vrijdag 9 mei 2014

Raddraaien: Frijid Pink



Houden we de kop er even bij, meneer Louwsma? Een Schijf van 5 over Marboo en eentje over The Archies? Zojuist maar even rechtgezet. Zondag is er weer een gewone Schijf van 5, Marboo is de Week Spot en The Archies was de tweede plaat uit deze serie van Raddraaien. Vandaag krijgen jullie twee berichten, het gaat dus nog een druk avondje worden voor mij. Ik ben al bezig met een Van hit naar her, straks even meer huiswerk proberen te doen op de desbetreffende zangeres. En dan moet ik ook nog een speellijst bedenken voor The Vinyl Countdown van volgende week. Onze radiobaas gaat volgend weekend een radio-marathon doen van 48 uur en omdat hij de muziek gaat draaien, moet ik voor het eerst in het bestaan van The Vinyl Countdown nadenken over wat ik wil gaan draaien... Dat heet, volgens mij, een luxe-probleem? The Vinyl Countdown heeft de laatste maanden eveneens gezorgd voor een kleine wanorde in mijn singles. De bak waar Frijd Pink uit komt, heb ik pas na een half uur gevonden. De bak met Kate & Anna McGarrigle, waarmee ik deze serie had moeten beginnen, heeft zich nog steeds niet laten zien. Die komt later nog eens aan bod, nu eerst maar 'House Of The Rising Sun' van Frijid Pink (1970).

Bij de roots van de hardrock denk ik altijd het eerste aan Engeland. De jongens van het latere Led Zeppelin die in de groep van Jeff Beck een flinke scheut 'rock'n'roll' in de blues smijten. De onheilspellende tonen van Black Sabbath. Toch is het Amerikaanse Detroit meer dan alleen Tamla-Motown. Waar bij Motown de begeleiding harder dan hard is om boven de machines van de auto-industrie uit te komen, daar wordt door de blanken ook al vroeg een enorme bak herrie gemaakt. Dan denken we aan MC5 die met hun 'Kick Out The Jams' een solide punkrock-klassieker hebben neergezet. Aan The Amboy Dukes met een jonge Ted Nugent. Maar ook aan die lieden met die beschilderde gezichten: Kiss. Frijid Pink, onderwerp van deze aflevering van Raddraaien, komt eveneens uit de omgeving van Detroit. Vaak weggezet als 'eendagsvlieg', hoewel 'House Of The Rising Sun' niet bepaald representatief is en eigenlijk per ongeluk wordt uitgebracht.

De groep ontstaat in 1967 als Gary Ray Thompson tegen de manager van The Detroit Vibrations zegt dat hij véél beter is dan de huidige gitarist. In zijn kielzog volgt de zanger Tom Beaudry, die vervolgens de podiumnaam Kelly Green aanneemt. De band wordt in deze nieuwe bezetting omgedoopt tot Frijid Pink en de groep begint met optredens in de regio van Detroit. Daar bouwt de groep snel een status op en als Led Zeppelin in 1970 Detroit aan doet, moet deze genoegen nemen met een plaatsje als voorprogramma van Frijid Pink. In 1968 komt de groep onder contract bij Parrot, dat gelieerd is aan het Engelse Decca-concern. 'Tell Me Why' en 'Drivin' Blues' zijn de eerste twee singles van Frijid Pink, maar deze slaan geen deuk in een pakje boter. Als de groep klaar is met de opname van de laatste single, blijkt dat het nog een uurtje studiotijd heeft. Onder invloed van Blue Cheer en hun bewerking van 'Summertime Blues' halen de muzikanten het kinderversje 'House Of The Rising Sun' eens flink door een emmer 'distortion'. Als 'Drivin' Blues' dreigt te floppen, is de platenmaatschappij vlug bereid om 'House Of The Rising Sun' uit te brengen als volgende single, ook al kan dat de goedkeuring van de band niet wegdragen. Achteraf gezien is er niemand minder die daarover klaagt, want 'House Of The Rising Sun' is meteen een klapper van een hit. Het bereikt in februari 1970 een zevende plek in de Hot 100, staat in zowel de Engelse, Nederlandse als Franse top tien. Bij onze oosterburen die altijd nét even meer met hardrock hebben gehad, staat de single op de bovenste plek. De opvolger heet 'Sing A Song For Freedom' en krijgt een wereldwijde release, maar wordt in Europa niet goed genoeg bevonden voor de hitparade. In Amerika en Canada piekt het bescheiden. Dan mag de groep nog eens uitpakken met een cover, ditmaal valt 'Heartbreak Hotel' de eer te beurt, maar het kan het succes van 'Rising Sun' niet bewerkstelligen en kort daarop vertrekken Thompson en Beaudry/Green. Jon Wearing neemt de microfoon over, Craig Webb wordt gitarist en ook wordt toetsenist Larry Zelanka aangesteld als extra lid.

De groep is dan al haar oude platencontract kwijt, maar na de parkiet heeft men de koning van het dierenrijk bereidwillig gevonden. Voor Lion neemt de groep het derde album 'Earth Omen' op, maar het succes van de voorgaande twee albums ('Frijid Pink' en 'Defrosted', beide uit 1970) wordt niet meer gehaald en bovendien is het een komen en gaan van muzikanten. De groep maakt in 1975 een tweede album, 'All Pink Inside', met opnieuw een sterk gewijzigde bezetting. Deze verschijnt op Fantasy, het label van de voormalige Creedence-manager Saul Zaentz. Hoewel de groep in 1975 niet officieel uit elkaar gaat, komen de activiteiten de komende zes jaar op een heel laag pitje te staan. In 1981 komen drummer Richard Stevers en bassist Tom Harris weer samen in de studio. Arlem Viecelli, zanger-gitarist van Salem Witchcraft, en Ray Gunn van Virgin Dawn vergezellen hun. Viecelli en Gunn zijn verantwoordelijk voor de muziek en er wordt een compleet album opgenomen. De vader van Stevers, ainds het begin de manager van de band, kan de demo's maar niet kwijt aan een platenmaatschappij en het wordt nooit uitgebracht. De band gaat kort daarop uiteen.

In het begin van de nieuwe eeuw is even een opleving onder acidrock-bands uit de jaren zestig die het opnieuw proberen. Plots is daar ook een Frijd Pink, ofwel: Een band die gebruik mag maken van de legendarische naam, maar zonder een oorspronkelijk lid. Deze band neemt eveneens een album op met origineel werk: 'Inner Heat', dat in 2002 zal verschijnen via Dynasty Records. Toch trekt het label op het allerlaatste moment de handen van het product en het zal nimmer worden uitgebracht.

Het is met name de drummer die in de loop der jaren steeds weer probeert de originele bezetting compleet te krijgen. In 2005 komt hij het dichtstbij als hij Thompson en Beaudry/Green weet te verleiden. Gitarist Steve Dansby heeft in de late jaren zeventig gewerkt met Cactus en ook toetsenist Larin Michaels heeft geen Frijid Pink-verleden. Een jaar later is Stevers het beu en begint met audities voor volledig gemotiveerde muzikanten om Frijid Pink nieuw leven in te blazen. De bezetting die hij tevoorschijn tovert, zal maar liefst vijf jaar stand houden. Ironisch genoeg is dat een record in de geschiedschrijving van de groep. In 2012 verschijnt nog een EP met oorspronkelijk werk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten