maandag 15 januari 2024

Honderd achteruit: Tony Blackburn


De afbeelding vermeldt dat ik het heb opgeslagen om te publiceren op 21 december. Het is nu bijna drie weken later en eindelijk gaat het bericht verschijnen. Het is nog altijd de periode dat ik me niet helemaal op en top fit voel en een 'Honderd achteruit' vergt doorgaans wel wat huiswerk. Overigens heb ik in de laatste aflevering van de 'Honderd achteruit' over The Marmalade een foutje gemaakt. Ik blijf vermelden dat 'Falling Apart At The Seams' op nummer 67 staat, maar dat moet 68 zijn. Roxy Music staat met 'Angel Eyes' op 67. Dat betekent dat we vanavond aankomen bij ieders' favoriete positie in de Top 100. Ik zou soms ook wensen dat het seksistische gehalte een standje lager kon, maar ja... we hebben het per slot van rekening over nummer 69. Dat gaat over een Britse radio-dj die als één van de zeer weinigen uit zijn generatie niet wordt geassocieerd met seksueel misbruik. Daarom is hij niet minder verguisd in de Engelse media terwijl hij meer waardering zou verdienen. Het onderwerp van vandaag is Tony Blackburn dankzij zijn single 'It's Only Love' uit 1969.

'Veel mensen zullen zich wellicht nooit beseffen dat je voor een groot deel verantwoordelijk bent geweest voor het succes van Motown in Engeland'. Deze woorden spreekt John Peel tegen Tony Blackburn in een onderonsje achter de schermen. 'Je zal het wel niet in je hoofd halen om dit publiekelijk uit te spreken?'. Blackburn heeft het goed geraden. John Peel denkt aan zijn reputatie. Je waardering uit spreken voor één van de meest populaire radio-dj's van die tijd zou in slechte aarde vallen bij het 'underground'-publiek van Peel. Antony Kenneth Blackburn is zijn volledige naam en hij komt ter wereld in het graafschap Surrey op 29 januari 1943. In 1946 verhuist het gezin naar Poole in Dorset waar zijn zus Jacqueline wordt geboren. Zij heeft polio en zal nooit kunnen lopen. Blackburn blinkt tijdens zijn schoolperiode uit in sport en speelt voor het cricketteam van zijn opleiding. Later doet hij nog een opleiding voor 'Business Studies'. Daar zal hij ongetwijfeld hebben geleerd hoe je met veel bravoure een platencontract in de wacht kan slepen want hij begint zijn loopbaan als zanger. Tony maakt drie singles voor Fontana in 1965-66 maar het mag duidelijk zijn... Engeland heeft betere zangers voortgebracht! De platen floppen stuk voor stuk.

Hij gaat aan de slag bij Radio Caroline en Radio London. Als in de zomer van 1967 het verbod op piratenstations versneld wordt ingevoerd, heeft Blackburn interesse gewekt bij de BBC. Eerst op de achtergrond maar dankzij een optreden op BBC Radio 2 gaat het opeens snel. Als de popzender BBC Radio 1 in september 1967 van start gaat, is Blackburn meteen van de partij. 'Het was mijn taak om de mensen te onderhouden en flauwe moppen te vertellen, niet om er een politieke mening op na te houden. Als ik de koningin wilde feliciteren met haar verjaardag moest ik eerst toestemming vragen', aldus Blackburn in 2014. Gedurende zijn tijd voor Radio London heeft hij Tamla Motown al een warm hart toegedragen, in de eerste jaren bij de BBC zorgt hij ervoor dat veel oude Motown-opnames opeens grote hits worden in Engeland.

Hij heeft al een bekende naam als hij in 1968 zijn zangcarrière een vervolg geeft. 'So Much Love' en 'She's My Girl' zijn de eerste twee pogingen. Dan is het bijna 1969 en heeft The Majority wereldwijd een grote hit als begeleiders van Barry Ryan op 'Eloise'. Tony neemt 'It's Only Love' op met de band. Opnieuw is hij weer geen baanbrekende zanger maar ik vind de kritiek die hij krijgt zwaar onterecht. Het is opeens 'hip' geworden om tegen Blackburn te zijn. Blackburn en soul in één zin noemen is een vloek, terwijl zijn invloed op het Engelse Motown-succes nooit mag worden onderschat. 'So Much Love' zou een nummer 1-hit zijn geweest als het niet samen viel met een staking. Het moet het nu doen met een 31e plek. 'It's Only Love' piekt op 42 en in 2007 heeft hij een hele kleine hit met The Wurzels bij een nieuwe opname van 'I Am A Cider Drinker'. Dat is dan overigens weer een nieuwe tekst op 'Paloma Blanca' van onze eigen George Baker en is al in 1976 een grote Engelse hit geweest.

Tony Blackburn maakt in de begin jaren zeventig nog een paar singles voor RCA waaronder 'Chop Chop'. Dat is een compositie van Chinn en Chapman en ook opgenomen door The Sweet. Ik zou de rest van zijn carrière in de media kunnen behandelen, maar nee... laten we het bij de muziek houden. In 1979 is er enige opschudding in de Northern Soul als opeens een cover opduikt van 'I'll Do Anything' van Doris Troy. De plaat krijgt 'Lenny Gamble' als identiteit en op een zekere avond zal de ware Lenny Gamble het nummer 'live' zingen. De plaat verdwijnt weer even snel van de lijstjes als dat het erop is gekomen als blijkt dat het Tony Blackburn is. Blackburn heeft het nummer oorspronkelijk op een elpee uit 1969 vertolkt. De 'haat' jegens Blackburn wordt verder uitgebreid dankzij het spottende 'Toe Knee Black Burn' van Binky Baker & The Pit Orchestra, dat vooral een enorme hit wordt in de Mod-scene van 1978 en 1979. Buiten de samenwerking met The Wurzels heeft Blackburn dan al zijn zangcarrière beëindigd.

Zijn gezondheid laat soms te wensen over maar op dit moment is Blackburn nog altijd actief in de wereld van de radio. Afgelopen nieuwjaarsdag heeft Blackburn een OBE in ontvangst mogen nemen voor zijn werk voor radio en goede doelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten