donderdag 13 maart 2025

Singles round-up: maart 3


Het had een actieve week moeten worden maar ik wil het er niet over hebben. De vierde vruchteloze dag op rij. Ik ben nergens geweest (buiten dinsdagavond een retourtje Steenwijk op de fiets), ik heb niks gekocht (buiten een paar nieuwe slipmats op Bandcamp) en ben ook maar gestopt met 'plannen voor morgen' te maken. Volgende week wordt het weer aantrekkelijker om naar buiten te gaan en bovendien... ik zal ook zo langzamerhand weer eens aan werk moeten denken. Vanavond presenteer ik jullie in ieder geval het tweede deel uit de partij singles van Mark van vorige maand. Ik zou deze afleveringen onder februari kunnen noemen, maar dat wordt té verwarrend. Bovendien tellen deze singles mee voor de 'Eindstreep' van deze maand, hoewel er ook een Blauwe Bak Top 45 in de peiling ligt. De volgende acht zijn de laatste van de reguliere 'Five-A-Day'-singles, daarna mogen jullie nog twee afleveringen verwachten van de 'Used-But-Not-Abused'. Dat zijn singles met een klein defect waardoor ze voor Mark nét niet meer goed genoeg zijn voor de reguliere 'Five-A-Day', maar met nog genoeg leven in de platen. De apparatuur kan weer aan!

* Peaches & Herb- Down Where It's At (UK, Contempo, 1975)
Een uiterst vreemde plaat. Hij staat niet op Youtube en bovendien heb ik nooit geweten dat Contempo een plaat heeft uitgebracht van Peaches & Herb. Het heeft in Amerika een release gehad op het BS-label uit Maryland en het is blijkbaar de enige plaat die is verschenen op het label. In 1977 zal Peaches & Herb weer tekenen bij een 'major' (MCA om precies te zijn) en kort daarna zal het duo zich hervinden met 'Reunited' en 'Shake Your Groove Thing' (beide op Polydor). 'Down Where It's At' is een gezellige uptempo danser die in de verte doet denken aan The Jackson 5. Ik begrijp wel waarom Contempo dit een kans wil geven in Engeland, ook al heeft het niets uitgehaald. De Northern Soulies zijn dol op instrumentale nummers en dus staat de zangloze versie op de b-kant. Maar dat geldt dan ook weer voor de Amerikaanse release.

* Dexter Redding- God Bless (UK, Capricorn, 1973)
Een beetje een 'nugget' voor mijn collectie. 'God Bless' is geschreven door niemand minder dan Jerry Williams Jr., beter bekend als Swamp Dogg. Hij heeft het een jaar eerder opgenomen met de groep Wolfmoon (welke ik ook in de collectie heb). Wolfmoon bestaat uit volwassen mannen die over het kinderlijke gebed van het zoontje zingen, Dexter is nog maar net droog achter de oren en zingt over het gebed van zijn broertje. Het is allemaal erg schattig maar haalt het kwalitatief niet bij Wolfmoon. Bovendien zingt Dexter voortdurend over Elmer Fudd waar het rijmt op Donald Duck. Ik meen bij Wolfmoon toch eenmaal een 'Elmer Fuck' te horen. De b-kant heet 'Love Is Bigger Than Baseball'. Dat klinkt op zichzelf ook aandoenlijk hoewel het vinyl aan die kant flink is beschadigd. Nogmaals, het is een 'nugget' voor in de Swamp Dogg-collectie en niets meer dan dat.

* Minnie Riperton- Wouldn't Matter Where You Are (US, Epic, 1977)
Een erg fraaie Amerikaanse demo met de mono-versie op de andere kant. Het maakt niet uit wat Minnie zingt, ook al is het de menukaart van de chinees in Havelte. Minnie's stem heeft altijd meteen mijn aandacht en dat is eveneens het geval bij deze single. Ze wisselt moeiteloos tussen de octaven en toch is het geen 'mooi zingen', het komt haar tot uit de tenen. Bij Minnie hoef je gewoon niet bang te zijn voor een valse noot, daarvoor beheerst ze haar zangstem te goed. Jullie begrijpen het al: Minnie is gewoon één van de grootste zangeressen in mijn optiek.

* Sam & Dave- May I Baby (UK, Stax, 1967)
Mark adverteert het met deze kant en de vermelding dat het een Engelse persing is op het blauwe Stax-label..Ik ben vlug bereid. Daarna ontdek ik dat ik de Engelse persing al heb, maar gewoon in de jaren zestig-bak. Ik heb de b-kant daar nooit gedraaid maar geloof dat de a-kant ook niet in de beste staat is. We hebben het hier namelijk over de b-kant van 'Soul Man'. De plaat heeft hoorbaar een geschiedenis achter de rug maar het blijft binnen de perken. 'May I Baby' is zeker een prijsnummer voor iemand die niet heel erg fan is van de hits van Sam & Dave. Voor de gein de a-kant nog even draaien, deze zit wel tegen het pijnpunt aan qua 'distortion', ik geloof dat mijn oude exemplaar ook zo klinkt. 'May I Baby' kan er alleszins mee door!

* Tony & Carol- You And I (US, Roulette, 1972)
Als Mark deze aanbiedt, valt meteen mijn oog op de naam van Myrna March. Daar heb ik in een grijs verleden (ik denk 2015) een single van gekocht die als Northern Soul wordt aangeprezen, maar welke ik heb afgedaan als flauwe bubblegum-pop. Myrna March produceert de plaat samen met Bert Keyes. Misschien een reden om Myrna nog eens een kansje te gunnen want ook Tony & Carol zou je kunnen afdoen als pure pop, maar het heeft genoeg om thuis te passen in de Blauwe Bak. In de buurt van het refrein komt er zelfs wat schot in de zaak maar het is bovenal een erg fraai duet tussen deze Carol en haar Tony. Myrna heeft de b-kant geschreven. 'I Do Take You' is misschien wel de beste van de twee kanten. De stemmen complimenteren nu elkaar in plaats van het duetje te zingen. Het styreen is wel wat ruiger aan deze kant maar het geeft het nummer een extra charme. Ik kies voor 'I Do Take You'!

* Johnny Vanelli- Go (US, Top Ten, 1971)
Is het een vroege single van Gino? Dat is het eerste dat me te binnen schiet als Mark deze adverteert. Nee, het is niet Gino Vanelli. Johnny Vanelli werkt nauw samen met songschrijver Jerry Fuller. Mark adverteert het als 'sixties' maar de plaat blijkt uit 1971 te zijn. Ik kan me de vergissing wel voorstellen want het past in het rijtje van Gary Puckett & The Union Gap waarmee Fuller eveneens heeft gewerkt. Het is één van de duurste singles uit dit pakket en dat zal je niet geloven als je het hoort. 'Go' is namelijk erg laidback maar de soul druipt er niet van af. Het is meer middle-of-the-road pop maar 'Go' groeit met iedere draaibeurt. Hij is aan de zeldzame kant en dit exemplaar is uitzonderlijk mooi. De b-kant maakt me ook erg nieuwsgierig. 'Nation Without A Home (Narration)' en 'Let There Be Peace'. Deze kant is flink gedraaid door de eerste eigenaar en ik begrijp niet waarom. Op papier lijkt het nog een 'novelty' te worden maar het is gewoon doodsaai.

* Jr. Walker & The All Stars- Walk In The Night (UK, Tamla Motown, 1972)
De enige single van Jr. Walker die is doorgestoten tot onze Tipparade en geheel terecht. Persoonlijk vind ik de vroege jaren zeventig de beste periode voor Jr. Walker op Motown. H.B Barnum en Willie Shorter zorgen voor het orkest, Johnny Bristol produceert het geheel en Jr. blaast erop los dat het een lieve lust is. De zang laat hij over aan The Andantes of hoe het damesgroepje van Motown op dat moment ook mag heten. The Andantes is een goede gok omdat Johnny Bristol vaak met ze heeft gewerkt. Op de b-kant twee oudere nummers. 'Right On Brothers And Sisters' stamt uit 1971 en 'Gotta Hold On To This Feeling' uit 1969. De laatste is nog wel een beetje interessant.

* Whatnauts- Instigating (US, GSF, 1973)
'Instigatin' is heerlijke 'finger clicking' soul en lekker niks-aan-de-hand. Precies het sfeertje zoals ik dat graag mag creëren op een zaterdagavond. Helemaal geknipt voor 'Do The 45'. Op de andere kant staat een nummer van de bejubelde gebroeders Poindexter. 'I Can't Stand To See You Cry' is dan ook een prachtige ballade. Het orkest staat onder leiding van George Kerr en dan zit het wel snor. Ook erg fraai en eentje die ik zaterdag nog eens een kans durf te geven.

Ik denk dat ik straks meteen door ga met het eerste deel van de 'Used-but-not-abused' maar moet daarvoor eerst de foto's maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten