woensdag 29 oktober 2014

Beeldenroute: John Schroeder



Misschien is dat wel een idee? Om op verjaardagen van familieleden een aflevering van Beeldenroute te doen? Ik kijk even wanneer ik de laatste aflevering heb gedaan en dat blijkt op 10 september te zijn geweest, de verjaardag van mijn zus. Vandaag wordt haar jongste kind 22 jaar. Toch moet ik voor de Beeldenroute net even de juiste inspiratie hebben en wat dat betreft heeft het Intruders-verhaal van gisteren hierin bijgedragen. Ik ben nogal hard tegenover mezelf bij het samenstellen van de Beeldenroute: Het is immers ooit begonnen met Lee Dorsey, vooral bekend als zanger. Ik zou een paar maanden geleden een standbeeld wijden aan Bert Jansch, maar dat werd naar mijn mening teveel een muzikanten-verhaal, waarbij de invloed (en Jansch heeft heel wat mensen beïnvloedt!) enigszins ondergesneeuwd raakte. Het onderwerp van deze Beeldenroute past wat dat betreft beter. Songschrijver, orkestleider, als A&R-manager verantwoordelijk voor een stukje Engelse popgeschiedenis, producent van talrijke elpees die pas dertig jaar later op waarde worden geschat en ook nog een fikse Top 40-hit op de koop toe. Ik richt vandaag een standbeeld op voor een man in de muziek die vol zit met de mooiste verhalen, maar desondanks met beide voeten op de grond staat. Hij publiceert zelfs openlijk zijn telefoonnummer! Ik til hem vandaag van de grond en zet hem op een sokkel in het buurtschap Roekenbosch, tussen Kolderveen en Wanneperveen: John Schroeder.

,,Sir Lew nam een stevige hijs van zijn sigaar en blies de rook letterlijk in mijn gezicht voordat hij de lift uitstapte. De boodschap was duidelijk: Of je levert geld op óf...?". Tot zover de inleiding van Schroeder's autobiografie 'Sex And Violins' (2009), dat ik wellicht toch maar eens moet bestellen. Schroeder zegt nooit vanuit zichzelf dit boek te hebben willen publiceren, maar dat het vooral onder druk van vrienden en zakenmensen is gegaan. Zijn website toont een gepaste trots op wat hij in ruim vijftig jaar heeft bereikt, maar toont tegelijk het gezicht van iemand die vooral een correct overzicht van zijn loopbaan nastreeft en het niet uit zelfverheerlijking is gestart. Er zijn collega's die minder hebben gepresteerd (denk maar aan Carl Douglas) en waarvan de website een misselijkheid oproept. John's site is goedgevuld en dat mag ook wel: Met name in de jaren zestig en zeventig heeft Schroeder nogal wat noten op zijn zang. Over de titel van zijn boek zegt hij: ,,Muziek is sex voor mij en muziek is mijn liefde en mijn leven". Muziek in alle vormen want de lijst met artiesten voor wie hij heeft gewerkt, is een bonte slamix.

Schroeder is geboren in 1935 en over zijn jeugd is niets bekend. Dat hoeft ook niet, want vanaf zijn 22e levensjaar gaat het immers als een trein. In 1957 komt hij in dienst bij EMI als A&R-assistent van Norrie Paramor. Paramor is de beste baas die Schroeder kan wensen, deze leert hem vrijwel alles over het arrangeren en produceren van een plaat alsook het runnen van een platenlabel. Door Paramor werkt Schroeder samen met Frank Ifield, The Avons en Cliff Richard & The Shadows, maar beleeft zijn eerste hoogtepunt in 1961. Ofwel... Schroeder beschouwt het nog altijd als hét hoogtepunt van zijn loopbaan. Hij ontdekt het zangeresje Helen Shapiro, dan nog maar dertien-en-een-half jaar oud. Helen neemt een liedje op dat Schroeder heeft geschreven met zijn compaan Mike Hawker: 'Walkin' Back To Happiness'. Het schiet niet alleen wereldwijd naar de toppen van de hitparade, ook levert het Schroeder en Hawker in 1961 de prestigieuze 'Ivor Novello Award' op voor het bestverkochte liedje van dat jaar. Schroeder heeft Paramor bewezen dat hij op eigen benen kan staan en zijn volgende avontuur heet Oriole Records. Behalve dat Oriole een uitgebreide eigen catalogus heeft, dineert Schroeder op een zekere avond met Berry Gordy en een paar andere zakenbehartigers van Motown. Volgens Schroeder heeft hij meteen een 'click' met Gordy omdat ze beide succesvolle songschrijvers zijn. Het resultaat van het etentje is echter dat Oriole een Engelse distributie-deal heeft gesloten met Motown. 'Do You Love Me' van The Contours is in 1962 daarvan het eerste resultaat, 'Fingertips Part 2' van Little Stevie Wonder de eerste Motown-hit in Engeland. Kort daarop neemt Stateside het stokje over en worden vanaf mei 1965 de Tamla-Motown-singles als dusdanig uitgebracht in Engeland. In 1965 verschijnt in Nederland een single op de markt waarop Schroeder zélf is te horen. Hij is in 1964 namelijk verhuisd van Oriole naar Pye. Daar ontmoet hij Johnny Pearson, een collega-arrangeur en schrijver. Schroeder komt echter uit de wereld van de popmuziek, waar Pearson meer van de jazz en populair-klassiek is. De combinatie van het duo brengt de wereld Sounds Orchestral.

'Cast Your Fate To The Wind' bereikt een vijfde plek in Engeland en na een aarzelende start nummer twaalf in ons land. De opvolger heet 'Have Faith In Your Love' maar doet helemaal niks. Ik koop deze single in 1990 voor een gulden en ben meteen helemaal weg van de plaat. Het blijkt in de jaren zeventig een redelijke hit te zijn geweest in de Northern Soul, maar daar heb ik in 1990 natuurlijk nog nóóit van gehoord. John werkt als arrangeur en producer samen met een lange stoet van artiesten op Pye en krijgt binnen de platenmaatschappij de leiding over Piccadilly. Zelf duikt hij de nieuwe markt op van de 'easy listening'-elpees met instrumentale uitvoeringen van de grote hits. Die platen, alsmede de Sounds Orchestral-platen, vallen een lauw ontvangst ten deel. 'Working In The Soul Mine' uit 1966 springt in op de 'nieuwe' Amerikaanse rage: De soulmuziek. De single 'Soul For Sale' verschijnt in 1975 opnieuw in de Pye Disco Demand-serie en is in december 2011 één van de eerste singles die ik in mijn Northern Soul-enthousiasme koop. Dan is er een groepje van door de wol geverfde muzikanten welke het onder verschillende namen heeft geprobeerd bij Pye, maar waarvoor het succes te ver gegrepen is. Met de deskundige hulp van Schroeder groeit het uit tot één van de grootste Engelse rockbands aller tijden: Status Quo. Schroeder is onder andere betrokken bij het debuutalbum en singles als 'Pictures Of Matchstick Men' en 'Ice In The Sun'. De zichzelf herhalende bubblegum-elementen gaan nogal tegen de principes in van de muzikanten, maar het helpt hun wel in het zadel.

In de begin jaren zeventig start Schroeder zijn eigen label: Alaska Records. Aan deze kant van de Noordzee hebben we wellicht nog nóóit van dat label gehoord. Het biedt gedurende de jaren zeventig onderdak aan een veelvoud van artiesten en genres, want Schroeder is en blijft een muzikale alleseter. Het grootste succes op Alaska is de stroom van Amerikaanse r&b-hits van de zwarte Engelse soulfunkreggae-formatie Cymande. John neemt in 1972 een paar instrumentale nummers op voor intern gebruik bij de BBC, maar die zullen nagenoeg ongebruikt blijven. Daaronder bevindt zich ook Schroeder's versie van 'Money Runner', oorspronkelijk van Quincy Jones. Sinds de jaren negentig wordt het gerucht over Schroeder's 'Money Runner' steeds sterker en sinds de uitgave van een bootleg weten we het allemaal: 'Money Runner' van John Schroeder Orchestra is de meest definitieve versie van het thema! In 1975 speelt Schroeder eigenhandig in op de Northern Soul-rage door een stevige instrumentale versie op te nemen van 'I'm Gonna Change' van The Velours. Die laatste is een verloren gewaande jaren zestig-single welke het dan erg goed doet in de clubs. John's 'I'm Gonna Change' staat bijna drie jaar in mijn bakken en mag er eveneens zijn.

In de jaren tachtig trekt Schroeder zich terug in Canada, maar woont inmiddels alweer jaren in Surrey. Een tevreden mens die kan terug kijken op een glansrijke carrière en die sinds twintig jaar in een hernieuwde belangstelling staat vanwege zijn albums uit de jaren zestig. Voor 'Ocean's Eleven' en daaropvolgende delen maken de soundtrack-producers dankbaar gebruik van Schroeder's oeuvre. In 2009 verschijnt zijn autobiografie en in 2011 komt 'Cozy Cats Cottage plc' uit. Dat laatste is een fictief verhaal over een jongedame die met behulp van haar katten een hulpteam opzet.

Later vanavond publiceer ik een Raddraaier, omdat ik morgen waarschijnlijk geen tijd heb en vrijdag (na een extra uitzending tussen zeven en negen 's avonds) wel genoeg heb aan één bericht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten