maandag 23 november 2015

Raddraaien: The Manhattans



Voor het eerst in een hele tijd weer eens een Raddraaier uit de Blauwe Bak. Ofwel: De reserve-Blauwe Bak. De vorige was 'Turn The Beat Around' van Vicky Sue Robinson uit de derde reserve-bak en ditmaal mag die uit de tweede reserve-bak komen. Een lastige opgave. Ik mag zestien singles rekenen vanaf 'I Want You Back' van The Jackson Five. Ik kom in eerste instantie uit bij Sharon Jones & The Dap-Kings. Ik denk meteen aan de 'kattebel' die ik in 2010 of 2011 heb geschreven, maar ontdek even later dat ik nog eens een 'uitgebreid' verhaal heb geschreven bij het eerste uitstapje naar Keulen. Die avond dat ik niet kon slapen in de herberg en dat ik uit ellende maar ben gaan schrijven. Ik heb dus wel het meeste verteld over Sharon Jones & The Dap-Kings en ik snuffel zestien verder en kom uit bij Stacy Lattisaw. Die heb ik in 2012 al eens behandeld. Ik mag van mezelf maximaal twee keer 'doorbladeren' en moet dan een keuze maken. Achtenveertig singles vanaf The Jackson Five staat deze van The Manhattans: 'Kiss And Say Goodbye', een plaatje dat schifting na schifting 'overleefd', maar ik net zo mooi in de jaren zeventig-bak kan staan. Ik heb The Manhattans een paar keer genoemd vanwege een aankoop in 2013 en bij de Week Spot van The Lovettes, maar ik ben nooit echt diep in het verhaal van The Manhattans gedoken. Dat ga ik vandaag dus alsnog doen.

In 2013 koop ik op Marktplaats aardig wat singles van een dj/verzamelaar die opruiming houdt. Hij verdwijnt opeens van Marktplaats en ik zag een paar maanden geleden dat die weer terug is. De platen hebben echter niet echt mijn interesse en dus laat ik het erbij. Via hem verkrijg ik 'Midnight Blue' van Wendy Alleyne en dat zal me introduceren tot de 'spouse'-muziek van Barbados. Op Blauwe Bak-niveau ontvang ik Joe Haywood met open armen, maar denk lange tijd dat de plaat uit omstreeks 1966 is. Dat blijkt dus 1972 te zijn, maar daar is die niks minder om! Hij levert mij ook 'If My Heart Could Speak' met 'Do You Ever' op de b-kant van The Manhattans. De nummers zijn respectievelijk uit 1970 en 1971 en worden in 1973 opnieuw als één single uitgebracht. Met name 'Do You Ever' groeit uit tot een favoriet, maar inmiddels 'mag' ook 'Speak' bij mij. Een paar weken later doet hij mij een geweldige aanbieding. Voor een paar euro een twintigtal ongesorteerde singles. Daar zit rampzalig spul tussen, zoals 'Foe Noti' van Alberto ('Voor Niets' op zijn Surinaams en dat lijkt op papier beter), maar ook een beter exemplaar van 'Kiss And Say Goodbye'. De oude heb ik sinds 1993 en is dan al 'verrot', de nieuwe is niet veel beter maar kan ermee door voor een plaat die ik eens in de drie jaar draai. Deze single brengt me dus op het spoor van de roemruchte historie van The Manhattans.

Winfred 'Blue' Lovett is in de late jaren vijftig gestationeerd in Duitsland als hij zijn eerste groep formeert: The Statesmen. Richard Taylor is eveneens lid. Terug in Amerika sluit de laatste zich aan bij The Dulcets en maakt Lovett met The Dorsets zijn eerste single: 'Pork Chops' uit 1961. Dat plaatje wordt in 1965 erg populair in de Engelse Mod-scene en krijgt dus een Engelse 'release' op Sue. The Manhattans wordt in 1962 opgericht in Jersey City. De leden zijn George 'Smitty' Smith, Edward 'Sonny' Bivins, Winfred 'Blue' Lovett, Kenny 'Wally' Kelley en Richard 'Ricky' Taylor. Hoewel de mannen nu tussen de 75 en 79 jaar zouden zijn (en dat is niet oud als je een moeder van 77 hebt), is niemand meer onder ons. In 1964 brengt The Manhattans de eerste plaat uit: 'For The Very First Time'. Het verschijnt op Carnival Records, het label van jazz-saxofonist Joe Evans dat gedurende 21 jaar maar liefst 63 singles en twee elpees uitbrengt. The Manhattans blijft tot 1968 bij het label en brengt intussen ook The Lovettes onder bij deze maatschappij. Dat maakt een paar singles waaronder de voormalige Week Spot 'Little Miss Soul' (1966). The Manhattans wordt in 1968 nog uitgekozen als 'meest veelbelovende groep', maar zal dat bij Carnival niet meer waar maken. In 1969 maakt de groep haar opwachting bij DeLuxe, een onderdeel van King Records. Dat label start in de jaren veertig als country-label, maar met name James Brown & The Famous Flames alsook een stal aan blues-artiesten zetten King op de kaart in de zwarte muziek. The Manhattans blijft vier jaar bij DeLuxe en heeft haar voorproefje van succes. De groep kent echter ook dieptepunten en de meeste daarvan treft het in 1970. George Smith valt van een trap en wordt kort daarop ziek. Hij zal 1971 niet meer halen. Een hersentumor neemt hem op 16 december 1970 weg uit dit leven, twee dagen voor zijn 31e verjaardag. The Manhattans moet meteen op zoek naar een nieuwe zanger. Lee Williams van The Cymbals valt een paar maal in, maar wil zijn eigen groep niet verlaten. Dan klopt de groep aan bij Gerard Alston. Ze hebben Alston in 1969 al eens ontmoet, maar die heeft dan nog geweigerd The New Imperials te verlaten en hapt in 1970 alsnog toe.

De groep heeft tot dan toe een paar bescheiden successen gekend. 'I Wanna Be' uit 1965 is de eerste Billboard-hit, maar komt niet verder dan 68 en 12 op de R&B. Volgende singles bungelen onderaan de Billboard en doen het ietsje beter op de R&B. Met Gerald Alston op de leadzang verandert dat. Zowel 'One Life To Live' (1972) als 'There's No Me Without You' bereiken een derde plek op de R&B en de laatste breekt zelfs door in de top 50 van Billboard. In 1973 stapt The Manhattans over naar Columbia (CBS bij ons) en de gouden combinatie wordt in 1976 een feit als de groep samenwerkt met de onafhankelijke producer en arrangeur Bobby Martin uit Philadelphia. Hij verpakt de mierzoete stemmen van de heren Manhattans in een ballade die zijn weerga niet kent: 'Kiss And Say Goodbye'. De single verbreekt alle records en is de tweede single die 'platinum' krijgt van RIAA sinds de totstandkoming van de 'platinum-plaat'. 'Hurt' en 'I Kinda Miss You' zijn ook nog redelijk succesvol, maar staan in de schaduw van 'Kiss And Say Goodbye'. In 1976 stapt Ricky Davis uit de groep om zich te richten op de Islam, hij ontvalt ons in 1987 na een lange ziekte. The Manhattans gaat door als kwartet en heeft een Amerikaanse top tien-hit in 1980 met 'Shining Star'. Ook staat de groep te boek als oorspronkelijke uitvoerders van 'Just The Lonely Talking Again' in 1983 dat later op het tweede album van Whitney Houston zal terechtkomen.

Hoewel de groep nog altijd actief is, krijgt het in 1990 een schok te verwerken als Lovett ermee moet stoppen op doktersadvies. Kelley stapt uit de groep om zijn opleiding af te maken na meer dan twintig jaar. Bivins gaat door met leadzanger Roger Harris welke Gerald Alston een jaar eerder heeft vervangen. De bezetting wisselt geregeld in de vroege jaren negentig en in 1991 komt Lee Williams bij de groep. Die had 'nee' gezegd in 1970 toen Smith vervangen moest worden. Een decennium later zijn er twee Manhattans in omloop. Bivins heeft zijn groep met Charles Hardy, Harsey Hemphill (sinds oktober 1990), Alvin Pazant en Lee Williams. Deze Manhattans maakt nog enkele albums. Lee Williams gaat dit jaar met pensioen en sindsdien is Keni Jackson de nieuwe frontman van The Manhattans. Lovett en Alston zijn ook enige tijd actief met hun versie. Troy May, David Tyson en Eban Brown zijn de overige leden. Deze groep maakt ook een paar albums, maar is verder vooral te bewonderen in casino's en theaters. Als Manhattans-lid zingt Alston mee op het album '8 Diagrams' van Wu-Tang Clan (2007).

Edward Bevins ontvalt ons op 3 december 2014. Hij is op iedere Manhattans-plaat te horen sinds 1962. Winfred Lovett volgt zes dagen later. Hem horen we als bas-zanger terug op veel van de hits en hij doet het 'spoken intro' in 'Kiss And Say Goodbye'. Kenneth Kelly overlijdt op 17 februari 2015 en dat maakt een einde aan de originele Manhattans. Gerald Alston is nu het enige lid uit de hoogtijdagen van de groep en hij heeft eerder deze maand 64 kaarsjes mogen uitblazen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten