zondag 22 mei 2016

Singles round-up: mei 6



Verhuizen betekent niet alleen je spullen overbrengen naar een andere plek, maar vooral ook zoveel mogelijk instanties inlichten over je nieuwe verblijfplaats. Omdat dit overzicht bij mij snel zoek is, heb ik geregeld dat PostNL nog drie maanden post van de Julianastraat in Nijeveen in Uffelte komt bezorgen. Bij binnenkomst van iedere brief denk ik dan: Hee, die moet ik ook nog op de hoogte stellen. Nu is dat bijvoorbeeld het geval met KPN hoewel ik er sterk over nadenk om een mobiel abonnement aan te gaan bij een andere provider. Ik heb ruim een maand geleden mijn adres aangepast bij PayPal, zodat Ebay-aankopen rechtstreeks naar Uffelte worden verzonden. Nu ontdek ik afgelopen vrijdag dat ik níet mijn adres bij Discogs heb veranderd en dus kan ik wachten dat ik een ons weeg. De single zal ongetwijfeld in Uffelte arriveren, maar wanneer? En dus wijk ik af van het oorspronkelijke idee en ga ik vandaag de singles behandelen die ik onlangs van Mark heb gekocht. Zevenmaal kwaliteits-soul, van redelijk obscuur tot een plaat die iedereen kent of hóórt te kennen.

* Charles 'Chuck' Barrino- Don't You Wake Me (US, Sophisto-Soul, 197?)
Ja, het begint goed! Het is niet eens gospel en nog steeds is niet bekend wanneer deze single is uitgebracht. Het lijkt me alsof dat omstreeks 1973-74 moet zijn geweest. Charles 'Chuck' Barrino is feitelijk de leadzanger van de groep 100 Proof Aged To Soul dat in 1969 debuteert op het Hot Wax-label van Holland/Dozier/Holland, maar dat omstreeks 1973 uitkomt voor Radioactive Gold. Dat is enerzijds een label dat Buddah-repertoire (opnieuw?) uitbrengt, maar rond 1973 verschijnen er ook diverse nieuwe platen. De typografie van Radioactive Gold is vrijwel gelijk aan dat van Sophisto-Soul en toch is dit de enige bekende single op dat label. Barrino krijgt de 'credits' voor de single, maar we horen duidelijk een groep en weten dus daarmee dat het in feite 100 Proof Aged To Soul is. De plaat klinkt bij het intro als 'I'll Be There' van The Jackson 5 en de 'aanwezigheid' van Holland-Dozier-Holland is voelbaar, hoewel dat alleen als inspiratiebron het geval is. 'Don't You Wake Me' is een prachtig aangekleed midtempo-nummer en de reden van aanschaf. Op de keerzijde staat 'Movin' Along' van S.S. Band en dat klinkt als een onuitgebracht Motown-nummer van omstreeks 1966. Instrumentaal en toch behoorlijk slaapverwekkend. De dansers zijn echter dol op dit soort van instrumentaaltjes, maar als luisteraar gebeurt er té weinig.

* Charles Brinkley & Fully Guaranteed- I'll Be What You Want Me To Be (US, Music Machine, 1975)
Het zijn vaak momentopnames, de 'reserveringen' bij Mark. Hij adverteert ze 's middags op zijn Facebook-pagina en dan moet je snel een beslissing nemen voordat iemand anders de plaat voor je neus wegkaapt. De pakketjes hebben een paar weken later een hoog 5 december-gehalte. Bij Charles Brinkley weet ik het weer als ik het intro hoor. 'Sweet soul' van de bovenste plank. Een plaatje dat ik bij het afrekenen was 'vergeten', maar dat sinds binnenkomst een geheide favoriet is geworden. Als ik enige informatie kan verzamelen over deze Charles Brinkley dan is dit een potentiële Week Spot.

* Sonji Clay- Nobody (US, Songee, 1968)
De Week Spot welke niet langer kon wachten. Een lekkere niks-aan-de-hand-kant van Clay als tegenhanger voor een ballade waar ik het niet zo op heb staan. De vergelijking met de achtertuin schiet me tijdens het schrijven te binnen, maar bij nader inzien klopt het helemaal. Gistermorgen heb ik het gras gemaaid en daardoor zijn er geen oneffenheden meer in het gazon. De vogeltjes zorgen met hun zoektocht naar regenwormen voor een natuurlijke 'touch' en dat alles is eveneens van toepassing op 'Nobody'. Niet wereldschokkend, niet exceptioneel, maar wel een heerlijke soundtrack voor in de hangmat (of in de groene plastic tuinstoel).

* Major Lance- Stay Away From Me (US, Curtom, 1970)
Ongemerkt is 2016 het jaar van Major Lance aan het worden. Ik heb eerder dit jaar 'Sweeter' en 'Rhythm' gekocht en nu kan ik 'Stay Away From Me' aan de collectie toevoegen. Major Lance kan geen kwaad doen bij mij. Zoals ik eerder heb geschreven bij 'Sweeter': Doorgaans zijn 'nieuwe opnames' van oude nummers totaal niet interessant, maar Major Lance weet van iedere opname iets 'speciaals' te maken. Neem nu deze single. Zijn oude vriend Curtis Mayfield is alom aanwezig, niet alleen als producent voor zijn Curtom-label, maar ook als tekstschrijver en arrangeur. De plaat ademt Mayfield, maar dan met de minstens zo opvallende stem van Major Lance. De dramatische hoge violen en het funky ritme maken het Mayfield. Een feestje om naar te luisteren en ook heerlijk om op te dansen. Wat dat betreft heb ik het goed getroffen met de houten vloer...

* George & Gwen McCrae- Winners Together Or Losers Apart (US, Cat, 1976)
Van George is het verhaal onderhand wel bekend en anders heb ik het vorig jaar nog eens op papier gezet toen 'Take It All Off' de Week Spot is geweest. Na een aantal flops neemt hij voor een paar stuivers een elpee op met de heren Casey en Finch van KC & The Sunshine Band welke goed is voor een miljoenenverkoop. In 1975 is de ster van McCrae in Europa alweer uitgewerkt en dus 'mist' Nederland de uitstekende plaat die hij samen met Gwen opneemt. Dit 'Winners Together Or Losers Apart' is gewoon 'gereedschap' voor de jaren zeventig-soul-dj. Prettige Miami Soul (en dus leunend aan de disco) met een prachtig aan elkaar gewaagd koppel McCrae. Clarence Reid, alias Blowfish, is opnieuw betrokken als schrijver en producent en het Cat-label heeft voor mij (misschien onterecht...) een 'magische' klank gekregen. Het is snel beslissen bij deze single, want direct nadat ik 'Yes Mark' heb geschreven, zijn er zeven andere soortgelijke reacties. Helaas kan hij maar één exemplaar toekennen aan de eerste klant en dat ben ik.

* The Spinners- Could It Be I'm Falling In Love (Frankrijk, Atlantic, 1973)
De fotohoezen is een handel die los staat van de soul-dj-cultuur. Hoewel je zou verwachten dat deze graag zo'n 'exotische' persing met een mooie fotohoes zouden willen hebben, leert de praktijk ons dat de dj's altijd het Amerikaanse origineel willen hebben. Toch ken ik een paar dj's die daar minder op zijn gebrand. Mark neemt geregeld platen met fotohoezen mee tijdens zijn geregelde bezoeken aan Europa en biedt ze op onregelmatige tijdstippen aan naast zijn 'five-a-day'. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het vaak niet héél interessant is voor mij. De fotohoezen zijn in Engeland een 'unicum', terwijl je in Nederland de kans loopt om zo'n single voor een euro bij de lokale kringloop te vinden. Heel soms maak ik een uitzondering en dat is het geval bij deze van The Spinners. Het Franse fotohoesje is immers zoveel leuker dan de Nederlandse, met het CashBox-succes in de linkerbovenhoek. Helaas, maar niet onbekend met Franse persingen, laat de geluidskwaliteit te wensen over. Naarmate de plaat vordert, wordt het vinyl steeds luidruchtiger. Mark verontschuldigt zich bijna voor deze plaat. Natuurlijk... het is een klapper van een hit geweest en dat is 'not done' in de 'serieuze dj-scene'. Toch is dit een plaatje dat Mark nog altijd naar meer smaakt en ik ben dat geheel met hem eens. Dit is het geluid van jaren zeventig-perfectie zonder dat het klinisch gaat klinken.

* Timmy Willis- Give Me A Little Sign (UK, Epic, 1972)
De titel is bijna gelijk aan 'Gimme Little Sign' van Brenton Wood en tóch is dit een heel ander nummer. Ik weet niet of de sticker op het kartonnen hoesje afkomstig is van Mark of van iemand anders, maar deze rekent 'Don't Want To Set Me Free' als top-kant, maar ik blijf bij deze officiële a-kant. Zeer prettige upbeat jaren zeventig-soul en een mooi bezit in de vorm van deze Engelse Epic-persing. Dat komt de geluidskwaliteit ook weer ten goede!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten