dinsdag 21 januari 2020

Week Spot: Peggy Scott & Jo Jo Benson



Marcus. Er is een tijd geweest dat zijn naam geregeld viel op Soul-xotica. Een rockabilly-verzamelaar die ik leer kennen via een Facebook-groep en die zijn dure hobby bekostigd door tweedehands platen te verkopen op markten en via het internet. Ik koop in eerste instantie 'Soul Coaxing' van Raymond Lefevre van hem en er ontstaat een bijzonder aardig contact. Marcus geeft me op een zeker moment de eerste keus in de soul-platen die hij vindt en stopt daar ook titels tussen met het woord 'soul'. Zo ben ik erg in mijn nopjes met de Engelse 'Soul Deep' van The Box Tops maar brengt hij me ook 'Soulshake' van Peggy Scott & Jo Jo Benson. Als ik Jo Jo Benson niet in de box van 'Action Speaks Louder Than Words' had zitten, was de single linea recta de jaren zestig-bak in gegaan. Ik heb zelfs lange tijd de twijfel of het wel écht soul mag heten. Ook bij de keuze van de Week Spot speelt dit weer even maar alle bronnen wijzen Peggy en Jo Jo aan als soul-artiesten en geen country of rock & roll. De Week Spot van deze week is de b-kant van de tweede single van Peggy en Jo Jo en een plaatje dat ik sinds een paar weken in de koffers heb staan. We hebben het dan over 'Pure Love And Pleasure' van Peggy Scott en Jo Jo Benson uit 1968.

Dat zowel 'Soulshake' als 'Pickin' Wild Mountain Berries' een bepaald country-gevoel over zich hebben, is niet echt toeval te noemen. Peggy en Jo Jo nemen hun platen op voor het SSS International-label van Shelby (S.) Singleton. Singleton is vanaf de vroege jaren zestig A&R-manager voor onder andere Mercury en dat label geeft hem in 1965 de kans om zelf de stal van een platenlabel te mogen cureren. Het platenlabel is Red Bird dat we vooral kennen dankzij The Dixie Cups, The Ad Libs en The Shangri-Las. In 1967 valt het doek voor het label en richt Singleton SSS International op. Het is het moederbedrijf van kleinere labels als Plantation, Silver Fox, Exit en Honor Brigade om maar een paar te noemen. Singleton zegt eens in een interview dat het de ene dag soul-dag is, de volgende pop-dag en dan weer eens een country-dag. Singleton houdt niet vast aan één publiek of een genre. Wat me steeds meer is gaan opvallen over de muziek uit de zuidelijke staten van Amerika: Het lijkt alsof de zangers en zangeressen de studio in gaan om een liedje op te nemen en dat het afhangt van de muzikanten die rondhangen in de studio of iets soul, country, rock of pop wordt. Het verhaal van SSS International is kort maar krachtig. Plantation brengt in 1968 het omstreden 'Harper Valley PTA' uit van Jeanne C. Riley. De opname heeft slechts een paar dollar gekost en levert Singleton een kapitaal op. Zoveel dat hij bij machte is om de Sun-catalogus te kopen. Vanaf dat moment laat hij SSS International dood bloeden en gaat zich enkel bezig houden met het heruitbrengen van legendarisch werk van Elvis, Jerry Lee Lewis en andere toekomstige sterren van Sam Phillips' label.

Ik tracht altijd een 'gentleman' te zijn en dus mogen de dames eerst. Peggy Stoutmeyer is de naam van de eerste boosdoener op de Week Spot. Ze wordt op 25 juni 1948 geboren in het kleine stadje Opp in de staat ALabama. In de vroege jaren zestig is ze vooral actief als achtergrondzangeres en begeleidt in deze hoedanigheid Ben E. King tijdens tournees. In 1967 komt ze in contact met producent en liedjesschrijver Huey P. Meaux. Deze zoekt dan een duo van een man en een vrouw en koppelt haar op deze manier aan Jo Jo Benson. Scott en Benson komen onder contract bij SSS International en scoren drie grote Amerikaanse hits. Kort daarop vertrekt ze naar Florida om als 'lounge'-zangeres aan de slag te gaan. Ze zet deze loopbaan voort in Californië als ze is getrouwd met Robert L. Adams. Sindsdien gaat ze door het artistieke leven als Peggy Scott-Adams. In 1988 neemt ze echter een pauze in haar carrière en het is voormalig Drifters-lid Jerry Lewis die haar in 1996 overhaalt om weer naar de studio te komen. Scott-Adams brengt in dat jaar 'Help Yourself' uit, haar eerste blues-album. Er volgen meer met op het laatst nog een gospel-album. Haar laatste album is 'Back To The Roots' uit 2009. In 1996 doet ze van zich spreken met het opvallende liedje 'Bill' dat nog spontaan een radio-hit wordt. In dat liedje bezingt ze een vrouw die erachter komt dat haar man er nog een mannelijke partner op na houdt.

Jo Jo Benson is tien jaar ouder dan dan Scott op het moment van de hits. Hij wordt op 15 april 1938 geboren in Phenix City, eveneens in de staat Alabama. Zijn paspoort vermeldt de naam Joseph P. Hewell maar in de muziek zullen we hem niet anders kennen dan Jo Jo Benson. Als tiener zingt hij al in clubs en even later wordt hij de achtergrondzanger van Chuck Willis. Na de platen met Peggy Scott houdt Benson het even helemaal voor gezien. Hij wordt eigenaar van een aantal clubs in Chattahoochee Valley en raakt in 1979 gewond in een schietincident. Peggy en Jo Jo komen in de jaren tachtig nog eenmaal samen voor een album. In 1999 brengt hij het album 'Reminiscing In A Jam Zone' uit dat op lovende kritieken kan rekenen vanuit de blues. 'Everybody Loves To Cha Cha Cha' verschijnt in 2001 en het volgende nieuws dat we van hem horen is op 23 december 2014. Dan wordt het lichaam van Benson gevonden in een motel in Columbus in Georgia. Er wordt vastgesteld dat hij op natuurlijke wijze aan zijn einde is gekomen.

In Amerika heeft het duo vier hits. 'Pickin' Wild Mountain Berries' is daarvan de grootste. De platen worden wereldwijd op de markt gebracht door onder andere Stateside, maar in Engeland doet Polydor de distributie voor SSS International. De vier hits verschijnen ook in Nederland op het Stateside-label maar alleen 'I Want To Love You baby' schijnt een fotohoes te hebben gehad in ons land.

1 opmerking:

  1. Ik heb op de website hoesjes van "Every little bit hurts" en van "Lover's holiday".

    BeantwoordenVerwijderen