woensdag 23 december 2015

Blauwe Bak Top 100: 40-31



Het zijn drukke tijden voor mij. Het is inmiddels kwart voor drie in de nacht en ik begin net aan deze aftelling van de Blauwe Bak Top 100. Verder zou ik vanavond nog moeten schrijven aan een verhaal dat morgen rond deze tijd pas is afgelopen. Daarnaast moet ik morgen ook nog even aan het werk, in verband met kerstavond begin ik om half een en tot maximaal half vier. Over dat verhaal van morgen: Het heet 'The Rise & The Fall Of A Tree' en het is een idee waar ik al jaren mee speel, een soort van vervolg op 'Subspace' van een paar jaar geleden. Een hoorspel met platen in plaats van geluidseffecten. Het verhaal is andermaal absurdistisch en de speellijst van plaatjes indrukwekkend (en tot nu toe geen enkele kerstplaat!). Dat is morgenavond tussen 1 en 3 'onze' tijd. Dan ga ik nu snel verder met het zevende deel van de Blauwe Bak Top 100. Morgen tel ik af van 30 naar 21 en neem eerste kerstdag helemaal 'vrij' van Soul-xotica. In het weekend besluit ik met de top twintig.

40. Woman Of The Ghetto-Marlena Shaw (US, Cadet 5650, 1969)
Het is eigenlijk de keerzijde van de plaat die me het meest interesseert en deze komen we in het weekend tegen. Toch is de plaat vooral gewild dankzij 'Woman Of The Ghetto' dat veel en vaak is gesampled in de afgelopen decennia. Dat drijft de prijs voor goede exemplaren richting waanzin. Goede exemplaren zijn bovendien schaars. Europese persingen gaan buiten mijn budget en het Amerikaanse styreen laat wel eens te wensen over. Dan zie ik deze op Ebay of Discogs, dat weet ik niet meer. De handelaar heeft een geluidsclip bijgevoegd en hoewel ik niet weet hoe de b-kant zal klinken, heb ik 'Woman Of The Ghetto' in tijden niet zo 'fris' gehoord. De handelaar schat de plaat 'laag' in vanwege het label, maar er is geen enkele dj die daar om maalt. Het label is 'vuil' en heeft wat 'ringwear' dat volledig acceptabel is bij Chess-gerelateerde platen van deze leeftijd. Hoewel 'I'm Satisfied' dus de reden van aanschaf is, begint 'Ghetto' voor mij toch wel te 'spelen' na aanschaf en dat beloon ik met deze veertigste plek. Wellicht ook de 'langste' single in deze Top 100 in de zin van speelduur. Hij gaat ruim over de vijf minuten!

39. You Gave Me Soul-Andrea Davis (US, Chess 1980, 1966)
Een voorliefde voor Chicago-soul en een gezonde interesse voor Chess-platen. Dit heeft al menig parel in mijn bak gebracht en is eveneens het geval bij Andrea Davis. Het geluidsclipje klinkt uitnodigend en ik heb geen minuut spijt gehad. Het is overigens pas als de single arriveert dat ik ontdek dat Andrea Davis niemand minder is dan Minnie Riperton. Het geeft deze plaat alleen maar meerwaarde.

38. Broken Man-Pioneers (UK, Mercury 6198 081, 1976)
In navolging van de Jamaicaanse 'sound systems' zijn de Northern Soul-dj's de volgende die aan 'cover-ups' doen. Om te voorkomen dat een concurrerende club aan de haal gaat met jouw ontdekking, worden de etiketjes zorgvuldig verwijderd en krijgt de plaat een andere identiteit. Soms een kolderieke naam, maar niet zelden kiest de dj een naam van een soortgelijke groep of artiest. Een bekend voorbeeld is 'Lonely Man' van de Amerikaanse The Outsiders dat in Engeland een leventje gaat leiden als 'Help Me Find My Way' van The Detroit Shakers, maar ook 'You Don't Love Me' van Epitome Of Sound gaat aanvankelijk onder een valse naam. Steve Jeffries van Rarenorthernsoul bekent hierbij dat zijn onvindbare plaat van Spiral Starecase eigenlijk deze van Pioneers is. Hoe lang de 'leugen' stand heeft gehouden, weet ik niet, maar de plaat is over het algemeen niet heel erg lastig te vinden. Het is overigens dezelfde Pioneers als van de reggae-hits 'Let Your Yeah Be Yeah' en 'Long Shot Kick The Bucket', maar dan in een disco-jasje met Eddy Grant achter de knoppen.

37. Don't Leave Me-The Tempo's (US, Riley's 8781, 1966)
Niet te verwarren met de gelijknamige groep dat in de jaren vijftig een dikke hit scoort met 'See You In September'. 'Onze' Tempo's komt uit Detroit en maakt in 1966 deze wonderschone single voor het obscure Riley's-label. Enerzijds een duidelijk herkenbaar geluid uit Detroit, maar niet de zoveelste aanval op een Motown-stamper. 'Don't Leave Me' is subtiel en beheerst, midtempo met uitstekende zangers en slechts kleine accenten in het arrangement dat het zo typisch Detroit maakt. Zo mag ik ze graag horen!

36. Mama-Annette Poindexter (US, Twinight TWI 132, 1970, re: 2007)
Deze Top 100 heeft pijn gedaan. Ik heb van enkele 'dubbele' platen een kant moeten wegstrepen dat nóg meer pijn doet. Dan kom ik bij deze van Annette Poindexter: Twee uitstekende kanten die beide in de Top 100 móeten. Alleen... welke zet ik als hoogste? De keuze is dus toch gevallen op de officiële a-kant, maar 'Mama' voelt nu nog steeds als 'te laag'. Het is namelijk één van de plaatjes dat mijn 2015 cachet heeft gegeven, maar dan opnieuw... dat geldt ook voor de andere kant. Het leven bestaat uit keuzes en keuzes.

35. I Can Feel Him Slipping Away-Mamie Lee (UK, MGM K 13850, 1967, re: 201?)
Een cadeautje! Ik plaats op eerste paasdag een order bij mijn favoriete bootleg-dealer, omdat hij wederom 'opruiming' heeft. Ik zie daartussen 'The Key To My Happiness' van The Charades voor weinig en voeg het toe aan de lijst. Als de plaat arriveert, zie ik deze van Mamie Lee op de keerzijde en begin juist dit nummer te draaien boven die van The Charades. Hier is dan het resultaat: The Charades heeft helemaal niet mee gedaan in de samenstelling van de Top 100 en een vijfendertigste plek voor Mamie Lee. De plaat heeft ook nog een tijdje op de nominatie gestaan om Week Spot te worden in deze week, maar dan kies ik toch voor een Twinight die deze positie nog niet heeft bekleed. Overigens is Mamie Lee naar alle waarschijnlijkheid een blanke zangeres die hier bijzonder soulvol klinkt, maar verder toch vooral in de 'pop' zit. Ze werkt in 1967 nauw samen met Dr. John, maar dat is dan meteen alle beschikbare informatie omtrent Mamie Lee.

34. Mr. Magic Man-Wilson Pickett (Duitsland, RCA Victor 74-0898, 1973)
Het indirecte resultaat van een Engelse podcast met radio-opnames uit de jaren negentig. Een Northern Soul-dj doet zijn deel van een 'Northern Soul Allnighter' met een selectie van 'what the old sixties guys did in the seventies' en opent daarbij met 'The Way You Hold Me' van Chuck Jackson, een album-track uit 1978. De volgende die hij draait is een opname van Wilson Pickett van rond dezelfde tijd. Overigens zit later in hetzelfde uur 'Hey Girl' van The Caprells. Deze podcast groeit uit tot een favoriet tijdens fiets- en wandeltochten (in Slenaken kan ik vanaf Hoogcruts door het dorp en over de Schilberg terug in precies de lengte van deze podcast). De interesse voor later werk van Wilson Pickett groeit daarmee in aanzien en ik ben bijzonder gelukkig met deze 'Mr. Magic Man'. Het is een single van het eerste album van Pickett dat niet op Atlantic verschijnt.

33. Be My Lady-The Dynamic Tints (US, Twinight 145, 1971)
De Week Spot van deze week en dus verwijs ik jullie naar het bericht van gisteren.

32. Sunshine Holiday-Carolyn Franklin (UK, Soul Brother SB 7016, 1976, re: 2014)
In de soul-dj-wereld draait het om 7" en 45-toeren. Als het niet in een singles-koffer past, zit het niet in de set. Dat daarmee honderden potentiële dansvloer-kneiters van tafel worden geveegd, lijkt niemand te deren. Zelf moest ik tegendraads genoeg zijn om ook elpees te gaan verzamelen, maar bij mij heeft de single altijd meer aanzien gehad dan een elpee. Genoemde Chuck Jackson-track is bijvoorbeeld nooit uitgegeven als single en is toch subliem genoeg in een set te hebben, dus wellicht dat ik de concessie nog eens ga maken. Of stiekem blijven hopen dat Soul Brother een single-versie uitbrengt, zoals bij deze van Carolyn Franklin. De zus van Aretha en Erma maakt in 1976 een elpee die hoog staat aangeschreven bij funk-dj's en deze single laat horen waarom. De b-kant is het echte funky werk, 'Sunshine Holiday' is een lekker ontspannen deuntje voor als je met je krent in een hangmat ligt.

31. Nothing In The World-The Electras (US, Dé-Lite DE-535, 1971)
Ik kom eigenlijk via de lokale eerste persing op het spoor van deze single. Het is niet onwaarschijnlijk dat ik de plaat eerder heb gezien, maar het Dé-Lite-label ken ik voornamelijk van Kool & The Gang uit de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig en dus trekt het me in eerste instantie niet. Het kan verkeren. Waar sommige platenmaatschappijen voortdurend van label-opzet veranderde, daar is Dé-Lite gedurende de jaren trouw gebleven aan dezelfde stickers en belettering. Ik koop de plaat in eerste instantie voor 'Another Man's Woman' (uit de 'bubbling under'), maar vergeet dat zo snel als dat ik kennis maak met 'Nothing In This World'. De standaard-Northern Soul is enigszins verdwenen in 2015 en ook de 'girlgroup-sound' heeft wel eens betere jaren gekend in de Top 100, maar dit is de 'best of both worlds' en mag dus op nummer 31. Morgen dender ik voort naar nummer 21.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten