donderdag 13 juni 2024

Honderd achteruit: Andy Bown


De 'used-but-not-abused' is nog steeds niet binnen. Daarnaast heb ik vanmiddag de eerste twee singles van juni 2024 afgerekend. Het is een beetje afkicken met de 'Singles round-up' maar dit maakt wel dat ik opeens ruimte heb voor de overige rubrieken. Zoals bijvoorbeeld de 'Honderd achteruit'. Ik ga vanavond de nummer 88 uit de Gele Bak Top 100 van 2022 behandelen. Bij de volgende twaalf singles zit één artiest die ik recent nog ruimte heb aangeboden op Soul-xotica. Het voornemen om vóór de Gele Bak Top 100 van 2024 klaar te zijn is niet meer haalbaar maar dat maakt niet uit op zichzelf. Vanavond heb ik een muzikant in de hoofdrol die ik vanmiddag al heb uitgeplozen. Net als bij Rufus zou ik bij hem ook kunnen beginnen met de gehele voorgeschiedenis en.... dat ga ik ook doen! Dat dit nummer niet hoger is gekomen dan nummer 88 heeft te maken met iets dat ik eerst als een manco van de single ervaar, maar dat achteraf echt de opname blijkt te zijn. Ik herinner me het nummer (en met name het refrein) als een vlot met een hoge constante stem. Andy's stem golft me teveel waardoor het een vertraging veroorzaakt. Althans, zo klinkt het in mijn oren. Van een doorgewinterde muzikant als Andy Bown zou je anders mogen verwachten? Het onderwerp is de single 'Another Shipwreck' van Andy Bown uit 1978.

Andrew Steven Bown is de volledige naam van de beste man. Hij komt op 27 maart 1946 ter wereld in Beckenham in het graafschap Kent. In 1965 wordt in Zuid Londen de band The Herd opgericht. Eerst nog zonder Bown maar hij komt de groep in 1966 versterken samen met de zestienjarige zanger en gitarist Peter Frampton. Beide heren hebben beide hun wieg staan in Beckenham hoewel Bown dan al een paar jaar ouder is. The Herd heeft zonder Frampton een paar niet succesvolle singles gemaakt voor Parlophone. Met de introductie van Frampton en Bown gaat de band in zee met Howard Blaikley, in werkelijkheid een tweetal songschrijvers met de namen Ken Howard en Alan Blaikley. Het duo heeft dan al diverse hits geschreven voor Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick & Tich. 'I Can Fly' is in april 1967 de eerste plaat uit deze samenwerking maar deze redt het niet. De volgende single is 'From The Underworld'. In Engeland strandt de single op een zesde plek in de hitparade hetgeen vooral te danken is aan de zeezenders in die tijd. In Nederland bereikt het zelfs een derde plek. De derde single heet 'Paradise Lost' en, volgens Howard Blaikley-traditie, een blauwdruk van de eerdere hit. In Engeland bereikt de single een vijftiende plek terwijl het in Nederland net buiten de top twintig piekt. In 1968 zal The Herd de grootste Engelse hit scoren met 'I Don't Want Our Loving To Die'. Intussen is Peter Frampton uitgegroeid tot een tieneridool en wordt verkozen als 'Face Of '68'. Na de grote hit gaat het bergafwaarts. De mannen maken nog de verplichte elpee, 'Paradise Lost', en hebben alle hoop gevestigd op de single 'Sunshine Cottage'. Als deze flopt trekt Peter Frampton zijn conclusies en verlaat de band. Hij zal kort daarop samen met Steve Marriott van zich laten horen in Humble Pie. De resterende leden van The Herd maken nog één single, 'The Game', waarna het sprookje is afgelopen.

Gary Taylor verlaat The Herd bij het uiteenvallen en hem zullen we later nog tegen komen in Yellow Dog. De overige leden van The Herd gaan verder onder de naam Judas Jump en dat is inclusief Bown. De groep zal vooral worden herinnerd als de openingsact op het legendarische Isle Of Wight-festival in 1970, hét Engelse Woodstock. De band maakt een album voor Parlophone in 1970, 'Scorch', en een handvol singles. Als zijn oude maatje Peter Frampton Humble Pie heeft verlaten en solo aan de slag gaat, voegt Bown zich bij zijn band. Hoewel Bown in de eerste plaats toetsenist is, speelt hij ook enige tijd de basgitaar in zijn band. Als hij besluit Frampton de rug toe te keren, staat deze net op het punt van doorbreken. Als Bown terug vliegt naar Engeland worden de eerste opnames voor 'Frampton Comes Alive' gemaakt. Als toetsenist leent hij zichzelf ook aan Status Quo voor de plaatopnames. 'Hello!' is in 1973 het eerste Quo-album waar Bown op mee speelt en vanaf 'Rockin' All Over The World' speelt hij vast mee op ieder album. Ook schrijft hij 'Whatever You Want' samen met Rick Parfitt. Toch duurt het pas tot 1982 eer Status Quo hem aanstelt als vaste toetsenist. Bown is sindsdien niet meer van zijn plek gekomen.

Intussen is hij ook nog bezig met een solo-carrière. Bown maakt in totaal vier albums gedurende de jaren zeventig. 'Gone To My Head' verschijnt in 1972 en 'Sweet William' een jaar later. In respectievelijk 1977 en 1978 komt hij met de albums 'Come Back Romance, All Is Forgiven' en 'Good Advice'. Het laatste album levert ons 'Another Shipwreck' dat in Nederland de Tipparade bereikt. In Engeland wordt hij, naast zijn lidmaatschap van Status Quo, herinnerd als de componist en originele uitvoerende van 'Tarot', het thema van de jeugdserie 'Ace Of Wands' dat in de vroege jaren zeventig wordt uitgezonden. Het thema is drie maanden geleden als single uitgebracht en heeft twee weken in de 'Physical Singles'-lijst gestaan. Zijn meest recente solo-album is van 2011 maar hij is uiteraard onverminderd actief met Status Quo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten