dinsdag 11 september 2018

Gestampte aardbei



De rondreis door acht jaar Soul-xotica ging teveel over plaatjes draaien in een bepaalde horeca-gelegenheid in Steenwijk waar ik tegenwoordig totaal geen affectie meer bij heb. Op het eerste gezicht zijn er mindere dingen om over te schrijven en dus begin ik dapper aan een bericht. Ik ben al in 2014 aanbeland als ik er opeens genoeg van heb en het concept in een oogwenk in de prullenbak ligt. Waar gaan we dan eens over vertellen? Ik hik op tegen een tweetal verhalen. Buiten het 'Raddraaien', de 'Singles round-up' en vaste rubrieken als Week Spot en 'Eretitel' heb ik jullie het afgelopen jaar op sleeptouw genomen door mijn leven. Het begint met het logeeravontuur in Ruigoord en heeft me via York in Mossley gebracht. Ik heb niet eens gekeken wanneer ik voor het laatst heb gepubliceerd met betrekking tot 1998. Feit is dat de zomervakantie in Nederland legendarisch is en dat ik met frisse moed terug keer naar Mossley. Daar wacht John op mij, een nieuwe 'companion' waarmee ik veel ga optrekken in deze maanden. Tijdens het 'Bank Holiday Weekend' (dat moet de laatste maandag van augustus zijn geweest) beklimmen we 'de berg' die ik vorig jaar al eens aan bod heb laten komen. Ik zou ook kunnen schrijven over de 'Blackpool Illuminations' want dat is allemaal vóór de tijd waar ik nu naartoe ga. Ach, misschien kan ik het hier ook wel binnen een alinea kwijt. Ik neem jullie vanavond mee terug naar september 1998.

September 1993 is een 'heftige' maand voor mij, dat zullen jullie wellicht middels 'Het zilveren goud' gaan merken. Hoeveel ik over die betreffende maand en ook 1998 kwijt wil, heb ik helemaal zelf in de hand. Het is per slot van rekening mijn weblog. Wat deel je wel met je lezers en wat niet? Zodra een bericht heel erg pijnlijk voor mezelf word of als het iemand anders schade of berouw zou kunnen opleveren, dan zou ik moeten overwegen om het niet te doen. Voor zover ik weet doe ik met beide berichten niemand schade of berouw aan en dwing ik alleen mezelf om naar een minder mooie periode te kijken. Hoewel? Dat laatste kan ik na respectievelijk twintig en vijfentwintig jaar erg goed relativeren. De uitkomst van iedere depressie is hetzelfde: Je komt er sterker uit dan dat je erin bent gegaan. In september 1998 ben ik bijna een half jaar in Mossley. De bouwvakkers zijn druk geweest in de laatste maanden en hebben de rommelige zolder omgetoverd tot ongeveer vijftien prachtige eenpersoonskamers met eigen douche en toilet. Het gaat op volgorde van 'woonduur' en dus mag ik als één van de eerste mijn nieuwe kamer uitzoeken. Het wordt een kamer die ver uit de buurt is van de Fransman waar ik niet zo goed (meer) mee kan opschieten. De kamer met vrij uitzicht op de Pennines is al vergeven. De mijne heeft uitzicht op de top van de Pennines (een bergachtige heuvelrug die van Snowdon in Wales naar Schotland loopt) en nog een stukje van de loods. Ach vooruit! Ik kan ermee leven. We mogen zelf kleuren uitkiezen, hoewel de kleuren zich beperken tot vijf of zes varianten. Zo kom ik ook bij de kop boven dit verhaal. Ik ga voor een rustieke sfeer met een knipoog naar de jaren vijftig: Oudroze en blauwgroen. Met name de laatste jaren zijn pasteltinten weer helemaal in de mode. In 1998 raak je roze aan de straatstenen niet kwijt en dus wordt een vage naam bedacht om de kleur toch in de schappen te brengen. 'Onze' fabrikant heeft gekozen voor 'crushed strawberry'.

Bij thuiskomst uit Nederland ontmoet ik John die dezelfde dag een aanvaring heeft met Martin. De laatste pakt de biezen en daarmee is alleen de Fransman langer in Mossley dan mij. De andere Fransman, de 'deputy leader', is tijdens mijn vakantie vertrokken met de inhoud van de kleine kas en muzikant Hans is maanden geleden eruit gezet. Een week na John komt Phil bij ons wonen. Phil is een echte 'zwerver'. Een veteraan van de Falkland-oorlog die teveel heeft gezien en daardoor niet meer normaal kan functioneren. Phil heeft jaren doorgebracht in Frankrijk in de Emmaus en wil nu terug naar zijn 'roots'. Hij komt van oorsprong uit Rochedale dat ongeveer dertig kilometer verderop ligt. Er is sindskort 'een potje'. Voorwaarde is dat minimaal drie 'companions' mee gaan bij een 'uitje'. In zo'n geval draagt de Emmaus een bedrag bij om te besteden aan en tijdens het uitstapje. Ook betaalt de Emmaus voor de benzine van de 'people carrier', de gezamenlijke personenauto. Dat zal ooit een échte 'people carrier' worden (een Nissan Prairie uit de jaren tachtig), maar is eind 1998 nog een krappe Austin Metro. John oppert het idee en Phil is meteen enthousiast. Het kost weinig overredingskracht om mij mee te krijgen en dus is het een heus uitstapje! Blackpool is een stad aan de westkust met een strand en een heuse pier. Het is in de jaren zestig en zeventig dé vakantiebestemming van 'het volk' uit het noorden en midden van Engeland. Cornwall is té deftig, Blackpool richt zich op de 'kleine man' met zijn familie. De 'Blackpool Illuminations' is een jaarlijkse happening in september. Langs de hele kustlijn worden lampjes opgehangen. Op twee avonden, vrijdag en zaterdag, wordt met veel theater en dramatiek het licht aan gedaan. Het is net zo simpel als dat ik het hier beschrijf. Het is een sfeervolle gebeurtenis en het trekt jaarlijks vele bezoekers. John, Phil en ik gaan in 1998 de 'Blackpool Illuminations' bijwonen. Omdat John een rijontzegging heeft en Phil en ik geen rijbewijs hebben, brengt de coördinator en zijn vrouw ons naar Blackpool. We mogen ook hun koepeltentje lenen.

Als de tent staat, willen we naar Blackpool lopen. We staan op een camping in, volgens mijn herinnering, een gehucht genaamd St. Martins. Ik zie nu dat aan St. Martin's Road een camping zit: 'Highfield Recreation Ground'. Vanuit de lucht lijkt het alsof het echt in Blackpool zit, maar het is zeker vijf kilometer naar het centrum en dan ben je nog niet bij de pier. We hebben een geluk: We kunnen een lift krijgen van een campinggast. Die zet ons bij de eerste pub af. Ik geloof dat we iets van zestig pond 'zakgeld' hebben en daar wordt meteen een gat in geslagen. Een beetje flink aangeschoten lopen we later verder richting het centrum. John vertelt me later dat ik onbeschoft ben geweest in een 'chip shop', maar dat kan ik me niet herinneren. Nog voordat we bij het centrum komen, hebben we al 'mot'. John beent weg en we zullen hem de rest van de avond niet zien. Naar mijn gevoel is Phil echt half van de wereld en kan ik hem niet alleen laten. Terwijl hij opeens gaat 'bedelen' door liedjes te zingen op de boulevard en me uitscheldt, heb ik ook genoeg van Phil. De laatste zal nog op het politiebureau terecht komen. Mijn verloop van de avond kan ik niet herinneren. Wél dat ik een discotheek ben uitgeschopt, maar de reden is me nog altijd onbekend. De herinnering komt terug als ik naar de camping wil. Ik heb juist twee kilometer afgelegd vanaf de pier. Ik kijk in mijn portemonnee. Oef... daar kom ik niet ver mee! Ik hou een taxi staande, ik leg hem de situatie uit en neem plaats. ,,Waar moet je naartoe?". Iets met Saint... en opeens is St.-Anne's erg logisch. De chauffeur zet me af op de bewuste plek en dat is... de pier waar ik vandaan kom. Ik weet niet hoeveel stennis ik heb geschopt, maar ik word uiteindelijk opgepikt door een andere taxichauffeur en die brengt me naar St.-Martin's. Uiteraard gratis en voor niks want ik heb mijn laatste geld gepompt in de andere taxi. Ik word gewekt door John en Phil. De laatste is net terug gebracht door de politie, hij heeft in een cel gelogeerd. Ze trakteren me op ontbijt: Een Snickers en een blik 'Special Brew'. Die middag worden we weer opgehaald. We hebben afgesproken dat de coördinator niks mag weten van wat er is gebeurd. Zijn vrouw Carol breekt het ijs zodra we in de auto zitten. ,,Hoe hebben de mannen het gehad?". ,,Ja, mooi!", klinkt het in koor. John hangt vervolgens een lulverhaal op van een museum dat we hebben bezocht. Je houdt Carol echter niet voor de gek en ik lees het ongeloof op haar gezicht.

Binnenkort dan toch maar eens het verhaal schrijven, dat ik van plan was om te schrijven? Ik had nu evengoed een afbeelding kunnen nemen met betrekking tot Blackpool of wellicht de hoes van 'Viva Hate!' van Morrissey. 'Everyday Is Like Sunday' neemt me telkens terug naar dit 'vage' weekend met John en Phil in Blackpool. De foto boven dit bericht is een 'screenshot' van de virtuele wandeling die je kan maken langs het Huddersfield Canal. Dit is de laatste sluis van Mossley richting Greenfield en Uppermill. Dat komt in een volgend bericht voorbij en dan zoek ik gewoon een ander sluisje op van de virtuele wandeling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten