maandag 12 augustus 2013

Raddraaien: Foreigner



Ik zou de jaren tachtig niet als een trauma willen omschrijven, maar het is ook niet bepaald mijn gelukkigste periode. Ik ben het pispaaltje op de lagere school. Het buitenbeentje, zonder dat ik me er bewust van ben geworden waarom... Ik denk dat het gewoon met de hiërarchie heeft te maken van een lagere school: Iedere klas heeft zijn eigen 'bokje' nodig en het lot had bepaald dat ik dat moest zijn. In sommige gevallen waren de klassen gecombineerd, dus dan had je nog meer tegenover je. Ik heb in de loop van mijn leven geleerd om niet zo nodig bij 'de groep' te hoeven horen, maar als kind worstel ik daar mee. Dan is er ook nog eens die verschrikkelijke liesbreuk met bijbehorende operatie en ziekenhuis-tijd. Het is half december 1984 en enkele dagen voor kerst als ik weer thuis ben. Eén van de hits van dat moment is 'I Want To Know What Love Is' van Foreigner (Jermaine Jackson & Pia Zadora staan op nummer 1). Die plaat roept precies die herinnering op die ik met het merendeel van de jaren tachtig associeer: Koud en niet lekker in mijn vel. Madonna kon al geen zonneschijn toveren in mijn leven, het is Foreigner evenmin gelukt. De tweede Raddraaier van vandaag is 'Feels Like The First Time' uit 1977.

,,Er is een boek met nog niet gebruikte bandnamen. Er staan twee namen in: Hootie & The Blowfish en Garbage", zo verklaarde Butch Vig in 1995 de keuze voor de naam Garbage. De naam Foreigner lijkt eenvoudig, maar er is over nagedacht. De oorspronkelijke bezetting bestaat namelijk uit drie Engelsen en drie Amerikanen, terwijl de groep vanuit beide continenten opereert. Waar ze ook zijn, de helft van de groep is altijd een 'foreigner'. Ed Gagliardi, Dennis Elliott en Lou Gramm zijn de Amerikanen van het stel. De groep wordt echter geformeerd door de Engelsen Mick Jones en Ian McDonald. De eerste heeft zijn sporen verdiend met Nero & The Gladiators en Spooky Tooth. Dan maakt hij een uitstapje naar Amerika en begeleidt voor enige tijd voormalig Mountain-gitarist Leslie West. Ian McDonald heeft voordien bij King Crimson gespeeld. Al Greenwood is de derde Brit in Foreigner. De groep komt in de eerste maanden van 1976 bijeen. Een jaar later maakt het op Atlantic haar debuut met het album 'Foreigner'. De plaat verschijnt in maart 1977 en 'Feels Like The First Time' is de eerste single, maar die doet aanvankelijk weinig. 'Cold As Ice' is in het najaar van 1977 iets succesvoller, maar in Nederland wil het maar moeilijk lukken met Foreigner. In Amerika is de band een 'overnight sensation'. Waar de tweede elpee, 'Double Vision', in 1978 nog eens het succes van het debuut overtreft, daar bereiken 'Hot Blooded' and 'Blue Morning, Blue Day' niet eens de Top 40 in Nederland. Met het derde album, 'Head Games', wordt de band in onbalans gebracht. Gagliardi wordt vervangen door een vierde Engelsman: Rick Wills. Hoewel het album onverminderd een succes is in Amerika, zint het Mick Jones toch niet helemaal. Tijd om de bezem er doorheen te halen!

Toetsenist Greenwood en mede-oprichter McDonald hebben volgens Mick Jones een verkeerde invloed op het groepsverband van Foreigner, waarin Jones liever wat zeggenschap houdt. Hij schopt beide heren uit de groep. Ze worden aanvankelijk niet direct vervangen, Foreigner gaat vanaf dat moment gebruik maken van sessiemuzikanten voor de albums en losvast personeel voor de tournees. Op '4' uit 1981 horen we bijvoorbeeld Motown-ster Junior Walker op de saxofoon en bespeelt Thomas Dolby, voor zijn eigen doorbraak, de synthesizers. De grote hit van het album is 'Waiting For A Girl Like You', een nummer dat ik pas eind jaren negentig in Engeland heb leren waarderen. In december 1984 verschijnt de elpee 'Agent Provocateur' en die draak van een plaat: 'I Want To Know What Love Is'. Ondersteund door New Jersey Mass Choir is dit warempel de enige plaat die je zeven dagen per week op Hilversum 3 kan horen, want ook de EO draagt haar steentje bij in het promoten van de single. Het is in vele landen een nummer 1, maar niet in Nederland, hoewel het hier wel hun grootste hit is. Ze zullen het succes niet meer evenaren, ondanks fijne radio-hits als 'That Was Yesterday' en 'Say You Will'. In 1988 is de groep de headliner tijdens het veertigjarig jubileum van Atlantic en is 'I Want To Know What Love Is' de toegift. Het koor wordt dan gevormd door andere Atlantic-artiesten zoals Phil Collins en Roberta Flack.

De groep krijgt kort daarna een gevoelige klap toe bedeeld als Lou Gramm de formatie verlaat. Johnny Edwards is in 1991 even een tijdelijke leadzanger, maar in 1992 keert Gramm even terug op het oude nest. Er staat een compilatie-album op stapel en Foreigner draagt bij met drie nieuwe liedjes. De hernieuwde samenwerking tussen de heren Jones en Gramm hebben ze overigens te danken aan het oproer in Los Angeles in april 1992. Daar ontmoeten de heren elkaar en krijgen dan van hogerhand te horen dat ze niet naar buiten mogen vanwege de rellen. De mannen gaan tegenover elkaar zitten en luchten elkaars harten. Eind 1992 verschijnt het genoemde verzamelalbum.

Sinds 1992 houdt Jones een Foreigner op de been, die zo heel nu en dan nog even in het nieuws komt, maar daarna ook weer snel vergeten is. Buiten hem om is gitarist Thom Gimbel sinds 1992 aanwezig, buiten een klein uitstapje naar Aerosmith in 1993-94. De overige leden zijn er pas in de nieuwe eeuw bij gekomen en nog steeds gebruikt Foreigner veel 'uitzendpersoneel' voor de concerten. Zoals zoveel rock-mastodonten is hun recent werk nauwelijks de moeite waard om over te schrijven. Het voelt al lang niet meer aan zoals de eerste keer...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten