maandag 15 januari 2018

Een leven met Delores



Het leven van een popmuzikant kun je in zekere zin vergelijken met het werken bij de Hoogovens. Aan de buitenkant lijkt het allemaal prachtig: Elke avond een uitzinnige menigte voor het podium en lekker deuntjes kunnen maken die je trouwe fans toch wel kopen. Het constant op tournee zijn, brengt echter gevaren met zich mee. Nemen we eerst de verstoorde nachtrust en het minder evenwichtige voedsel. Om jezelf maanden lang staande te houden in het gezelschap van bandmaatjes en roadies drink je eens vaker een flesje whiskey dan dat je thuis zou doen. Vervolgens liggen ook nog allemaal chemische middelen op je te wachten. Voor wie de jaren zeventig heeft overleefd als popmuzikant is de leeftijd van zeventig jaar al een hele prestatie. Geen wonder dat ze bij bosjes vallen sinds een paar jaar. Op je zesenveertigste hoef je doorgaans nog niet bezig te zijn met een naderend einde mits je een ernstige ziekte onder de leden hebt. Over de doodsoorzaak is nog niets naar buiten gebracht. We weten alleen dat de laatste Cranberries-tournee is afgezegd wegens ziekte van Delores en dat zou met haar rug te maken hebben. Ook is bekend dat ze geregeld depressief is. Vandaag is plotseling een einde gekomen aan het leven van Delores O'Riordan, frontvrouw van The Cranberries. Het is niet een volledig leven geweest voor mij, maar in het uiterste begin van onze kennismaking heeft The Cranberries een grote rol gespeeld in mijn leven.

En zo gaan we weer even terug naar het Dicky Woodstock-festival van 1994 waarbij ik de naam 'Gerrit Solex' krijg toebedeeld. De naam die ik later zal omvormen tot 'Soul-X' en dat tegenwoordig alleen nog wordt gevoerd in de naam van dit blog. Ik wil eigenlijk al in 1993 naar het Woodstock-festival maar krijg het dan niet voor elkaar. Een jaar later zie ik het programma voor het festival en dan is het duidelijk: Hier moet ik bij zijn! Suzi Quatro, Wally Tax en Armand op de vrijdagavond, Prodigal Sons en Earth & Fire op de zaterdagavond. Als bonus een zéér vroeg optreden van Jovink & De Voederbietels, de mannen van de latere Zwarte Cross. Het eerste Woodstock dat ik mee maak, zal jaren later nog altijd gedenkwaardig zijn voor mij. Dit is het laatste 'gemoedelijke' jaar. Daarna krijgt Woodstock groeistuipen en zelfs ambities, dit is een alternatief 'dorpsfeest' met erg leuke acts en een onovertroffen sfeer. Het is december 1994 en ik heb een plan opgevat voor het komende weekend. Ik wil, in de winter, een 'bedevaartstocht' maken naar de Baarse Vrijstaat en een biertje halen in 'De Karre'. Het oog laat een prachtige dag zien met een mooi zonnetje, maar in werkelijkheid is het erg koud. Ik stap op de Solex en zet koers richting Steenwijk. Dat gaat eerst over Spannenburg en Follega en dan een stukje over binnenwegen. Ik ben afgelopen zomer hier ook in de buurt geweest en heb toen in een schuur een paar leuke singles gekocht. Ik vind de plek opnieuw en haal de overige platen die ik graag wilde hebben. Een paar kilometer verder en ik ben bij café 'De Driesprong' in Langelille, achthonderd kilometer ten noorden van Parijs. (Fries mopje voor thuis blijven in de vakantie, Langelille wordt dan uitgesproken als 'lon-zje-liel'). Tijd voor de inwendige mens. Een uitsmijter, koffie en een paar Jägermeisters naast de koffie. Ik mis de drank anno 2018 nauwelijks, maar bij extreme kou heb ik altijd nog zin aan Jägermeister. Hoewel het gezellig is in het café stap ik even later toch weer op de Solex. Bij Munnekeburen is even paniek.

De Solex doet het niet meer, maar het heeft blijkbaar alleen behoefte aan 'tender loving care'. Bougie poetsen en sproeier blazen, dat is alles wat ik kan doen en met succes. De Solex snort weer vrolijk verder. Over Driewegsluis en dan ontdek ik het paadje dat dan nog hoogst ongebruikelijk is, maar inmiddels een officiële status heeft gekregen. Tot dan toe kun je alleen maar een eind om het water heen naar Oldemarkt, maar dit kleine weggetje snijdt een heel stuk af. Rond een uur of half zes rij ik langs de greppel op de Baarse Vrijstaat waar ik een paar maanden eerder nog 'vol' ben in gegaan. Over de Wolterholten naar Tuk hobbelen en daar kennen ze direct mijn naam. ,,Waar is je Solex?", wordt er gevraagd. Ik wijs naar buiten. Een paar mannen beginnen aan de stamtafel te trekken om ruimte te maken. ,,Zet hem hier maar neer". De Solex gaat naar binnen en natuurlijk een rondje door de zaak en om het biljart heen. Dan keert de rust weer iets terug en mag ik lurken aan een flesje Hertog Jan. De muziek komt uit de nieuwe cd-jukebox en plots hoor ik een erg opvallend nummer dat ik niet ken. De hele bar schijnt 'fan' te zijn, hoewel eentje opmerkt dat het 'erg op Stiltskin lijkt'. Wie? Stiltskin heeft rond dezelfde tijd een hit met 'Inside' en, ja, de 'harde' gitaren lijken erg veel op elkaar. De plaat wordt die avond misschien wel vijf keer gedraaid en ik vind hem per keer steeds mooier worden. Het is 'Zombie' van The Cranberries.

De bandnaam is niet moeilijk te onthouden. Het doet me meteen denken aan het schoolreisje naar Terschelling waar we bij een cranberry-kwekerij zijn geweest. De cranberry-limonade maakt dat ik meteen naar de wc vlucht om mijn maag te legen. Dan smaken deze Ierse Cranberries naar méér! Op maandag is het 5 december en Sinterklaas slaat ons over voor wat betreft surprises en gedichten. Een chocoladeletter en een envelop met inhoud, dat is onze 'verdienste'. Ik fiets die dag naar Sneek om vijftien gulden en vijfennegentig cent te investeren in de cd-maxi van 'Zombie'. Het is voor mij de eerste cd-single die ik helemaal 'nieuw' koop. De eerdere cd-singles komen allemaal uit uitverkoopbakken. Het is nog het uiterste begin van 'Zombie', het staat nog lang niet in de top tien en is ook nog niet overal te horen. Dat verandert snel! Als op een bepaald ogenblik zelfs een 'volkskroeg' dit nummer gaat spelen, waar het anders helemaal niks van 'woeste muziek' wil weten, dan is dat het einde van mijn enthousiasme voor 'Zombie'. Langer dan vijf weken heb ik niet plezier gehad van de cd-single. 'Ode To My Family' wordt gelukkig geen grote hit en kan ik een paar weken later voor een fractie van de nieuwprijs kopen. Aan dat nummer beleef ik nog altijd veel plezier terwijl het met 'Zombie' nooit meer is goed gekomen. 'I Can't Be With You' blijft mijlenver van de Top 40 verwijderd en kan op een bepaald moment voor twee gulden in het boodschappenmandje. Ook koop ik in 1995 een oudere 'sampler' met 'alternatieve' muziek uit 1993. Daarop wordt 'Sunday' van het eerste Cranberries-album gepromoot en dat is lange tijd de plaat waarmee ik op zondag ontwaak na een avond stappen.

Ruim een jaar later verschijnt het volgende album van The Cranberries, maar... zonder een eerste aantrekkelijke single en dus verflauwt mijn interesse al snel. In Engeland leer ik vervolgens 'Linger' kennen, eveneens van het eerste album, en word ik ook nog eens 'geraakt' door een nummer van het derde album tijdens een pub-bezoek in York. En toch... het zal helemaal niks meer worden tussen mij en The Cranberries. Toch herinner ik me graag dat eerste weekend van 'Zombie', de dwaze Solex-tocht naar Tuk en terug. De periode dat The Cranberries 'speelt', maak ik nog vaak dergelijke uitstapjes naar Tuk en worden de zaterdagavonden steeds langer totdat ik er soms een halve week verblijf. Dat zijn dan weer minder leuke herinneringen buiten de 'houseparty' om. Heb ik dát verhaal al eens gedaan? Nee? Dat moet dan nog eens gebeuren...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten