dinsdag 4 maart 2014

Week Spot: Epitome Of Sound



Het zijn vaker de handelaren die spreken van 'Evil-bay' dan dat het de kopers betreft. De handelaren spreken dan van hoogste bieders die weigeren te betalen. Soms moeten ze weken wachten en Ebay inseinen om herinneringen te sturen. Met een beetje mazzel krijg je als handelaar na afloop ook nog eens negatieve feedback en wordt er volop gesjoemeld met 'zoekgeraakte items'. Als handelaar die zijn waren wereldwijd verstuurd, is bovendien Paypal verplicht en per transactie blijft dus tien procent van de verkoopprijs aan de strijkstok hangen. Nee, de handelaren zweren bij hun Soul Source en verschillende Facebook-groepen, maar dat is voor de koper weer riskant. Als je per Paypal betaalt voor goederen, dus in geval van die tien procent van de verkoper, is het gekochte verzekerd en kun je een geschil indienen als de dealer zich niet aan de regels houdt. Bij Soul Source of Facebook maak je geld over aan 'familie', betaalt zelf twintig cent voor zo'n transactie en vervolgens is het niet verzekerd. Het is zolang ik soul-platen van Ebay haal nog niet mis gegaan en dat mag ik afkloppen. Alleen die Betty Everett (april/mei 2012) is erg lang onderweg geweest. De Week Spot staat echter helemaal los van Ebay. Een jaar geleden zag ik iets dat op een koopje leek, maar achteraf een duurkoop was. Ik heb deze nu vervangen en laat de kans niet onbenut om er meteen Week Spot van te maken: 'You Don't Love Me' van The Epitome Of Sound (1968).

Veel van de Amerikaanse soul-singles zijn in de jaren zestig geperst op styreen en zeker wanneer de plaat een tussenstop heeft gemaakt in Engeland, klinkt deze vaak als brandhout. De jongens van Rarenorthernsoul staan echter hoog aangeschreven bij mij en ik meen echt dat het iets voor de snelle beslisser is als ik 'You Don't Love Me' bij hen zie staan. De beroemde bootleg uit de jaren zeventig, het label van 'You Don't Love Me' is voor driekwart afgekrabt en ik denk dat dit het enige manco is. Stom! Ik had even moeten luisteren naar het clipje en eventueel even moeten zoeken op Google, want met deze single ging ik voor acht pond het schip in. 'You Don't Love Me' wordt verstierd door een zware 'distortion' en ook de b-kant, 'Where Were You', klinkt niet helemaal zuiver. Toch is die laatste beter en doet niet onder voor de illustere a-kant. Ik hou het dus bij die kant, maar het blijft knagen. Het wordt pas erg als ik eens de webpagina van Go Ahead Records bezoek en ontdek dat The Epitome Of Sound in 2010 nog is heruitgegeven. Gewoon via de site te bestellen, twaalf pond (inclusief verzendkosten) voor dezelfde plaat maar dan in nieuwstaat en aantrekkelijk fotohoesje. Het is twee weken geleden als ik me dit aanbod weer eens herinner en ga over tot actie. Vanmiddag is die binnengekomen.

'You Don't Love Me' is een plaat die in de Northern Soul nauwelijks introductie behoeft. Voormalige Wigan Casino-dj Kev Roberts stelde rond de eeuwwisseling een Northern Soul Top 500 samen die nog altijd wordt 'gevolgd'. Epitome Of Sound staat bij hem op nummer 7. The Casino in Wigan is pas een half jaar open als daar 'You Don't Love Me' wordt ontdekt. Het is begin 1974 en de plaat is dan pas zes jaar oud. Om concurrerende deejays dwars te zitten, wordt de plaat in eerste instantie bekend als 'cover-up'. De originele labels worden afgeplakt en zo krijgt Epitome Of Sound de identiteit van Moses Smith, zanger van de Northern-hit 'Girl Across The Street'. Toch weet Wigan het niet lang geheim te houden, want reeds in 1975 duikt er een bootleg op met de ware naam op het label. Bootlegs hebben enerzijds heel veel klassiekers van de lijst gehaald, maar in het geval van Epitome Of Sound houden de deejays té veel van het nummer om dit over hun hart te halen. Voor de volgende veertig jaar is een feestje zonder Epitome Of Sound nauwelijks denkbaar.

Go Ahead-uitgaven krijgen behalve een stevige Engelse persing ook een fotohoesje mee. Op de achterkant staat nuttige informatie over de betreffende artiest of groep. In geval van deze uitgave, overigens de eerste van Go Ahead, wordt de tekst geschreven door Robert Paladino, songschrijver van beide kanten, en is een korte voetnoot van Kev Roberts over de impact van de plaat op de Northern-scene. Het verhaal begint met The Megatons, een typische dansband uit New Jersey. Vier blanke jongens en een gekleurde zanger die samen de Motown-hits vertolken op schoolfeesten en in nachtclubs. In 1967 vinden een paar bezettingswisselingen plaats en krijgt The Megatons de line-up die deze single zal voortbrengen: Bassist Bob Ligatino, gitarist Eddie Dill, zanger Eugene Thomas, Mike Paladino op drums en organist Joe DeJohn. De groep repeteert in de kelder van de moeder van Paladino en Mike's broer Robert is geregeld aanwezig bij repetities. Robert schrijft vervolgens twee liedjes voor de groep: 'You Don't Love Me' en 'Where Were You'. Bij een repetitie zingt hij hen de liedjes voor en de mannen zijn enthousiast. Robert wil dolgraag de nummers produceren voor de groep en gaat met organist DeJohn om tafel om de muziek uit te werken. De intro's van beide nummers komen echter geheel uit Paladino's pen. De basis-track wordt opgenomen met twee dames en drie heren als achtergrondkoortje, gewoon lokaal talent en verder anoniem gebleven.

Robert wil met de groep naar de Bound Brook Studio. Deze studio staat bekend om het unieke geluid, het duo dat de studio leidt zijn voortdurend bezig om een nóg beter geluid te krijgen. Tony Camillo is de arrangeur en technicus Anthony Bongiovi is zijn partner. Anthony heeft een neefje dat in de jaren tachtig een rockband zal leiden en daarvoor de familienaam verbasterd. De studio heeft zelfs een aparte echo-kamer die de producten uit Bound Brook een zeer eigen geluid mee geeft. Eind 1967 wordt de opname gepland en Tony Camillo schrijft een arrangement voor strijkers. In de eerste weken van 1968 is de single klaar en gaat Robert op zoek naar een platenmaatschappij. Alvin Cash is wel enthousiast over het liedje, maar wil het uitbrengen door een andere artiest. De manager van Jay & The Techniques ziet het ook het liefste uitgevoerd door zijn eigen groep. Robert blijft zoeken en vindt dan Sandbag Records, een klein onafhankelijk label van Long Island, New York. Sandbag ziet de naam niet zitten en de groepsleden gaan 'brainstormen'. 'The Epitome Of Sound' wordt bedacht door Ligatino en zijn echtgenote.

De plaat levert Epitome Of Sound enkele lucratieve optredens op en in Cleveland doet de single goede zaken. Hij bereikt lokaal nummer elf. Normaliter is dat genoeg voor een opstap naar een grote nationale hit, maar dan komt een telefoontje uit New York. Sandbag is bankroet. Daar stagneert opeens de verkoop, maar ook de optredens die zijn voortgekomen uit 'You Don't Love Me'. De groep wisselt de naam weer in voor The Megatons, maar het lot is al bezegeld voor de groep. Bob Ligatino en Eddie Dill openen hun eigen opnamestudio, Joe DeJohn vertrekt naar Californië en Mike Paladino heeft nadien met verschillende groepen gewerkt. Eugene Thomas is solo-artiest geworden. Bongiovi staat te boek als een uitvinder en ontwikkelaar van studio-apparatuur. Tony Camillo gaat in 1967 met zijn portfolio naar Motown, waarin ook 'You Don't Love Me' zit, en wordt daar aangesteld als arrangeur. Hij werkt veelal samen met Gladys Knight.

Na 'Everything's Gonna Be Alright' van P.P. Arnold en 'Do The 45' van The Sharpees is dit de derde plaat waarbij ik een 'valse start' heb gehad. De afgedraaide bootleg uit 1975 komt vanwege de geschiedkundige waarde in een reserve-Blauwe Bak en ik ben zeer in mijn nopjes met deze nieuwe Go Ahead!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten