woensdag 28 oktober 2015

Beeldenroute: Mike Terry



Op 29 mei 2013 start ik met een 'beeldenroute' en ruim twee jaar verder heb ik negen standbeelden geplaatst. Eigenlijk tien, omdat Gamble en Huff onafscheidelijk zijn. Tot nu toe telt de route: Lee Dorsey (29 mei 2013), J.J. Cale (27 juli 2013), Jimmy Webb (17 maart 2014), Allen Toussaint (14 april 2014), Van McCoy (5 juni 2014), Gamble & Huff (10 september 2014), John Schroeder (29 oktober 2014), Dave Godin (3 december 2014) en Carl Davis (6 februari 2015). Zoals jullie kunnen zien is het dus een zéér onregelmatig verschijnende rubriek. Let wel: Ik heb genoeg inspiratie, maar kom er niet altijd aan toe (of vergeet het domweg). Dit heeft ook betrekking op het beeld dat ik vanavond ga oprichten. Ik denk dat het plan wel een jaar bestaat. Of bijna. Zomaar opeens kom ik steeds vaker een naam tegen op labels van favoriete platen, een naam waarvan ik dan nog niets weet, behalve dat zijn medewerking altijd voor iets moois zorgt. Vanavond stel ik hem aan jullie voor: Arrangeur en saxofonist Mike Terry (1940-2008).

Voordat ik aan het verhaal begin, moet ik allereerst stellen dat dit niet over de jonge producer gaat die in de nieuwe eeuw met The Foo Fighters heeft gewerkt. Die man is echter hard onderweg om zijn eigen standbeeld te verdienen. 'Onze' Mike Terry heet eigenlijk Andrew en wordt in 1940 geboren in Hempstead in Texas. Hij groeit op in Detroit en studeert aan Cass Tech High School, een bakermat van de muziek-industrie in Detroit. Terry wil niets liever dan de trompet bespelen, maar omdat iedereen dat wil en niemand de saxofoon ter hand wil nemen, besluit Terry de overstap te maken naar de baritonsaxofoon. In 1959 wordt Terry lid van de begeleidingsgroep van pianist Richard 'Popcorn' Wylie, The Mohawks. Over een bakermat gesproken, want ook 'Popcorn' Wylie zal in de jaren zestig een cult-rol gaan spelen in de ontwikkeling van de muziek in Detroit. Wellicht dat hij nog eens een eigen standbeeld krijgt op Soul-xotica. Berry Gordy ziet hen optreden in een plaatselijke nachtclub en brengt hen onder bij zijn pas opgerichte Tamla. 'Shimmy Gully' is één van de allereerste singles op Tamla en staat dus op naam van Richard 'Popcorn' Wylie & The Mohawks.

Er is meer toeval dan opzet in het spel, maar al snel maakt Terry deel uit van de 'huisband' van Motown: The Funk Brothers. Luister maar eens goed naar 'I Can't Help Myself' van The Four Tops, 'This Old Heart Of Mine' van The Isley Brothers, 'Take Me In Your Arms' van Kim Weston en 'Where Did Our Love Go' van The Supremes. Steeds krijg je een kleine solo op de baritonsaxofoon en deze wordt bespeeld door Mike Terry. Toch is Terry niet helemaal getrouwd met Motown en verricht hij ook elders werk. Zo is hij eveneens te horen op 'The Horse' van Cliff Nobles & Co. en heeft zichzelf bewezen als een arrangeur met een fijne neus voor melodie. In 1966 komt hij als dusdanig terecht bij het stervende Golden World-label. Golden World is in 1963 opgericht door Ed Wingate. Wingate is eigenlijk een man het onroerend goed en bezit enkele nachtclubs en restaurants. Hij wordt in 1959 door Gordy benaderd om investeerder te worden in Tamla, maar Wingate heeft op dat moment terecht zijn bedenkingen bij de toekomst van een 'zwarte' platenmaatschappij. In 1963 moet hij concluderen dat Gordy goed boert met Motown en richt hij Golden World op. Golden World-pluggers worden echter geschaduwd door Motown-pluggers, met als gevolg dat 'ingeleverde' platen bij radiostations even hard worden gebroken in ruil voor een Motown-primeur. Als Golden World in 1966 wordt overgenomen door Motown (dat het label meteen opheft en de studio jarenlang voor opnames zal gebruiken voor begeleidende strijkers), werkt Terry mee aan de Ric Tic-opname 'Headline News' van Edwin Starr (voordat ook Ric-Tic door Motown wordt opgekocht). Terry is onafhankelijk en is dus ook betrokken bij The Precisions op Drew. Golden World is al leeg gelopen als het wordt opgekocht door Golden World, de meeste artiesten, producers en arrangeurs gaan aan de slag bij de Solid Hitbound-paraplu van labels, waaruit Groovesville zal voortkomen. Terry tekent daar ook nog voor een paar prachtige producties die helaas alleen bij 'insiders' bekend zijn en die méér zouden hebben verdiend. Hij heeft echter nog wel een hit met 'Casanova' van Ruby Andrews.

Als 'freelance' saxofonist speelt hij mee op klassiekers als 'Higher And Higher' van Jackie Wilson, 'Girls Are Out To Get You' van The Fascinations en 'Cool Jerk' van The Capitols. Bij Ric-Tic is hij betrokken bij de meeste opnames van The Fantastic Four. In 1968 verlaat hij Detroit om in Chicago aan de slag te gaan voor Okeh Records. Bij Okeh zal hij werken met Little Foxes, Sandra Phillips en Johnny Robinson. Later in zijn loopbaan verhuist hij naar Philadlphia, Los Angeles en tenslotte naa New York. In die laatste stad werkt hij mee aan de soundtrack van de musical 'Big Time Buck White'. Als The Funk Brothers in 2002 een reünie houdt ter ere van de documentaire 'Standing In The Shadows Of Motown' is Mike Terry de grote ontbrekende factor. Daar zal nimmer een reden voor worden gegeven. Op 30 oktober 2008 overlijdt hij op 68-jarige leeftijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten