezelschap. Het doet pijn om dit te moeten zeggen maar eigenlijk is het merendeel van de gasten ten dode opgeschreven. Ze zitten zó diep in de vicieuze cirkel dat er geen uitweg meer is voor hen. Ik ben echter nog altijd vastberaden om in Engeland te slagen alleen heb ik daar een klein handje voor nodig. Ik raak in gesprek met Father Stephan en het blijkt inderdaad een innemende kerel te zijn. Hij doet me een voorstel: Morgenochtend, na het ontbijt in de 'Carecent', zal ik naar het Leger Des Heils gaan en vragen naar Tony. Vervolgens zal ik hem vragen of hij wil bemiddelen voor een een kamer in de YWCA en bij voorkeur per direct. Als dat niet lukt, moet ik langs komen bij hem thuis en zullen we het verder bekijken. Ik schud hem de hand en ga slapen. Hij is de volgende morgen al vroeg weg (zijn eerste gebed is voor het krieken van de dag). Tony doet zijn uiterste best en regelt dat ik twee dagen later een intake kan krijgen bij de YWCA. Dan ga ik naar het huis van Father Stephan in The Groves. Een 'monastic house' zelfs: Een rijtjeshuis dat is omgebouwd (en ingezegend) als een klooster. In afwachting van de uitslag van de YWCA kan ik hier twee dagen blijven. Het zal nog ietsje langer worden maar daarover meer in het volgende deel. Ik ben in ieder geval 'van de straat' en dat is het belangrijkste! Het heeft precies zeven dagen geduurd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten