dinsdag 9 januari 2018

Week Spot: Inez Andrews



Het lidmaatschap van de kerk is ruim tien jaar geleden beëindigd en de laatste keer dat ik voor een dienst in de kerk ben geweest, is met de begrafenis van vader geweest. Ik ben alleen in Nijeveen een paar keer binnen de muren van de kerk geweest, maar dan omdat de kerk een boekenmarkt heeft en de singles in het Godshuis staan. Buiten zo'n markt om zullen de volgende keren ook wel begrafenissen zijn. Ik respecteer wat dat betreft de keuze van de overledene en zijn/haar familie, maar voor mijn levensopvatting heb ik niets in de kerk te zoeken. Het is bizar: Een liefhebber van black metal hoeft nooit uit te leggen dat die in werkelijkheid geen kerken in brand steekt, hoewel zijn muziek daartoe oproept. Als gospel-verzamelaar moet je vaak verklaren dat je niet het gezongen woord hoeft aan te hangen. De gospel is vooral interessant voor mij omdat de gospel-funk en gospel-disco nauwelijks aansluiting vindt in de kerk en evenmin in de discotheken. Met andere woorden: Het is muziek die voor niemand is gemaakt en daardoor kun je anno 2018 erg leuke dingen ontdekken in de gospel uit de jaren zeventig en tachtig. Het onderwerp van de Week Spot hoef ik niet te 'ontdekken'. Inez Andrews is een grote naam in de beweging en de Week Spot is zowaar een Billboard-hit geweest in 1973. De kersverse Week Spot is een gospel: 'Lord Don't Move The Mountain' van Inez Andrews (1972).

Ik ken zelfs gospelverzamelaars en -dj's die het atheïsme aanhangen, maar dat ben ik zeker niet. Ik heb wel een zekere Godsbeleving, alleen is in mijn 'wereld' het dienen belangrijker dan de aanbidding. Dat dienen gaat niet middels moeilijke rituelen, gewoon 'goed zijn' voor de ander zou deze wereld een stuk aangenamer maken. Het is dus niet waar dat ik helemaal geen affiniteit heb met de boodschap in de gospelmuziek, hoewel ik zelf niet veel kan met de belijdenis door Jezus en de Heilige Geest. Toch kan ik met open mond luisteren naar het rotsvaste geloof dat wordt tentoongespreid. De Week Spot van deze week staat dichter bij mijn geloof. Geen 'J-bombs', maar de meer algemene 'Lord'. In het lied vraagt Inez (en de vele anderen die het hebben gezongen) de Maker om vooral niet de bergen weg te nemen uit haar leven, maar om haar de kracht te geven ze te beklimmen. Ook obstakels mogen niet worden verwijderd zolang hij haar helpt ze te ontwijken. Als dat nu vervolgens wordt uitgevoerd door een koor met kerkorgel en klappende handen, dan zou het nog steeds geen indruk hebben gemaakt. Inez brengt de boodschap in een ietwat bluesy landschap en dat is helemaal de juiste combinatie. Een optimistische boodschap in de vaak toch wat pessimistische blues, ik hou van het contrast!

Inez McConico wordt op 14 april 1929 geboren in het Amerikaanse Birmingham in de staat Alabama. Haar moeder sterft als ze twee jaar oud is en haar vader is veel op pad tijdens de Grote Depressie. Inez vindt veel troost in de kerk en zingt al snel in het kerkkoor. Het is nog niet zo goed geregeld met voorbehoedsmiddelen in de jaren veertig en zo kan het gebeuren dat Inez reeds moeder is als ze zelf nog tiener is. Om in het levensonderhoud te voorzien, werkt ze zes dagen per week en tien uren per dag voor het schamele loon van achttien dollar per week. Een vrij uitzichtsloze situatie en op een zeker moment vraagt ze om advies van bovenaf. Even later zit ze met een papieren zak en een potlood aan de keukentafel en schrijft ze haar eerste lied. Ze is in de jaren veertig begonnen als zangeres bij Carter's Choral Ensemble en vervolgens bij The Gospel Harmonettes. De laatste groep is in de midden jaren vijftig dé top van de zwarte gospelgroepen in Amerika. Leadzangeres Dorothy Love Coates stelt haar voor aan The Caravans. Daarvoor verhuist ze naar Chicago en maakt tot 1962 een glorietijd door met de groep.

Inez wordt geroemd vanwege haar unieke stembereik. New York Times gaat na haar overlijden zelfs zo ver om haar 'de laatste grote zangeres uit de gloretijd van de gospel' te noemen. Daarbij krijgt ze een plek toebedeeld naast Mahalia Jackson, Marion Williams, Dorothy Love Coates, Sister Rosetta Tharpe en Clara Ward. Albertina Walker, een ander vroeg lid van The Caravans, herinnert zich hoe Andrews het publiek in vervoering wist te brengen met het 'fluiten', het feilloze bereik van de hogere noten en dit alles zonder een falsetto. Haar optredens, solo en met The Caravans, zijn vaak samengevat als 'charismatisch'. In 1962 gaat ze met haar eigen groep werken: Inez Andrews & The Andrewettes, maar vanaf 1967 manifesteert ze zich als soliste. Je kan een Ikea-kast vullen met haar discografie. In de vroege jaren zeventig werkt ze voor Song Bird, niet te verwarren met het Jamaicaanse reggae-label, dat vanaf 1974 door ABC wordt gevoerd. 'Lord Don't Move The Mountains' is haar enige 'mainstream' hit. Het is reeds de tweede single die ik van Andrews heb. In de gospel-verzameling probeer ik zoveel mogelijk om de 'grote namen' heen te werken en toch zo nu en dan wat respect die kant op te sturen. 'God's Humble Servant' is een plaatje dat me ruim een jaar geleden 'pakt', maar verdwijnt in het niets bij 'Lord Don't Move The Mountains'.

Een dijk van een stem die me keer op keer weet te pakken en tekstueel vrij van de zoete geloofsverklaringen. In 'Lord Don't Move The Mountains' horen we Andrews vooral in de lagere regionen en heeft een lekker bluesy gevoel. Toch gaat ze flink tekeer naarmate het nummer vordert. Zoals het in een kerk of concertzaal heeft gewerkt, werkt het bij mij eveneens. Je kan als het ware helemaal 'mee gaan' in haar gebed en dat smaakt naar meer, hoewel ik ook niet te beroerd ben om nog eens een single van The Caravans aan de koffer toe te voegen. Op 19 december 2012 bezwijkt Andrews aan de gevolgen van kanker. Ze is 83 jaar geworden en wordt overleefd door haar zeven kinderen, negentien kleinkinderen en twaalf achterkleinkinderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten