maandag 20 december 2021

Top G-duizend: The Byrds


Tot mijn grote schrik ontdek ik een paar uur geleden dat ik mijn slaapkamerraam op een kiertje heb staan. Oef, daar voelt het best koud aan maar gelukkig hoef ik daar nog niet te vertoeven. In de kamer heb ik de kachel een paar standjes hoger gezet en draag ook een vest over mijn overhemd. Nu is het wel uit te houden. De winter is zojuist officieel aangebroken en het seizoen meldt zich meteen met een temperatuur rond het vriespunt. Ik heb al aangeboden om de maandag na kerst te werken en als de Buienradar gelijk krijgt, kan het die ochtend verraderlijk glad worden. Heb ik weer...? Het is ook de dag waarop we kennis nemen van het overlijden van Reinier Paping, de winnaar van de barre Elfstedentocht van 1963. Ik heb de uitzending van 'Andere Tijden' een paar jaar geleden gezien en kan niets anders dan enorm veel respect hebben voor de helden op het ijs van 1963. Het is eveneens een paar dagen totdat de Top 2000 weer losbarst en ik zal wederom niet veel (of niets) meemaken van het festijn. Het zou me verbazen als de plaat uit de Top G-duizend van vandaag  in de lijst staat. En of die helemaal wordt gedraaid of halverwege wordt weg gedraaid. De single klokt in over de vijf minuten. Ik zet vandaag 'Chestnut Mare' van The Byrds in de schijnwerpers.

Voor The Byrds breekt in 1970 een lastige laatste periode aan. De groep wordt dan het best herinnerd voor 'Mr. Tambourine Man' en 'Turn! Turn! Turn!' en is vooral het product van de Amerikaanse folkrock. In het nieuwe decennium gaat de groep meer in de richting van de countryrock en dat levert hen weliswaar nieuwe fans op, maar doet ook veel oude fans opstappen. Waar The Byrds in 1965-67 een pure hitgroep is met elpees, daar is de band in 1970 een kind geworden van de VPRO. Met name gitarist Skip Battin legt The Byrds tijdens de laatste jaren van haar carrière geregeld een strop om de hals, maar het blijft haar tijd uitzingen tot 1973. Roger McGuinn brengt dan eenmaal de 'klassieke' bezetting terug voor een elpee en dat is het einde van het hoofdstuk van The Byrds. In 1970 ligt de focus iets meer op de elpees, mede dankzij 'Untitled', en CBS besluit dan ook de volledige albumtrack op single uit te brengen. Gek genoeg wordt het ook nog gedraaid op de radio waar vijf minuten doorgaans een eeuwigheid is. Met als resultaat dat de single het alsnog tot een vijftiende plek schopt op de Top 40.

Ik hoor het nummer voor het eerst in de vroege jaren negentig. De eerste associatie is de Vara op de dinsdag. Wellicht dat Henk Westbroek het heeft gedraaid in de tijd dat hij op dinsdagmorgen twee of drie uren tot zijn beschikking heeft. Een paar jaar later tik ik de elpee 'History Of The Byrds' op de kop. Niet alleen de meest ultieme compilatie van de band, maar ook een 'family tree' van Pete Frame op de binnenzijde van de klaphoes. En, ja, ieder stukje wit op het papier is benut want het is een komen en gaan van muzikanten binnen The Byrds. In de jaren negentig doe ik al een paar maal een eigen Top 100 en daar is 'Chestnut Mare' ook aanwezig. De single wil maar niet op mijn pad komen en zo wordt het dan de zomer van 2020. Ik breng een paar dagen door in Warnsveld en op de dinsdag gaat het halverwege de dag regenen. Ik heb een 'boodschapje' en ga daarom maar tijd doden in Deventer. Hoewel de ziekenhuisopnames op dat moment 'nul' zijn, is Deventer helemaal in de ban van de maatregelen met eenrichtingsverkeer en stoplichten buiten winkels. Bij Bep Dylan is alleen de uitbater aanwezig en daar doe ik me te goed aan de singles. Veel goedkope dingen, maar ook The Byrds. De plaat is een beetje duurder. Of dat terecht is? Het blijkt wel in een uitmuntende staat te zijn en omdat het zo'n druilerige dinsdag is, besluit ik mezelf op de plaat te trakteren.

Had ik al verteld dat ik The Byrds 'live' heb gezien? Ik betwijfel of de band het recht had om de naam te voeren, want het is eigenlijk gewoon de band van Skip Battin welke voor de gelegenheid veel van The Byrds speelt. Zelfs nummers uit de periode waarin Skip zélf geen lid is. Leuk detail is dat deze avond ergens in mijn buurt een achttienjarig meisje staat te kijken samen met haar vader. Dat ontdekken W. en ik pas jaren later. We moeten elkaar wel hebben gezien want het is niet druk op deze avond op Dicky Woodstock.

Ik leer de tekst pas jaren later kennen als ik me realiseer dat 'Chestnut Mare' kastanjekleurige merrie betekent. Het is dan ook een vrij ongebruikelijk liefdesliedje. De ik-figuur is een hengst die iedere dag de merrie ziet grazen en op een dag probeert haar aandacht te trekken. Zij is daar blijkbaar niet van gediend en zet het op een rennen. Hij krijgt haar niet te pakken en op het eind vliegen ze beide vanaf een klif de eeuwigheid tegemoet. In plaats van een blauwtje te lopen, jaagt hij de arme merrie met hem de dood in. Het heeft dan ook een merkwaardige romantiek en het is alsof ik dat al vanaf het eerste begin in het nummer heb gehoord. Perfecte radiomuziek, hoewel het nog altijd een mysterie is dat een single van vijf minuten veelvuldig is gedraaid op de radio.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten