donderdag 31 oktober 2013

Raddraaien: Casey & The Pressure Group



Wat vliegt zo'n jaar toch voorbij! Ik moest me bijna zorgen gaan maken over mijn toekomst, maar heb dinsdag vernomen dat mijn contract met een jaar is verlengd. Ik noem het zelf 'uitstel van executie'. Een val van deze regering en een ruk naar links kan de zaak nog veranderen, maar zelf ben ik van mening dat dit laatste niet de oplossing is voor dit land. Hoe dan ook: Ik mag nu tot oudejaarsdag 2014 blijven. Voor Soul-xotica gaat het jaar ook snel. Onderweg naar de vierde verjaardag (begin maart) en zoals het er nu uitziet, wordt 2013 ook weer evenwichtig afgesloten. Vier weekenden plus de kerstdagen zullen worden ingeruimd voor de Blauwe Bak Top 100 en verder hoop ik deze serie van Raddraaien voor het nieuwe jaar te kunnen besluiten. Vandaag een plaatje dat heel erg eenzaam in de jaren zeventig-bak staat. Ik heb totaal drie singles van Casey, maar de andere twee staan sinds jaar en dag in de Blauwe Bak. Daar vind ik 'The Heart Of A Woman' noch de b-kant ongeschikt voor en dus komen we deze vandaag tegen als Raddraaier.

Van veel singles uit de 'algemene' bakken weet ik nauwelijks meer waar en wanneer ik ze heb gekocht. Deze van Casey & The Pressure Group is daarop een uitzondering. Ik ben in de zomer van 1994 op de Solex vanuit Jutrijp naar het Dicky Woodstock Festival geweest, mijn eerste keer. In december van dat jaar doe ik, onder barre weersomstandigheden, een 'bedevaart'. Het is vanaf dat moment dat ik zeer geregeld een weekend naar Tuk ga. Ik hang dan bar in De Karre en kan boven de kroeg slapen of wordt zonder pardon op straat gedumpt. Soms slaap ik bij stamgasten op de bank. Dan begint Henk op een zeker ogenblik over een platenbeurs in De Karre. De precieze datum weet ik niet meer, maar het is op een zaterdag in maart 1995. Ik ga in alle vroegte met mijn bakje 'dubbele' singles op de trein en Marco haalt me van het station. Mijn handel valt tegen, maar ik koop de bakken van Henk wel leeg. Daar zit ook deze van Casey & The Pressure Group tussen. Nu is in De Karre een paar weken ervoor een merkwaardig fenomeen ontstaan, typisch De Karre: Iemand aan de bar heeft twaalf tosti's opgegeten. Natúúrlijk kan ik dat beter! Die avond eet ik er dertien. Overgeven is een kunst en rond deze tijd beheers ik die beweging niet. Ik ga met een buik als een ballon terug naar Friesland en moet 's avonds voor de krant naar Het Bolwerk. Man! Ik kan niks verdragen. Geen bier, geen prik, alleen maar water. Het is een goedkope avond geworden. Overigens is mijn record een week later gesneuveld toen iemand veertien tosti's heeft gegeten. Daarna bleef het stil tot de zomer van 1996, toen is het definitieve record van zestien stuks gevestigd. Zijn record heeft een prominente plek gekregen in de kroeg en krijgt nog dagelijks respectvolle blikken toegeworpen.

Ik ben niet kapot van 'The Heart Of A Woman' en die liefde moet nog steeds groeien. Ik had twee jaar daarvoor al 'Soul Tango' gekocht en ben sinds de vroegste impulsen van de Northern Soul-hobby van de instrumentale 'Venus' gaan houden. In juli 2011 kom ik in Leeuwarden 'Comin' Home Baby' tegen. Deze single wordt toegeschreven op het label aan Casey & His Group. Die heeft bij mij nooit in de jaren zeventig-bak gezeten, die is rechtstreeks bij de soul-singles in gegaan.

Cees Schrama wordt geboren op 18 december 1936 in Den Haag. Hij komt uit een muzikaal nest. Zijn moeder is concertpianiste en zijn vader speelt saxofoon. De kleine Cees pikt als achtjarige eerst een accordeon op. Hij heeft het sindsdien over 'dat rotinstrument'. In zijn tienerjaren schakelt hij over op gitaar, maar vindt rond 1954 zijn definitieve draai bij de toetseninstrumenten. Aanvankelijk zijn dat orgel en piano en Schrama gebruikt het in het jazz-circuit. De naam Ted Easton kende ik al. Voornamelijk van 'Oh Monah' met Nat Gonella. Ik ontdek vanavond dat Ted Easton eigenlijk Theo Van Est heet. Niet te verwarren met de Shoes-zanger. Vijf jaar lang trekt Schrama met Easton door Europa om onder andere voor Amerikaanse militairen te spelen. In 1962 formeert hij zijn eigen Holland Quartet/Quintet. Tijdens een Franse tournee maakt hij zijn eerste opnames met die groep. In 1966 komt Schrama in contact met The Golden Earrings, die dan pas twee hits op hun naam heeft staan. De groep maakt in de daaropvolgende jaren dankbaar gebruik van de kunsten van Schrama en leert deze Rinus Gerritsen de grondbeginselen van het pianospel. Schrama is ergens een pionier. Reeds in 1966 introduceert hij de mellotron. Natuurlijk is dat instrument al achttien jaar oud, maar Schrama is een van de eerste toetsenisten die weet om te gaan met de mellotron. Het instrument is te horen op de elpee 'Winter Harvest' (1967), maar Schrama werkt tevens mee aan volgende Earrings-platen. Als sessie-muzikant is Schrama goedkoop. Hij hoeft geen grote bedragen in het handje te hebben, maar vraagt iets van de muzikanten: Als hij ze nodig heeft voor een project moeten ze mee doen. Zo is 'Comin' Home Babe' vooral Golden Earring met lead van Cees Schrama. Toch formeert hij in 1969 ook een eigen groep: Funky Eight. Deze groep ondergaat in 1970 de naamsverandering tot Casey & The/His Pressure Group. De meeste tijd brengt Schrama echter in de studio door, sinds hij producent is geworden bij Red Bullet. Hij werkt bijvoorbeeld mee aan 'Venus' van Shocking Blue. En wat te denken van dat jolige orgel op 'Bloody Mary' van Tom & Dick? Inderdaad, ook dat is Cees Schrama!

De albums 'Powerhouse' en 'Lazy Bones' zijn geen grote verkoopsuccessen, maar het is met name die eerste die tegenwoordig zeer gezocht is onder verzamelaars van 'funky breaks'. Onze Raddraaier is zijn grootste single-succes, het bereikt een achttiende plaats in de Top 40. In 1970 is 'Soul Tango' blijven steken op 25. In 1972 gaat Schrama aan het werk als artist & repertoire-manager bij Polydor en componeert hij de herkenningsmelodie van de NCRV. In 1973 begint Schrama bij de Tros met radio-programma 'Sesjun'. Ruim dertig jaar lang treedt het neusje van de zalm van de internationale jazz op in het programma. In het najaar van 2004, als ook de stekker wordt getrokken uit de nachtprogramma's op Radio 2, stopt de Tros met 'Sesjun' en geeft het stokje over aan de NPS. Schrama is woedend. Hij is in 1999 lid geworden van 'Jazz Op Zes', dat probeert meer jazz op de Nederlandse televisie en radio te krijgen. Dat is ze na bijna tien jaar uiteindelijk gelukt met de 'nieuwe zender' Radio 6. Schrama is in 1994 gepensioneerd, maar wordt in datzelfde jaar wel de internationale jazz-consulent voor Universal Records. Hij schrijft daarna verschillende hoesteksten. In 2003 produceert hij nog een plaat voor Piet Noordijk, waarop hij zelf ook is te horen. In 2007 verschijnt het boek 'It don't mean a thing: Leven met jazz'. Begin 2013 is daar een digitale versie van en deze is uitgebreid met een verhaal over zijn afscheid van het North Sea Jazz Festival. Tot en met 2012 heeft Schrama jaarlijks af- en aankondigingen gedaan op het festival.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten