woensdag 10 oktober 2012

moeder's mooiste


Ik heb maandagavond nog even getwijfeld voordat ik aan het verhaal begon van Joyce Bond. Er is dermate weinig over die dame te vinden, bovendien staat er op 'The Northern Soul Jukebox' nog twee meiden met de voornaam Joyce, die beide hoog op mijn verlanglijst staan. Kennedy zou in eerste instantie afvallen, omdat ik maandag nog de hoop koesterde dat ik wellicht binnenkort een single van haar zou hebben. Na een avondje huiswerk schat ik die kans klein in. Ik heb de meeste belangstelling voor 'I'm A Good Girl', maar die staat in een matige staat geadverteerd. Honderd dollar en geen gezeur... Overig jaren zestig-werk van Kennedy gaat evenmin beneden de 25 dollar, dus ik schat de kans klein in. Dus kunnen we haar nu net zo goed met een verhaaltje eren. Per slot van rekening is er genoeg over haar te vertellen!

Joyce Kennedy... kennen-we-die? Nee, het is geen familie-van, hoewel ik toch een vermoeden heb dat haar naam er iets mee te maken heeft. Ze neemt in 1963 de naam Kennedy aan, maar ze heet eigenlijk Washington. Haar eerste single verschijnt in datzelfde jaar, een productie van de legendarische rhythm & blues-man André Williams. Dezelfde die een paar jaar geleden nog optrad met de Groningse band Green Hornet. Deze eerste productie heet 'Darling I Still Love You' en heeft 'Misunderstood' op de b-kant staan. De plaat verschijnt via het lokale Ran-Dee-label, evenals de opvolger 'Can't Take A Chance'. Helaas is er van die plaat niks te vinden op Youtube. Ik zie namelijk de plaat bij een Amerikaanse handelaar staan, hij wordt omschreven als 'bijna nieuw', maar in het geluidsclipje hoor je hem behalve kraken ook zo hard 'zingen' dat-ie of krom als een hoepel is of 'out-of-centre'. Hoe dan ook, de 25 dollar is een hoop geld voor een plaat die je nauwelijks kan draaien...

'Could This Be Love' verschijnt in 1964 op Fontana. Hoewel dat in Europa een 'groot' label is, stelt de Amerikaanse divisie niet zo heel veel voor. In 1965 tekent ze bij Blue Rock en verschijnt de single waar het vandaag om gaat: 'I'm A Good Girl'. Evenals de b-kant, 'Does Anybody Love Me', die vlak erna opnieuw verschijnt in combinatie met 'The Hi-Fi Albums And Me' valt bij de eerstgenoemde twee vooral het krasserige viool-arrangement op. In combinatie met Kennedy's rauwe geluid wordt het hiermee niet bepaald 'muziek voor miljoenen', maar de latere liefhebbers van het genre loopt het water in de mond. Na 'The Hi-Fi Albums And Me' is het aanvankelijk afgelopen met de carriére van Kennedy.

Of ze toen al Glenn Murdock al kende, vermeldt de historie niet. Wél dat ze in 1968 samen met deze voormalige zanger van The Vondells een band begint: Mother's Finest. De groep brengt een aanstekelijke combinatie van funk en rock, maar heeft daarvoor eerst wel bijna tien jaar nodig om de draai te vinden. In 1972 nemen ze al hun debuut-album op, maar zodra die is uitgebracht distantiëren de leden zich ervan en verschijnt in 1976 opnieuw een titelloos album, nu wel met muziek waar de groep mee kan leven. 'Niggiz Can't Sing Rock'N'Roll', zingen ze op dat tweede album. Natuurlijk is het ironisch bedoeld, maar na een klacht van een geestelijke gooit de groep het nummer uit het repertoire. In 1977 komt 'Baby Love' uit, een single die in Europa hoge ogen gooit. De groep geeft een spetterend optreden weg in Rockpalast en kent in Nederland een discjockey die de groep helemaal in de armen sluit: Alfred Lagarde.

Glenn Murdock kan het zich ruim dertig jaar later nog herinneren. ,,Gaat midden in de nacht de telefoon, je neemt op en je hoort: Hello this is Alfred Lagarde, you're live on Dutch radio right now, how are you?". Dat werd bijna een wekelijks ritueel. In Duitsland zijn ze Mother's Finest eigenlijk al een beetje aan het vergeten, als Lagarde ervoor zorgt dat 'Piece Of The Rock' in de Nederlandse top tien terecht komt. Sindsdien is de groep in Europa een sensatie, maar in Amerika heeft het nimmer waardering gekregen. Mother's Finest gaat een aantal keren kortstondig uit elkaar en in 1982 pikt Joyce haar solo-carriére op. Met 'The Last Time I Made Love', een duet met Jeffrey Osborne, heeft ze nog bijna een hit. Tegenwoordig spelen Kennedy en Murdock met een hoop nieuwe muzikanten onder de oude naam. Het is een sensationele live-band. Toen ik in Tuk woonde en veel contact had met Henk Kranendonk van het Dicky Woodstock Popfestival, heb ik flink lopen 'pushen' dat hij Mother's Finest eens moest boeken. Hij heeft het gedaan, in 2002, de posters waren al klaar toen Mother's Finest ineens de tournee afkapte...

En toch zal ik stiekem blijven kijken naar een koopje wat betreft 'I'm A Good Girl'. Of toch voor de goedkopere optie van 'Does Anybody Love Me'? Want ook daar ben ik vanavond erg van gaan houden. De verlanglijst is lang, de andere Joyce die ik noemde, is Joyce Vincent. Zij zal later deel uitmaken van Dawn, maar maakt in de jaren zestig de, door mij, erg gezochte single 'Solid As A Rock'. Die ben ik ook nog niet tegengekomen. Misschien laten we die nog eens uit de jeukdoos schallen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten