dinsdag 22 september 2020

Week Spot: Roy C


Vanavond een vrij lange radio-uitzending gedaan waarna ik echt even moet uitblazen. Normaliter doe ik 'Tuesday Night Music Club' tussen zeven en negen en word dan afgewisseld door de volgende presentator. Om tien voor negen hebben we nog niets van hem vernomen. 'Wij noemen wel de nummers en jij zoekt de singles uit de bakken', stelt iemand voor. Hij doelt op de 'Chart Choon Lottery', een onderdeel van 'The Vinyl Countdown' op zondagavond. Laat me nu nog altijd de bakken van zondag hebben staan en zo begint het. Het wordt een feest van twee uren met zelfs een aantal Hollandstalige dingen uit den ouden doosch. Ik heb de vier uren compleet opgenomen en zullen morgen aan Mixcloud worden toegevoegd. Ik heb zowel vanavond in 'Tuesday Night Music Club' als zaterdag in 'Do The 45' een klein eerbetoon gedaan aan Roy C. Deze beste man is vorige week overleden. Net op een moment dat ik heb besloten om méér werk van Roy C te gaan ontdekken en dat één plaatkantje erg belangrijk is geworden voor mij. In plaats van een 'Dodenrit' ga ik Roy C vanavond eren met een Week Spot en dat is de eerder genoemde single-kant. De Week Spot is 'Don't Blame The Man' van Roy C uit 1973.

Ik heb jaren geleden eens 'Shotgun Wedding' voor een euro uit de bak gevist bij Minstrel in Zwolle. Het ding zit in een neutraal hoesje en op ene of andere wijze denk ik heel lang dat dit een heruitgave is. Pas sinds de afgelopen week ben ik huiswerk gaan doen op dit gebied en, nee, het is helemaal de originele single zoals die in 1966 in de vaderlandse hitparade heeft gestaan. Ik heb altijd gemengde gevoelens gehad bij de single en dat is vooral te wijten aan de nep-pistoolschoten. Door ook naar zijn jaren zeventig-werk te luisteren ga ik het nummer uiteindelijk steeds meer waarderen want... gedurende zijn loopbaan doet Roy C er van alles aan om niet een dertien-in-een-dozijn artiest te worden en daar is hij ook in geslaagd. Ik beschouw de man inmiddels als iemand op dezelfde hoogte als Swamp Dogg. En dat is een tamelijk eenzame hoogte...

Roy Charles Hammond is zijn volledige naam en hij komt op 3 augustus 1939 ter wereld in Newington in de staat Georgia. Hij zet zijn eerste muzikale schreden in de late jaren vijftig als het tenorzanger wordt bij The Genies. In 1958 maakt het gezelschap een plaat met Claude Johnson op lead. 'Who's That Knockin' is een bescheiden hit. Vlak daarna tekent de groep bij Atlantic en krijgt Hammond de plek aan de microfoon. Er wordt echter niets uit deze periode in het vinyl geperst en daarna neemt de luchtmacht hem in beslag. Hij keert in 1965 terug naar het normale leven en vestigt zich in New York City. Hij heeft een liedje geschreven dat hij in eigen beheer opneemt. Het liedje heet 'Shotgun Wedding' en wordt door Roy Hammond op het Hammond-label uitgebracht. Even later kan hij de opname kwijt bij het grotere Black Hawk-label en dat is waar hij de naam Roy C gaat gebruiken. De plaat wordt een redelijke hit in Amerika (nummer 14), maar scoort beter aan de overkant van de oceaan. Zo doet het tweemaal de Engelse top tien aan (1966 en 1972) en bereikt hij in Nederland een 16e plek op de Top 40. De opvolger heet 'The Wedding Is Over' en dat is een regelrechte kopie van de grote hit. Ook brengt Ember in 1966 het album 'The Shotgun Wedding Man' uit, maar Roy C dreigt een eendagsvlieg te worden. Hij maakt in de eind jaren zestig een aantal onsuccesvolle platen voor het Shout!-label en formeert in 1971 zijn eigen Alaga-label. In 1971 komt hij in de R&B-lijst met 'Got To Get Enough' en twee jaar later met de Week Spot. In dat jaar verschijnen beide nummers in Engeland op het Mercury-label en dat is de single zoals ik hem in de koffers heb.

In 1973 gaat Hammond eveneens werken met de groep The Honey Drippers. De Amerikaanse president Richard Nixon is dan in opspraak gekomen door het Watergate-schandaal en The Honey Drippers geven een muzikale draai aan de wens van het volk om Nixon te 'impeachen'. 'Impeach The President' is het gevolg en de plaat valt met name op door de 'open drums break' in het intro. Bij Whosampled zijn 890 voorbeelden bekend van nummers welke deze loop hebben gesampled. Dat beperkt zich niet uitsluitend tot hiphop en dance maar ook bekende popsongs van de radio. Het wordt in 1985 voor het eerst gebruikt voor een plaat van MC Shan. Toch zal Hammond hiervan niet rijk worden. De rechten worden in 1992 opgekocht door Aaron Fuchs van Tuff City Records en sindsdien wordt Hammond slechts mondjesmaat als componist genoemd bij de sample-praktijken. Extra sneu omdat zijn eigen carrière na 1979 in het slop is geraakt. Hij maakt nog wel enkele platen en werkt samen met Dennis Edwards, maar net als stijlgenoot Swamp Dogg staan de platenkopers niet in de rij voor zijn laatste werk.

In 1973 verschijnt het album 'Sex And Soul' dat gerekend kan worden tot zijn beste album. Hierop laat Roy C horen dat hij uit hetzelfde hout is gesneden als Swamp Dogg. De teksten zijn niet altijd even vrouwvriendelijk maar het ademt wel een zeer welkome bries van zelfrelativering uit. Dat is een kunstvorm die maar weinig artiesten beheersen en daardoor behoort hij voor mij automatisch tot de groten van de soulmuziek. Afgelopen woensdag is echter een einde aan zijn leven gekomen. Roy C is 81 jaar oud geworden. In 'Don't Blame The Man' legt hij nog eens uit dat er twee mensen nodig zijn om de tango te dansen. Als een man overspelig is, betekent dit ook dat een andere vrouw zich openstelt voor deze man.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten