maandag 20 februari 2012

de laatste, de beste?

Twee weken geleden noemde ik deze al tussen neus en lippen. Die middag liep een veiling af van een partijtje van drie singles, waaronder deze van Frank Wilson. Ik wist toen nog niet dat ik mezelf de winnaar zou mogen noemen. Voor die prijs is het alleszins een koopje! Toch beschouw ik het meer als gereedschap, een plaat waar je niet om heen kunt, hoe graag je het ook zou willen. Zoiets als The Temptations. Een paar weken geleden biechtte ik in een Dweilpauze nog op 'Papa Was A Rolling Stone' niet te hebben en toen vond ik hem opeens een dag later voor weinig in Engeland. Ditmaal kwam ik op Frank Wilson middels de Engelse demo van een Gladys Knight & The Pips-single uit de jaren zestig. Het is meer waarschijnlijk dat je morgen oponthoud in het verkeer hebt door een defilé van zuurstokroze Bugatti's, als dat je 'Stop And Get A Hold On Myself' op Ebay tegenkomt met een startbedrag van zeven pond. Als je dan, net als mij, niet persé voor origineel gaat, maar ook blij bent met replica, dan maak je een vreugdedansje. Helemaal als je de volgende dag bij dezelfde handelaar de originele Soul-promo van Frank Wilson vindt?

Frank Wilson was een ambitieuze jongeman toen deze als 24-jarige aan de slag ging bij Tamla Motown. Hoewel zijn wieg in Texas stond, verhuisde hij als tiener naar Los Angeles. In 1964 benaderde Berry Gordy de heren Hal Davis, Marc Gordon en Frank Wilson om een filiaal van Motown in Los Angeles op te zetten. Het eerste produkt uit hun stal was 'Stevie' van Patrice Holloway, maar kort daarop haalt Gordy Wilson naar Detroit en laat hem werken voor de grote hitmakers van het label zoals The Miracles en The Four Tops. In 1966 had hij het even zelf geprobeerd als zanger. Hij had een liedje op de band geslingerd. 'Do I Love You (Indeed I Do)' zou in 1966 een single worden voor Chris Clark, nadat Wilson opdracht had gegeven alle 250 geperste demo-exemplaren van zijn single te vernietigen. Er zijn slechts twee exemplaren van Wilson's uitvoering als demo op het Soul-label, een sub-label van Motown, bekend. In 2009 wordt een exemplaar in Engeland geveild. Opbrengst: Vijfentwintigduizend pond!

Een bekend Nederlands geval is de single 'Lonely Everyday' van The Golden Earrings. Het had in 1966 de opvolger moeten zijn van 'Please Go' en kwam uit dezelfde sessie. Dus is deze ook in één take opgenomen, waar de Earrings hadden gehoopt op een tweede voor de zangpartij en bovendien schaamden ze zich voor het gebrekkige Engels. Polydor had de plaat al geperst en het kostte hen een week om deze uit de schappen te krijgen. De hoeveelheid overlevenden zijn niet bekend, de plaat kan met gemak duizend euro opbrengen als die opduikt! En dan is er nog 'Lieb Mir Bis Dienstag', die door een medewerker van de platenfirma uit de prullenmand wordt meegenomen. Deze plaat zien we hier volgende week dinsdag terug in de dagplate!

Frank Wilson dankt evenwel zijn legendarische status aan The Casino in Wigan. Tijdens de gloriejaren van deze discotheek is 'Do I Love You' (1 van de 2 demo's) al een geregeld terugkerende favoriet. De club laat zelfs een anoniem sessie-gezelschap een instrumentale versie opnemen en scoort daarmee in 1979 nog een Engelse Top 20-hit. En 'Do I Love You' zélf? Deze is sinds de midden jaren zeventig zo vaak geperst als 'bootleg' of legale heruitgave, dat 'Thriller' van Michael Jackson daarnaast een unicum genoemd mag worden. Toch kun je het nog beleven. J.K. Russells is een platendealer met een dubieus handeltje in bootlegs op Ebay. De, door hem aangeboden, platen zijn van origine zo uniek, dat je bij het zien van het startbedrag al het vermoeden hebt. In zijn feedback vinden we het commentaar van iemand die dertig pond heeft betaald voor de bootleg van Frank Wilson. Deze beklaagt zich erover! Alsof je de originele nu nog beneden de 25000 zou tegenkomen!!!

Als in september 1981 het doek valt voor The Casino en Russ Winstanley al driemaal 'the big three' heeft gedraaid (het ritueel van drie vaste platen die aan het eind van een nacht worden gedraaid) en het publiek weigert weg te gaan, doet hij een wilde graai in zijn platenbak voor de allerlaatste plaat uit de korte, doch hevige, geschiedenis van The Casino. Het lot bepaalt dat dit 'Do I Love You' van Frank Wilson moet zijn. Omdat de sluiting van The Casino, de laatste der northern soul-clubs, door velen als het einde van de northern soul wordt beschouwd, is Frank Wilson dus ook de laatste stuiptrekking?. Hoewel Wilson in 1966 wel wist wat hij wou en er uiterst gelikte Motown-plaat van heeft gemaakt, wordt deze Wigan-associatie nog wel eens verward met het feit dat het de allerbeste northern soul-plaat ooit zou zijn. Net zoiets als dat er geen enkel opvallend live-optreden meer is geweest sinds Jimi Hendrix op Woodstock. Dat Tamla Motown, al dan niet met hulp van Wilson, ook na 1966 nog met monsterproducties is gekomen, staat eveneens als een paal boven water.

In 1976, als 'Do I Love You' in Engeland wordt herontdekt, verlaat Wilson Motown en maakt een zeer aparte carriére-switch: Hij wordt predikant en schrijft een aantal boeken. Terwijl Engelse jongeren enthousiast staan te dansen op Wilson's plaatje uit 1966, verzorgt Wilson lezingen op basis van deze boeken en komt zelfs nog bij Oprah Winfrey terecht. Je zou dus kunnen stellen dat het posthume succes van 'Do I Love You' aan hem voorbij is gegaan. Deze week verwacht ik mijn exemplaar van de Frank Wilson-single in een triootje met demo's van Betty Brooks en Flaming Emeralds. Natúúrlijk ook zo nep als wat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten