maandag 18 juli 2022

Singles round-up: juli 2


Op de tweede opeenvolgende dag ben ik erg fraai op tijd wakker. Niet slecht voor mijn weekend! Ik heb heerlijk geslapen. Naast een gordijn heb ik ook een rolgordijn welke het raam blindeert en dat is bij deze temperaturen zeer aangenaam. Hierdoor blijft de slaapkamer koel ondanks dat het buiten niet beneden de 22 graden is geweest. En opnieuw ervaar ik de luxe van een rieten dak want ook in de woonkamer is het best uit te houden. Omdat ik eerst een sloot koffie en een ontbijtje naar binnen moet werken, kan ik wel beginnen met een muzikaal ontbijtje. Ik heb de overige nieuwe singles tussen de singles van Mark gestopt maar in deze eerste aflevering zijn het negen singles die ik van Mark heb gekocht. Daarvan heb ik drie afgelopen zaterdag gedraaid en deze show ('The Soulful Vinyl Summer Spirit Of The 1980s') staat al op onze Wolfmanradioshows-Mixcloud. De koffie pruttelt door en ik start de apparatuur. Over een paar minuten ben ik helemaal klaar voor een muzikaal ontbijt!

* Bobby Adams- Love Ain't Nothing But A Business (US, Home Town, 1970)
Oeh... wat een manier om deze kersverse dag te beginnen. Bobby is al een veteraan in 1970 als hij dit plaatje uitbrengt. Het is crossover-Southern Soul. Dat eerste vooral vanwege de ornamentjes tussen de coupletten, de gitaar op de achtergrond houdt het lekker Southern. Binnen een paar minuten heeft Adams uitgelegd dat liefde precies zoiets is als een bedrijf: Je gaat failliet als er geen geld binnenkomt. Horace Ott tekent voor de arrangementen en dan zit het vaak wel goed voor mij. Op de keerzijde staat de instrumentale versie en deze is op zichzelf staand ook al prachtig. Nu is de gitaar met wah wah-pedaal iets naar voren gehaald. Dit kan ik nog best eens gebruiken voor een jingle of als laatste plaat van het uur. Dit zegt wel iets want ik ben doorgaans niet heel enthousiast over instrumentale kanten.

* James Brown- How Do You Stop (US, Scotti Bros., 1986)
In alle opzichten een bijzondere plaat. Ik ben altijd een beetje verbaasd als Mark (een soul-man) iets van James Brown aanbiedt. Binnen een paar seconden weet ik echter genoeg en ik reserveer de plaat. Het blijkt ook nog eens de Amerikaanse 'demo' te zijn mét fotohoesje. De AM-stations vormen geen interessante markt meer en dus zijn beide kanten in stereo. James heeft me eerder dit jaar aangenaam verrast met 'World' en doet dat opnieuw met 'How Do You Stop'. Het is een fraai midtempo nummer geproduceerd door Dan Hartman en de stem van Brown ken je uit duizenden. Ik heb zaterdag een eerste show gedaan met soulvolle platen uit de jaren tachtig en in het tweede uur heb ik de elf van Mark gedraaid uit dat decennium. James Brown is een fijn weerzien.

* Clarence Carter- Can We Slip Away, Again? (US, Venture, 1981)
Bij deze plaat moet ik even gaan duiken in de historie van het nummer. Ik ben snel klaar. Ik meende iets te herinneren uit de beschrijving van Mark maar ik kan het bericht niet terug vinden en ook 45cat brengt geen soelaas. Dankzij een vroegere Week Spot van Genty weet ik dat Venture de platenmaatschappij is van Isaac Hayes en zijn toenmalige vrouw. Het avontuur draait uit op een flop en na de echtscheiding raakt Isaac al zijn bezittingen kwijt omwille van het failliet van Venture. Clarence heeft Isaac niet nodig in de studio en ook zijn vrouw blijft ver uit de buurt. 'Can We Slip Away, Again?' is een zeer prettige ontmoeting tussen blues, southern soul en disco. Op de keerzijde is het een ballade en dat is ook altijd fijn van de Clarence, maar mijn voorkeur ligt bij de upbeat a-kant.

* Delaney & Bonnie- Just Plain Beautiful (UK, Stax, 1969)
Het verhaal van Delaney & Bonnie is op zijn zachtst gezegd erg interessant. Twee jongelieden die elkaar ontmoeten, binnen een paar dagen in het huwelijksbootje stappen en vervolgens een muzikale revue op poten zetten. In 1969 is er dan plots een Engelse gitarist die even iets heel anders wil en zal het soul-duo uitgroeien tot een rock-act van formaat. De gitarist is Eric Clapton die na Cream en Blind Faith wel eens iets meer op de achtergrond wil fungeren. Dat lukt niet echt want de platenmaatschappij meent hem op iedere release te moeten aankondigen. Ten tijde van 'Just Plain Beautiful' is Eric nog volop aan de slag met zijn Engelse supergroepen. Het nummer is geschreven door Betty Crutcher en Steve Cropper terwijl Don Nix en Donald 'Duck' Dunn de productie verzorgen. Dan zit je dus in het territorium van Booker T. & The MG's. Het vinyl is bij vlagen een beetje aan lawaaierige kant. Straks maar eens proberen iets te reinigen. Het is pure Stax met een paar verrassende 'breaks' welke het nummer iets speels geven. 'Hard To Say Goodbye' is meer een bluesy ballade. De Engelse persing en de lage prijs hebben me over de streep geholpen. Ik hoop dat de plaat opknapt van een poetsbeurtje want anders is er weinig lol aan.

* The Dells- Oh What A Night (US, Cadet, 1970)
Niet te verwarren met 'Oh What A Day' zoals ik een paar jaar geleden in de war was. Toch kun je met The Dells niet mis grijpen. 'Day' is een lekker uptempo nummer met psychedelische invloeden. 'Oh What A Night' is daarentegen een zeer fraaie ballade met hemelse zang van de heren Dells. Zoals gebruikelijk met Cadet- en Chess-platen uit deze periode is het opgenomen volgens het 'Concept 12' en dat betekent dat het héérlijk stereo is. In mono zou dit richting de ouderwetse doowop zijn gegaan. 'Believe Me' is meer in de stijl van 'Wear It On Your Face' maar dan met het onvolprezen 'Concept 12'-geluid.

* The Dells- Sweetness (US, Urgent!, 1991)
Ik noem opnieuw de singles bij de kant waarvoor ik het heb gereserveerd. In geval van 'Sweetness' is het de b-kant. Anno 1991 is het 'Concept 12'-geluid in de archieven verdwenen en brengt deze incarnatie van The Dells een lekker upbeat nummer dat helemaal '1991' klinkt. Wat ver overeind blijft staan, zijn de hemelse harmonieën. De a-kant heet 'My Lady, So Perfect For Me' en dat gaat een ballade worden. Je zal dit maar toegezongen krijgen door je lief. Het doet me pijn aan het glazuur op mijn kunstklappers en dus hou ik het bij 'Sweetness'. Een fijne jaren negentig-plaat van een legendarische groep waar ik nooit genoeg van kan krijgen.

* Demetrius- The Masquerade (US, Kerason International, 1986)
Het is een maand geleden dat ik de Skytec in gebruik heb genomen. In de weken ervoor heb ik zitten twijfelen om weer terug te gaan naar een draaitafel met snaaraandrijving maar dat voelt teveel als een 'degradatie'. Ik heb nu feitelijk ook een speler met snaaraandrijving want je merkt toch dat het niet een supermerk is. Bij het opstarten wil hij in zijn enthousiasme wel eens sneller beginnen. Bij het scherpstellen moet het plateau nog altijd een driekwart slag terug net zoals bij snaaraandrijving. Desondanks ben ik erg gelukkig met de speler want nu kan ik weer lekker een paar uren jaren tachtig knallen. Demetrius is evenals Clarence Carter en James Brown zaterdag voorbij gekomen. Het is opnieuw een typische jaren tachtig-productie. Muziek uit een doosje met klavier maar met een zeer overtuigende zanger. Op de keerzijde staat de instrumentale versie maar dat is hier dan weer totaal niet interessant. De gezongen kant is een pareltje!

* Barbara Jean English- I'm Sorry (US, Altihia, 1972)
Voordat Barbara haar meest fraaie zangstem opzet, doet ze een gesproken intro. Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar zo'n gesproken intro geeft de plaat voor mij meteen al een stempel. Het is in 1972 de opvolger van 'I'm Living A Lie'. Daar geef ik de voorkeur aan de b-kant: 'All This'. 'I'm Sorry' is een fraai staaltje 'deep' voor English' begrippen en ik ben benieuwd naar de andere kant van de schijf. 'Lil' Baby' heeft meteen de sfeer van 'All This'. Hoewel het een slaapliedje is, klinkt het nogal donker en bijna macaber. Dit is nu al de favoriete kant hoewel het ook gerust een 'double-sider' mag heten.

* Eddie Floyd- I'm So Glad I Met You (US, Stax, 1974)
Een van de 'essentiële' platen volgens Mark en ik heb hem nog altijd niet in de bakken staan. Het is een onvervalste 'double-sider' van onze Eddie. Hoewel 'I'm So Glad' een erg fijn nummer is en een zekere klasse heeft, gaat mijn voorkeur uit naar het meer 'gritty' 'I'm So Grateful' op de keerzijde. Om in de sfeer te blijven van het warme weer: IJs hoort ijskoud te zijn. Misschien is lauw ijs wel een delicatesse (en misschien wordt het dan al snel een milkshake?), maar uiteindelijk gaat de voorkeur uit naar ijskoud ijs. Zoiets is ook het geval met Eddie Floyd. Hij is van vele markten thuis maar ik hoor hem het liefst in 'gritty' soul. De a-kant is allesbehalve slecht en, zoals gezegd, is dit een 'double-sider' waar ik nog moet besluiten over de favoriete kant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten