woensdag 5 augustus 2015

Raddraaien: Nancy Wilson



Ik had me voorgenomen 'iets' te doen met 'leuke jaartallen'. Dit omdat ik in de aanloop zit naar het tweeduizendste bericht. Het 1959e bericht heb ik over Veronica laten gaan (dat in dat jaar officieel is opgericht), vandaag heb ik het 1969e bericht voor me. Maar ja? Waarover ga ik schrijven? Over mijn fascinatie voor jaren zestig-singles hoef ik het niet te hebben, daar spreekt het merendeel van de voorgaande 1968 berichten boekdelen over. De festivals? Ach, ik weet het niet, ik wil ook graag de tiende serie 'Raddraaien' tot een einde hebben en dus kies ik bij dit 1969e bericht voor een 'Raddraaier' uit de 'nieuwe' jaren zestig-bak. De zestiende bak begint bij de Walker Brothers en eindigt bij ZZ & De Maskers. De eerste single die ik tegenkom, heb ik al eens in 'Raddraaien' gehad: 'Gimme Gimme Good Lovin' van Whichwhat. Uit... 1969! De single heeft echter tweemaal in de schijnwerpers gestaan, eerst in 2010 (13 april) en in 'Raddraaien' (17 januari 2015). Ik tel nog eens verder en kom dan uit bij Nancy Wilson. Ik heb zojuist de single nog maar eens gedraaid, maar nee... de plaat gaat weer terug in de jaren zestig-bak, hoewel ik hem bij vlagen zó goed vind, dat die zo af en toe in de reserve-Blauwe Bak staat: 'How Glad I Am' van Nancy Wilson (1964).

En ook nu is het weer begonnen... wanneer heb ik deze plaat gekocht? En, nadat ik de 'backspace' een tijdje heb ingedrukt, besluit ik nu dat het in 2010 is geweest. Het gekke is dat ik in die tijd nog geen berichten maak over recente aankopen, in juli 2010 is geen woord gerept over deze aankoop. Het is tijdens een Midweekfeest in Steenwijk. Die dingen heten tegenwoordig overigens Vestingsdagen. Die avond gaat Steenwijk de primeur hebben van het eerste Piratenfestival in de open lucht. Ik heb met W. afgesproken om bij haar te eten en 's avonds de stad onveilig te maken. Als we, na zelfgemaakte mole van pure chocolade, in de stad arriveren, is deze al schoongeveegd door de politie. Er hangt een grimmige sfeer in de stad en na een paar uren vertier in de kroeg, heb ik er genoeg van en ga naar huis. Terug naar de woensdagmiddag: Ik kom een héle leuke partij singles tegen, bijna allemaal funky en soul-achtige dingen. Deze van Nancy Wilson is er eentje van en van haar heb ik reeds een single in de Blauwe Bak: 'Peace Of Mind' (1968), dus dit moet wel goed zijn? De plaat valt aanvankelijk een beetje tegen en komt in de 'gewone' singles-bak te staan. In 2012 richt ik de 'gewone' singlesbakken opnieuw in en dan krijgen we de jaren zestig, jaren zeventig en jaren tachtig. Nancy Wilson verhuist naar de jaren zestig-bak.

Nancy is de oudste van zes kinderen en wordt geboren op 20 februari 1937 in Ohio. Vader Olden Wilson is een fervent platenkoper en dankzij hem ontdekt Nancy op jonge leetijd de muziek van Billy Eckstine, Nat King Cole en Jimmy Scott. Een jukebox in de buurt waar Wilson opgroeit, laat haar kennis maken met Dinah Washington, Ruth Brown, LaVerne Baker en Little Esther. In zowel de kerk als bij bezoekjes aan haar grootmoeder getuigt ze een aanstormend talent te zijn op zanggebied. Op haar vijftiende wint ze een talentenjacht. De hoofdprijs is een optreden in een televisie-show in Ohio. Niet eenmaal, maar tweemaal per week! Al snel wordt ze ook de presentatrice van het programma. Ze zingt in diverse jazzclubs, maar is op een bepaald moment niet helemaal zeker of ze wil doorgaan met zingen. In 1957 laat ze de educatie voor wat het is en gaat op tournee met Rusy Bryant's Carolyn Club Big Band. Rond dezelfde tijd ontmoet ze Julian 'Cannonball' Adderley. Op zijn advies pakt ze in 1959 haar koffers en vertrekt naar New York.

En daar vinden we een snijpunt met een Week Spot van een paar weken geleden. John Levy, de manager van Cannonball Adderley, zet alles in het werk om Nancy een ster te maken. Dan komt Jean DuShon langs en even vermoedt Wilson dat Levy DuShon voortrekt. Wilson heeft haar eerste doorbraak in New York als ze moet invallen voor Irene Reid en daarmee meteen een residentie krijgt in The Blue Morocco, een vermaarde jazz-club in New York. In 1960 tekent ze een contract bij Capitol. Ze maakt gedurende haar leven meer dan zeventig albums en heeft tal van hits, waarvan onze 'Raddraaier' de grootste is. 'How Glad I Am' bereikt in 1964 nummer 11 op de Billboard, 12 op de Cashbox, 45 op de R&B en nummer 2 op de Adult Contemporary. Alleen 'Face It Girl, It's Over' zal in 1968 in de buurt komen, verder is Wilson een middenmoter op de hitparade. Haar meest recente album dateert van 2006. 'Turned To Blue' valt in dat jaar in de prijzen bij de Grammy's als 'beste album in de gezongen jazz'.

Gedurende de volledige jaren zestig en zeventig is Nancy verbonden aan Capitol. Daarnaast is ze een gevierde actrice. Ik zou het bericht kunnen uitbreiden met een overzicht van de films waarin ze heeft gespeeld, maar dan gaan we ver over het gemiddelde van een bericht heen. Van alle titels die Nancy naar haar hoofd geslingerd krijgt, geeft ze zelf de voorkeur aan 'song stylist' en het is waar... Geef Nancy 'Vader Jakob' en ze maakt het iets van haarzelf en zet meteen ook een standaard waaraan toekomstige jazz-zangers en -zangeressen zullen refereren. Met name omstreeks 1968 heeft ze een fijn soul-geluid, zoals hoorbaar in 'Peace Of Mind', in de stijl van Marlena Shaw. 'How Glad I Am' is weliswaar charmant, maar net iets te jazzy en poppy om een permanente residentie in de soul-koffers te krijgen.

En tegen het einde van het bericht slaat de twijfel opeens weer toe. Is het dan tóch 2009 geweest? Zou me eigenlijk logisch lijken, want zo'n partij als dat ik toen heb gekocht, kon niet onopgemerkt zijn gebleven op Soul-xotica. Ik weet wél dat ik op dat moment op het Steenen Tijdperk-forum zit, want daar heb ik nog geschreven over de aanwinsten. Moet dus in 2009 of 2010 zijn geweest...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten