woensdag 2 september 2020

Het zilveren goud: juli en augustus 1995 deel I


Mijn geld gaat in de zomer van 1995 vooral op aan drank, gokken, feest vieren en cd-singles. Vooral op het laatste gebied ben ik in de zomer van 1995 zeer actief. Ik wil immers dj worden en moet daarvoor nog wel eens een offer brengen. Tien of zestien gulden (met steeds een stuiver wisselgeld) neerleggen voor een nieuwe hit die ik anno 2020 niet eens in de achtertuin zou willen hebben. Kijk voor de aardigheid maar eens naar een Top 40 van vijfentwintig jaar geleden. Ik heb zeker zeventig procent van de Top 40 ooit op cd-single gekocht. Sommige overigens ook nadat het de carrière in de hitparade heeft doorlopen, maar ook dan is een rijksdaalder nog een fiks bedrag voor een dergelijk wanproduct. Tot zover ik kan nagaan, heb ik in de maand augustus geen platen gekocht en in september slechts twee. Hoewel ik in het overzicht de laatste tien van juli heb en de eerste twee van augustus neem ik al een voorschotje op de twee van september met het verhaaltje. Voor wat betreft de singles uit augustus 1995: Dit zijn platen die ik vóór augustus 1995 in mijn bezit heb gekregen. Sommige platen weet ik te herleiden, maar in dat geval hebben deze singles nooit een plek in de kaartenbak gekregen. Bij andere singles weet ik echt niet meer te herinneren wanneer ik ze heb gekocht. Daarvan weet ik alleen dat het vóór augustus 1995 moet zijn geweest. Qua verhaal ga ik naar de eerste week van september 1995.

Als ik mijn moeder in 1995 niet had gehad? Dan zou bitter weinig terecht zijn gekomen van mijn arbeidzame leven. Hoe irritant en hard de wekker ook piept of rinkelt, als Louwsma junior geen zin heeft om wakker te worden dan slaapt hij er dwars doorheen. Dan is daar moeder met de plantenspuit boven me of met één ruk de laken van het bed. Als mijn ouders aankondigen dat ze in september een week naar Denemarken gaan, is daar eigenlijk best wel een beetje paniek voor mij. Ik heb echter nog altijd geen vakantie gehad en ik plan deze tegelijk met hen. Niet dat ik mee ga naar Denemarken, maar op zijn minst kan ik me niet verslapen voor het werk. De tijdelijke vrijheid van deze week zal een blauwdruk vormen voor mijn latere tijd. Het werk gaat aldoor verder in de nacht en soms wordt het 's ochtends licht voordat ik in bed kruip. Ik herinner me nu opeens dat de week begint met een concert van bluesmuzikant Al Dickinson in Sneek. Ik ben de hele zondagnacht onder de pannen en slaap maandag overdag. Ik kijk anders mee op televisie waar mijn vader naar wil kijken en vanaf vandaag heb ik een week de beschikking over de afstandsbediening. Ik ontdek daarbij vooral Veronica dat in 1995 film-na-film op het programma heeft. Het is vooral de dinsdagavond die me is bijgebleven. Ik zie die avond de jaren tachtig-film 'Breakfast Club' en dat is precies 'de boodschap' welke ik op dat moment nodig ben. Overigens in combinatie met een uitspraak van Dickinson op zondagavond. Het is tijd voor mij om naar buiten te gaan. Ik slaap die avond niet maar ga in de vroege ochtend woelen in de kledingkast. Ik wil naar buiten maar eens niet in de lange leren jas. Ik vind de jas die ik eind 1992 heb gekocht maar nauwelijks heb gedragen. Het is het laatste kledingstuk dat mijn ouders hebben betaald en het komt al snel op een zijspoor als ik van mijn eerste verdiende geld een zwart bomberjack koop. Het korte jack voelt meteen een stuk lichter aan dan de loodzware leren jas en zo begeef ik me naar de bushalte. Ik heb genoeg strippen om op Spannenburg te komen en vanuit daar ga ik liften. Bestemming? Zwolle! Hoe en waarom kan ik me niet meer herinneren.

Ik heb al snel een paar liften welke me in de polder brengen. Vanaf Vollenhove rij ik met een fietsenhandelaar die een boodschapje heeft in Zwartsluis. Ik heb maar kwalijk een lift-plekje gevonden of dezelfde man komt me achterop rijden. Hij heeft een bepaald onderdeel nodig en moet daarvoor naar Zwolle. Ik rij met hem mee tot het industrieterrein en krijg een lift van iemand naar het centrum. Daar ga ik voor de eerste keer naar Diskid en de twee aanwinsten komen voorbij in de volgende aflevering over twee weken. Weer op de duim probeer ik nu naar Steenwijk te komen. Dat gaat me wonderwel goed af! Ook al sta ik op een bepaald moment op de vluchtstrook van de snelweg. Het laatste stuk naar Steenwijk rij ik mee met iemand in een Mercedes terreinwagen. Dat is meteen ook de meest 'exotische' lift die ik heb gehad. Natuurlijk hang ik erg lang in De Karre en het begint al te schemeren als ik wil liften. Ik ben helemaal de verkeerde kant op gegaan en uiteindelijk accepteer ik een lift van iemand in Willemsoord terug naar Steenwijk. De nacht breng ik door bij een kameraad op de bank en deze heeft de volgende dag iets in petto voor mij. Hij gaat met nog een stel assisteren bij het opbouwen van de feesttent in Kalenberg. Ik help mee en na afloop gaan we naar het pannenkoekenrestaurant. Omdat ik platzak ben, moet ik profiteren van mijn kameraden en die gooien wat geld bijeen. Zij zijn de laatsten die zullen lachen want ik krijg een pannenkoek van het formaat elpee met een dubbele lading shoarma. En hij moet op!

's Avonds ga ik naar huis en ik geloof dat ik dit desondanks met het openbaar vervoer heb gedaan. Waarschijnlijk zwart gereden? Zaterdag ben ik opnieuw in de omgeving van het jaarlijkse Blubbertreffen in Basse. Een kampeerweekend voor motorrijders, maar ik ben speciaal uitgenodigd tijdens het laatste Woodstock-festival. Jitiizer is één van de optredende bands en ik bemachtig een opblaaspop voor achterop de Solex. Hilariteit ten top maar veel drank en weinig slaap. Ik val uiteindelijk in slaap bij een kampvuurtje en word wakker met een gil. Ik kan net aan de kant springen maar het stoeltje is in vlammen opgegaan. Zondagavond wil ik terugrijden maar blijf buitensporig lang hangen in Langelille. Natuurlijk... het bovenstaande leest als een spannend jongensboek, maar toch is er iets wezenlijk veranderd sinds het eerste weekend. Hoewel de drank nog volop vloeit, neemt het gokken af en begin ik opeens weer te genieten van dingen die ik was 'vergeten' in de voorgaande maanden. Het is nog pril, maar er gloort licht aan het eind van de tunnel welke 'de zomer van 1995' heet.

2265 The Way The Music Goes-The Shuffles (NL, CBS, 1970)
2266 I'm Your Son South America-Silvio (NL, RCA, 1984)
2267 True-Spandau Ballet (Duitsland, Chrysalis, 1983)
2268 Beat The Clock-Sparks (NL, Ariola, 1979)
2269 I'm In A Different World-Dave Stewart & Barbara Gaskin (NL, Stiff, 1984)
2270 Herr Heinzelmann-Conny Stuart (NL, Philips, 1967)
2271 Love To Love You-Donna Summer (NL, Groovy, 1975)
2272 The Bandstand-Tee Set (NL, Negram, 1974)
2273 Throw The Dice-Max Werner (Duitsland, WEA, 1984)
2274 Situation-Yazoo (Frankrijk, Mute, 1982)

Bovenstaande singles zijn de laatste tien die ik in Oosthem heb gekocht in juli 1995. Silvio en Sparks hebben voor de foto-gelegenheid een hoesje gekregen en voor de rest zijn dit ongewijzigd de singles zoals ik ze vijfentwintig jaar geleden heb aangeschaft.

2275 Hand In Hand, Kameraden-Jacky Van Dam (NL, Fontana, 1963)
2276 Donder, Donder Nu Maar Op-Martin Eden (NL, Telstar, 1988)

Tot slot de laatste twee die ik voor augustus heb genoteerd. Jacky Van Dam komt van de vuilstort. Het is onderdeel van het pakketje jaren zestig-singles dat ik daar vind in april 1994. Omdat ik niet veel met voetbal heb, weet ik niet zo goed wat ik met de plaat aan moet. Op het laatst wint de mooie staat en het Favorieten Expres-hoesje en dus mag het alsnog in de collectie. Martin Eden komt uit de partij singles die ik in 1992 van café De Koopermolen heb gekocht. Deze plaat 'zwerft' jaren door mijn collectie zonder dat ik het een plek gun. Aan de andere kant: De plaat brengt me meteen terug in de zomer van 1988 als dit een vrij opzienbarende plaat is. Meneer Eden zegt waar het op staat en dat is vrij ongehoord voor die tijd. De fijne herinnering aan de zomer van 1988 maakt dat het pas jaren later alsnog in de collectie plaats mag nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten