maandag 23 augustus 2010

hedendaagse traditionals


Soms kost het moeite om bepaalde dingen in het juiste perspectief te zien. Natúúrlijk kent iedereen de producties van Greg Weeks. Moet je nu nog uitleggen wie Meg Baird is? En heeft ook iedereen wel een cd in huis waarop Helena Espvall haar wondere spel van strijkstok en snaren mag etaleren. Als ik de groep zou aankondigen als The Espers zou mijn mailbox te klein zijn. Immers, iedereen weet dat The voor Espers uit de boze is. Als iemand heeft lopen meeknikken met al het bovenstaande: We zijn zeldzaam! Gelukkig leent Soul-xotica zich ook voor onontdekte supergroepen.

Supergroep. Er zijn maar weinig formaties die dat predikaat kregen opgespeld, die de verwachtingen waar maakten. Natuurlijk is het een experiment om concurrerende meesters uit een genre samen te laten werken, of een groep uit uitersten samen te stellen. Misschien is 'supergroep' tegenwoordig de minst gunstige kritiek die een band kan krijgen. De benaming roept veel cynisme op.

Toch kun je bij Espers, zo hoort het, er moeilijk om heen. De criticus die 'New Weird America' verzon, mag een steniging tegemoet zien. Inmiddels niet alleen van de geassocieerde artiesten, maar ook van liefhebbers uit die hoek. Okay, de vergaarbak van Cocorosie is misschien moeilijk te duiden, maar bij Espers is het toch overduidelijk de folkrock die leidt.

Het broertje van Espers heet Vetiver (hoort op zijn Frans: Vet-i-vér) en is iets beter bekend. Dé ultieme hippie uit het NWA-circus is de enigmatische folkbard Devendra Banhart, die vaak meezingt op hun platen, soms bij optredens uit het niets verschijnt, maar zich verder alleen om zijn eigen carriére bekommert. Desondanks verschijnt van Vetiver op gezette tijden een nieuw album.

Na het debuut van Espers in 2004 was het al een verrassing dat in 2006 dit album uitkwam: 'Espers II'. Nóg groter de verrassing: De komst van de derde in 2009. Omdat ik het schaarse vinyl heb gemist en cd niet zo'n hoge prioriteit heeft, laat staan zwakke mp3-downloads, ken ik deze (nog) niet.

Ik kende in 2006 alleen Espers van naam. Kort na die tijd regende het de namen van Greg Weeks en Helena Espvall. Greg speelt een sleutelrol in de hedendaagse folkrock. Die prachtige stem van Meg Baird zou het langst bij me blijven. Een jaar later verschijnt haar soloplaat 'Dear Companion', natuurlijk geproduceerd door Weeks.

Folk is iets uit de oudheid. Je zou verwachten dat binnen de folk geen sprake kan zijn van vernieuwing. Immers, alles lijkt gestoeld op traditionele melodieën? Ziehier, de kunst van Espers om melodieën in de geest van 'She Moves Through The Fair' te produceren. Hélemaal van nu!

Het 'rock'-aanhangsel zou ik willen omschrijven als The Pentangle zonder jazzy fratsen. Ik ben er zeker van dat nummers als 'Rosemary Lane' (van het debuut), 'Dead King' en 'Children Of Stone' over een paar eeuwen als traditionals worden beschouwd. Folk leeft, lang leve Espers!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten