dinsdag 9 oktober 2012

Tune Of The Week: Jackie Lee


In navolging van vorige week en nog drie te gaan, presenteer ik jullie vandaag ook weer een 'Classic Tune Of The Week': Een plaat die langer in mijn bezit is dan een paar weken en die het derhalve verdiend om een week de Tune Of The Week te zijn. De single van deze week is niet zomaar een klassieker. Reeds in de eerste (of de tweede) week van Soul-xotica schreef ik er al een stukje over. 'Dat is me er eendje', heette die. Bij gebrek aan beter gebruikte ik toen een afbeelding van de elpee van Jackie Lee. Het verhaal dat ik toen heb gedaan, heb ik, geloof ik, onlangs nog eens gedaan. Het boekenwinkeltje van Cees Buster in Sneek, dat ook een flinke partij geflopte singles had uit de midden jaren zeventig. Achteraf gezien opvallend veel Northern Soul, alleen kende ik die term toen nog niet. Toch ben ik blij dat ik deze plaat toen, 1991, heb gekocht en dat ik er zuinig op ben geweest. Zo kan ik deze week jullie de Tune Of The Week presenteren: 'The Shotgun And The Duck' van Jackie Lee uit 1967.

Hoe ik in de eerste plaats ben geslaagd voor de LEAO zal altijd een mysterie blijven, maar goed: Ik heb het niet-erg-zwaarbevochten papiertje toch maar mooi binnengehaald. Natuurlijk hoort daar een rondje door het dorp bij. Nee, niet op een platte wagen achter de trekker, maar per benenwagen langs familie en kennissen om hen op de hoogte te brengen van het grote nieuws. Daarbij kan ik de achterbuurvrouw ook moeilijk overslaan. Al snel gaat het over muziek. Zoals jullie vorig jaar hebben kunnen merken in 20 Years Ago Today, zit ik in 1991 enigzins in mijn eigen 'flower power'. Buurvrouw heeft die tijd écht meegemaakt. Als jong meisje, een Rolling Stones-fan, die met vrienden concerten afstruint van The Outsiders. Die prachtige verhalen weet te vertellen over een concert van Ferre Grignard in 1968 in Bolsward. Waarbij The Moody Blues haar goedkeuring kan wegdragen. Eindelijk iemand waarmee ik 'op niveau' over muziek kan praten. Natuurlijk hang ik aan haar lippen en geloof ieder woord wat ze zegt. Dus als ze een vies gezicht trekt en over soulmuziek begint, weet ik genoeg: Mijden die hap!

Het is toch maar twee maanden later als ik het eerste stapeltje singles bij Buster haal, waaronder deze van Jackie Lee. Een aantal singles worden al snel 'speelballen' (hoevaak kun je met een schaar over het vinyl gaan totdat er een kras op komt, waar de pick-up het écht moeilijk mee heeft?). Gelukkig is het nummer maar matig interessant, maar zo vond ik in april 'If I Can Do It' van Louise Freeman (1974) terug. Niet meer te draaien. Toch is Jackie Lee, ondanks de uitgestoken tong van mijn buurvrouw, onmiddellijk een favoriet. Ik draai uitsluitend 'The Shotgun And The Duck' (wordt op deze Contempo-heruitgave van 1976 ook als a-kant aangeduid) en die gemeen doordenderende bas maakt erg veel indruk op de jonge Louwsma. Zoveel dat hij de plaat is gaan koesteren. Hij is er 21 jaar later nog dankbaar voor!

Jackie Lee heet eigenlijk Earl Nelson en is al sinds de midden jaren vijftig actief in diverse groepen. In 1958 begint hij een duo met Bobby Byrd. Dat doet meteen denken aan James Brown & His Famous Flames, maar nee. Er zijn meerdere hondjes die Fikkie heten en zo zijn er dus ook twee mensen met de naam Bobby Byrd actief in de muziek. De Bobby Byrd van Bob & Earl maakt onder verschillende namen platen. Eentje daarvan is Bobby Day. 'Rockin' Robin' en 'Little Bitty Pretty One' zijn zijn grote hits uit de jaren vijftig. Omdat de eerste plaat van Bob & Earl flopt, keert Bobby al snel weer terug naar zijn solo-werk. In 1962 ontmoet Earl Nelson, die ook al verscheidene namen heeft gebruikt, een nieuwe Bob. Deze alcoholvrije chauffeur heet Relf van achteren. In 1963 nemen ze een plaatje op, dat losjes geïnspireerd is op 'Slauson Shuffletime', een plaatje van de zanger Round Robin. Bob & Earl maken er 'Harlem Shuffle' van en de plaat is aanvankelijk een lokaal succesje. Dat bosje violen wordt gearrangeerd door hun goede vriend Barry White. De tegenvallende verkopen nopen ook Earl Nelson om een solo-carriére te ondernemen. Hij neemt daarvoor de naam zijn vrouw, Jackie, en de zijn tweede voornaam, Lee, en voegt die twee samen. De combinatie 'Jackie Lee' komt ook meer voor in de muziek, maar dat terzijde. Jackie heeft een zuinige Amerikaanse hit met 'The Duck', naar de gelijknamige dansrage van 1965.

De Mods in Engeland ontdekken 'Harlem Shuffle' en in 1966 verschijnt de plaat ook in Engeland. Tóch is het platenkopend publiek er nog niet klaar voor. Rond dezelfde tijd maken Bob & Earl nog een paar plaatjes, maar dan neemt Nelson opnieuw de benen. Volgens de goed ingelichte Dave Rimmer stamt 'Do The Temptation Walk' met 'The Shotgun And The Duck' op de b-kant uit 1966. Het label van de Contempo vermeldt derhalve 1967 als verschijningsjaar. Ik vind 'Shotgun And The Duck' de winnaar van de twee, het zware brommen van de bas is achteraf bezien 'The Shotgun', alweer een nieuwe dansrage, die inderdaad Jackie's succesnummer 'The Duck' overhoop schiet. Jackie's loopbaan gaat verder achteruit, maar dan gebeurt het in 1969 tóch nog. 'Harlem Shuffle' krijgt een nieuwe 'release' en wordt nu wereldwijd een top tien-hit. Hoewel de opvolger, 'Dancin' Everywhere', ook al in 1966 is opgenomen, komen Relf en Nelson weer samen om optredens te doen en opnames te maken. In de jaren zeventig werken de heren vooral op de achtergrond bij Barry White. Relf overlijdt in november 2007, Nelson acht maanden later.

De discografie van Bob & Earl met solo-platen is erg rommelig. Het lijkt alsof ze iedere week een plaat opnamen. Gelukkig zijn de archieven van Mirwood prima intact gebleven en kunnen de liefhebbers vandaag de dag nog steeds genieten van de pareltjes die op de plank zijn blijven liggen. Rond 1975, het hoogtepunt van de Northern Soul, is het Contempo-label eigenaar van de Mirwood-archieven en verschijnen alle successen als nieuwe singles via dat label. 'The Shotgun And The Duck' dus in deze uitdossing in 1976.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten