dinsdag 19 juli 2022

Singles round-up: juli 3


De stijgende gasprijzen zijn nog niet doorgedrongen tot Uffelte naar het schijnt. Hier heeft iemand buiten de centrale verwarming flink hoog gezet. Ik hou het desondanks weer lekker koel in de kamer, ook al moet ik straks even naar Havelte voor boodschapjes. Terwijl ik aan mijn (voorlopig) laatste koffie zit, kan ik wel een begin maken met de tweede aflevering van de 'Singles round-up' uit de singles van afgelopen week. Ik ben nog niet bij de groene brievenbus geweest om te checken maar ik verwacht ook nog drie van Discogs. Die was ik, eerlijk gezegd, een beetje 'vergeten' totdat Discogs me zaterdag vroeg of ik de transactie wilde beoordelen. Volgens de verkoper zijn de invoerpapieren correct ingevuld maar mijn ervaring met Discogs-aankopen uit Engeland is dat er steevast té weinig wordt gerekend en ik dus nog een paar euro moet betalen bovenop de reeds betaalde belasting. Met andere woorden: Ik probeer Engeland op Discogs zoveel mogelijk te vermijden. Ditmaal gaat het om een gelimiteerde Amerikaanse single die elders al flink aan de prijs is. Ik heb de 'nieuwe' singles tussen die van Mark gevoegd maar ook in deze aflevering zijn het gewoon negen singles van Mark.

* The Four Tops- Happy (UK, Tamla Motown, 1972)
Hoe de samenwerking ooit tot stand is gekomen, is een Moody Blues-weetje dat ik nog steeds niet heb kunnen ontdekken. Feit is dat The Four Tops al sinds het vertrek van Holland-Dozier-Holland bij Motown een schip zonder kapitein is geworden. De groep zal ongetwijfeld ook geregeld te gast zijn in Engeland. Het maakt in de vroege jaren zeventig gebruik van een breed scala aan arrangeurs en producenten en toch is Tony Clarke een uiterste. Nee, het betreft niet de soulzanger van 'Landslide' maar de huisproducent van The Moody Blues. Tony laat The Four Tops twee nummers opnemen van Mike Pinder, beide oorspronkelijk als b-kant uitgebracht voor The Moodies. 'Simple Game' (b-kant van 'Ride My See-Saw') wordt nog een redelijke hit, 'So Deep Within You' (b-kant van 'Never Comes The Day') doet helemaal niets. Ik heb de single in 1993 in Denemarken gekocht maar deze is al jaren zoek. Dan zie ik dat Mark 'Happy (Is A Bumpy Road)' aanbiedt in de Engelse uitdossing. En ik weet het meteen: Dat is 'So Deep Within You'. En ja, dat blijkt te kloppen. 'So Deep Within You' is niet wat en dus ga ik rechtstreeks voor de b-kant. 'Happy' is gemaakt met behulp van Jerry Long en is dus een en al Motown dat de klok slaat. Tot zover ik weet is 'Happy' wel een van de leukste jaren zeventig-platen van The Four Tops op Tamla Motown. Naar mijn bescheiden mening zullen ze een nieuw hoogtepunt bereiken op het Probe-label.

* Inez & Charlie Foxx- I Stand Accused (US, Dynamo, 1967)
Helemaal niks mis met een beetje Inez & Charlie Foxx op zijn tijd. Ik ken het duo vooral van het rampetamp van 'Mockingbird' en de honderd variaties op dit thema, maar op 'I Stand Accused' mag Inez lekker 'deep' zingen en dat kan ze goed. Charlie heeft na het intro een vrije dag. De b-kant heet 'Guilty' en dat is feitelijk een 'part 2' van 'Accused' en Inez gaat hier nóg dieper dan op de a-kant. Alle remmen gaan los en ik mag dat wel. Fraaie 'double-sider' in mijn boek!

* Lenis Guiess- Just Ask Me (US, S.P.Q.R., 1967, re: 1970/bootleg?)
Ook niets mis met een typische Northern Soul-stamper. Hoewel Mark's business hoofdzakelijk jaren zeventig en tachtig kwaliteitssoul behelst, lijkt hij tegen een partij oude Northern Soul te zijn aangelopen. 'Just Ask Me' verschijnt in 1967 eerst als b-kant en wordt in 1970 opnieuw geperst op het S.P.Q.R-label. Dit lijkt de jaren tachtig-vinylpersing te zijn met de authentieke labels uit 1970. Het blijft een fantastische plaat hoewel ik niet heel veel meer met Northern Soul heb te maken.

* Holland-Dozier- Why Can't We Be Lovers (UK, Invictus, 1972)
Als Holland-Dozier-Holland in 1967 het contract bij Motown open breekt, krijgen de mannen te horen dat ze hun karakteristieke achternamen voor vijf jaar niet mogen gebruiken voor composities en/of producties. In 1972 zijn ze in principe vrij van deze regel en toch speelt het trio op 'safe' en maakt platen als Holland-Dozier. Beide Holland-broers zijn desondanks aanwezig op de platen. 'Lovers' is voor de oren als een ijslolly met deze temperaturen. Of een ijskoud flesje bier voor menig van mijn lezers (m/v). Op de b-kant staat de instrumentale versie van 'Don't Leave Me' en deze sla ik gemakshalve over.

* Leroy Hutson- Get To This (UK, Acid Jazz, 1978, re: 2017)
Ik heb deze afgelopen zaterdag gedraaid omdat ik heb gelezen dat de opname uit 1982 stamt. Dat blijkt niet correct te zijn. Het origineel staat op een elpee uit 1978. Acid Jazz levert in 2017 een drietal 'exclusieve' singles af van de voormalige Impressions-zanger met remixen van oudere nummers. 'Lucky Fellow' is sinds jaar en dag een Blauwe Bak-favoriet. 'Positive Forces' woont sinds een paar weken bij mij en nu is hier 'Get To This'. Eigenlijk een b-kant maar wel de reden om de single te reserveren. De a-kant heet 'Now That I Found You' en dat is ongetwijfeld de 1982-kant met de ietwat lelijke synthesizers. Het is 'in your face' post-disco en niet de meest interessante kant van Hutson. 'Get To This' is een 'edit' van de 12"-versie en heeft naast een fade-out ook een fade-in. Het is minder zompig en meer zonniger dan de a-kant. Ik denk dat het voor mij niet in de buurt komt van 'Lucky Fellow' maar Hutson is zonder meer één van de meest ondergewaardeerde soulmuzikanten van de jaren zeventig en tachtig.

* The Independents- The First Time We Met (NL, Scepter, 1974)
Ja, jullie lezen het goed. Dit is een single die ongetwijfeld van een kringloopwinkel in de buurt van Utrecht naar Engeland is verhuisd en nu weer 'thuis' is in Nederland. Ik lust alles van The Independents en ook dit is weer een uitschieter van de groep. Chuck Jackson en Marvin Yancy tekenen voor beide nummers waarvan 'The First Time We Met' een midtempo nummer is met een ingebouwde klasse. 'Show Me How' is iets meer funky soul en eigenlijk is dit de leukste kant van de twee voor mij. Ik moet me nu nog eens trakteren op een smetteloze Spaanse persing van 'In The Valley Of My World' want mijn oude blijft tweemaal steken. Helaas is het nummer nooit anders op single uitgebracht.

* Millie Jackson- I Feel Like Walking In The Rain (UK, Sire, 1983)
Bij het intro kijk ik meteen verbaasd naar buiten. Als dit waar zou zijn? Dan stond ik nu in mijn nakie achter huis te dansen. Helaas Uffelte... het is slechts een intro van een plaatje. Het is noodweer waar Millie zich bevindt en dat is te horen op de plaat. Ze blijft veilig binnen en desondanks voelt het voor haar alsof ze in de stromende regen loopt. Het is een jaren tachtig-ballade waar ze zich even flink in mag uitleven want ja... Millie kan meer dan uptempo 'rappen'. 'Why Me?' op de keerzijde is 'My Man, A Sweet Man' maar dan in een moderne verpakking. Ik hou het dan maar bij de a-kant.

* Paul Johnson- Every Kinda People (UK, CBS, 1988)
Johnson doet hier zijn versie van het nummer dat vooral bekend is geworden in de uitvoering van Robert Palmer. Het is een beetje aangepast aan de tijd en... het past wel bij het nummer. Ik heb beslist mindere coverversies gehoord. Als het niet goed zou zijn, had ik hem ook vast niet besteld?

* Latimore- Dig A Little Deeper (US, Glades, 1978)
Het is begin 2016 als ik net klant ben geworden op 'Five A Day' wanneer Mark 'There's No End' van harte aanbeveelt. Tot die tijd ben ik nauwelijks bekend met Latimore en ontdek ik even later dat ik een jaren zestig-plaat heb van de man. Dan noemt hij zich Benny Latimore. Mark laat me kennis maken met de overige Latimore-platen uit de jaren zeventig en ook ik val als een blok voor de markante stem van Latimore. 'Dig A Little Deeper' ontbreekt nog in de collectie en dat is een zwoele ballade met een zeer overtuigende Latimore. De b-kant is iets meer een jazzy affaire en deze sla ik over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten