dinsdag 20 mei 2014

Week Spot: Brenda Holloway



Nou lieve mensen, dat was een hele bevalling! Ik kan onmogelijk zeggen dat ik de afgelopen maanden geen platen heb gekocht, maar hoeveel Week Spot-kandidaten zitten daartussen? Als je wilt variëren, een verhaaltje over de desbetreffende plaat schrijven en niet in het afgelopen jaar al geschreven hebben over deze artiest, dan wordt het kiezen van een Week Spot opeens erg lastig. Bunny Sigler stond op de nominatie totdat ik een wetenswaardigheid zag die me opeens erg bekend voor kwam. Hij bleek vorig jaar februari onderwerp te zijn geweest van Raddraaien en had alle beschikbare informatie reeds in dat bericht gestopt. Brenda Holloway is eveneens geen onbekende: 'Just Look What You've Done' is ongetwijfeld in het eerste jaar Soul-xotica voorbij gekomen, maar dat durf ik vier jaar later wel aan. En dus presenteer ik jullie hierbij de Week Spot: 'Every Little Bit Hurts' van Brenda Holloway (1964).

Ik heb nauwelijks tot niet een interesse in soul als ik in de eerste maanden van de nieuwe eeuw in De Bilt woon. Toch doet de collectie die op een woensdag binnenkomt mij wel íets. Dit is duidelijk iets anders dan de doorsnee-pop die bij ons in de bakken staat. Omdat ik meteen een paar collector's items ontdek, besluit ik dat deze platen individueel geprijsd moeten worden 'naar waarde'. De elpees komen uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig en verkeren allemaal in nieuwstaat. 'Sounds Like The Flirtations' doet mijn hart sneller kloppen. Ik dicht dit album een prijskaartje van 25 gulden toe en het staat een paar weken onaangeroerd in mijn kamer. Dan ontmoet ik iemand die op zoek is naar dit album, maar hij vindt de prijs 'te hoog'. Ik kan mezelf wel voor de kop slaan, maar ik heb hem voor een tientje verkocht. Zelfs een geeltje was toendertijd spotgoedkoop! Een aantal albums blijven bij me: 'Everything Is Everything' van Donny Hathaway, 'Bealtitude' van Staple Singers en 'The Artistry Of Brenda Holloway'. Ik heb nog nóóit van Brenda gehoord, maar deze Engelse persing staat voor 85 pond in de Price Guide van 1995. Ik acht 75 gulden een fraaie prijs, maar gelukkig hou ik hem zelf...

Ik draai hem door de jaren heen wel eens en begin een liefde te koesteren voor Brenda's stem. Als ik mijn eerste schreden in de Northern Soul zet, ben ik ook vergezeld van dit album. In september 2008 vind ik in Zwolle een smetteloos exemplaar van 'Just Look What You've Done' voor erg weinig en dit is, als het ware, de aanzet van mij om nu écht eens de Northern Soul in te duiken. Als mp3-tje domineert het jarenlang de Nokia. Bijna twee jaar geleden koop ik dan ook maar eens 'You've Made Me So Very Happy' met het Nederlandse fotohoesje. En ontdek ik even eerder net op tijd dat 'Starting The Hurt All Over Again' gewoon op de b-kant van 'Just Look What You've Done' staat. Ik heb het al vaker gezegd: Elpees zijn 'not done' in Northern Soul-kringen en dus is het geen bezwaar om te investeren in nummers die je op een elpee hebt staan. Hoewel de elpee, volgens de veilingsites, in jaren niet meer dan pak'm beet 50 of 60 pond heeft opgebracht, probeer ik de plaat toch zo zuiver mogelijk te houden. Precies vier weken geleden heb ik de plaat uit de mottenballen gehaald voor de Magic Of Motown-show en draai 'Every Little Bit Hurts' in stereo. Plots krijg ik het verlangen naar een mono-opname van dit nummer. Nauwelijks een halve dag later hou ik de single in mijn handen bij een bezoek aan de kringloopwinkel in Wolvega. En nu... is het de Week Spot!

Brenda Holloway komt op 21 juni 1946 ter wereld in het Californische Atascadero. Ze is de oudste van drie kinderen. Met haar ouders en broertje Wade Jr. verhuist ze in 1948 naar de wijk Watts in Los Angeles. Daar wordt in 1951 haar zusje Patrice geboren. Brenda is niet alleen een muzikaal wonderkind, maar bovendien ook erg gelovig. Ze studeert piano, viool, fluit en zang en ontwikkelt een liefde voor klassieke muziek. Op de hoes van 'The Artistry Of Brenda Holloway' staat ze afgebeeld met een viool en volgens de schrijver van de hoestekst kan ze de kritische liefhebber van klassieke muziek stil krijgen met haar vioolspel. In 1960 begint ze echter met het zingen van demo's en achtergrondkoortjes, vaak bijgestaan door haar zusje Patrice. In 1962 brengt ze op het lokale Donna-label 'Hey Fool' uit en neemt in hetzelfde jaar een versie op van Ed Cobb's 'Every Little Bit Hurts'. Toch verdient ze haar contract bij Motown door te 'playbacken'. Op een feestje van een lokale dj imiteert ze 'You Beat Me To The Punch' van Mary Wells. Berry Gordy is één van de genodigden en hij is meteen onder de indruk van Holloway's verschijning. Als hij haar hoort zingen, is een contract snel een feit.

Motown is dan juist begonnen met het opzetten van een filiaal aan de westkust en ze laten de keuze aan Brenda: Of naar Detroit verhuizen en opnemen in de échte Motown-studio of in Los Angeles blijven en opnemen voor de westkust-divisie. Brenda kiest voor het laatste. Hal Davis en Marc Gordon zijn verantwoordelijk voor de eerste plaatjes van Holloway. De eerste single die ze maakt is 'Every Little Bit Hurts'. Brenda doet het met tegenzin, want ze voelt dat ze de sessie keer op keer moet overdoen totdat de producers een 'breekpunt' weten te vinden. Dat breekpunt wordt gevonden en geeft de plaat ook zijn karakter: Dit is geen gimmick, maar pure emotie. Een paar weken later is ze de frustratie vergeten als 'Every Little Bit Hurts' piekt op dertien in de Billboard Hot 100. Rond dezelfde tijd heeft Mary Wells net haar hit gehad met 'My Guy' en wacht tevergeefs op een royale cheque. Als blijkt dat die niet komt en de opbrengst van 'My Guy' wordt geïnvesteerd in het debuutalbum van The Supremes, laat zij het contract ontbinden. Plots is Brenda de favoriet om de plaats van Wells in te nemen. Ze krijgt meteen te maken met Smokey Robinson die voordien Wells van repertoire voorzag. Toch weet Brenda niet op korte termijn een grote hit uit het vuur te slepen. Ze vestigt zich even in Detroit, maar ze voelt steeds meer frictie bij Motown waar ze als 'buitenstaander' wordt behandeld. Holloway's 'temperamentje' is legendarisch in Hitsville! In 1966 neemt ze samen met Patrice en Sherlie Matthews een nummer op: 'Don't Pretend'. Omdat de dames allemaal hun contracten hebben, verkopen ze de plaat maar aan een manager. Later verschijnt deze plaat als The Belles, de groep die het mag promoten heeft part noch deel aan de opname. In 1967 heeft Brenda eindelijk weer een hit om over naar huis te schrijven: 'Just Look What You've Done'. Dan krijgt ze het voor elkaar om een eigen compositie op te nemen. Ze heeft 'You've Made Me So Very Happy' met Patrice Holloway geschreven. Berry Gordy meent dat twee noten 'anders' kunnen en komt hierdoor als schrijver op het label. Arrangeur Frank Wilson krijgt ook zo'n oneerlijke vermelding. De plaat is desondanks een grote Amerikaanse hit: 39 in de Hot 100, een plaats lager in de R&B.

Het is de bedoeling dat 'The Artistry Of Brenda Holloway', het tweede album, eentje met oorspronkelijk repertoire moet worden. Gedurende de opnamesessies loopt Brenda kwaad de studio uit en het uiteindelijke album is een verzamelaar van haar Motown-singles. Volgens Motown zou Brenda gezegd hebben dat ze 'enkel nog voor de Heer' wilde zingen. Dat is niet helemaal de waarheid, want even later duikt Brenda op in de stal van Holland-Dozier-Holland. Daarna zal ze met een predikant trouwen en in de jaren tachtig een paar onopgemerkte gospel-albums maken. Het huwelijk strandt en dan ontdekt ze dat haar 'output' van de jaren zestig mateloos populair is in de Northern Soul. Ian Levine verleidt haar in 1989 weer de studio in te gaan en sindsdien heeft Brenda verschillende albums gemaakt.

Haar voorgangster Mary Wells was in 1964 de eerste zwarte zangeres die met The Beatles op tournee ging, Brenda is de laatste. Ze is dus ook aanwezig bij het laatste concert van het kwartet op 15 augustus 1966 in het Shea Stadium. Hoewel van Wells en Jackie DeShannon geen opnames zijn gemaakt, is van dit laatste concert het optreden van Brenda nog helemaal in tact.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten