dinsdag 14 april 2020

Klinkt dan en daverje deel II



Het bericht van gisteren gaat over de Friese popmuziek in het algemeen, dus met inbegrip van bands die in een andere taal zingen dan de moedertaal. Vanavond gaan we het over de laatste categorie hebben. Ik heb zondag met mijn moeder gebeld en deze begint spontaan over Aaipop. ,,Hoe zou het maandag komen in Nijland", vraagt ze zich af. Welnu... dat kan natuurlijk geen doorgang vinden omdat alle bijeenkomsten zijn verboden tot nader orde. Als ik dan Google raadpleeg op zoek naar een bijpassende afbeelding kan ik me de verwarring van moeder best een beetje voorstellen. De voorverkoop van Aaipop start normaal gesproken in half maart. Dat is als Nederland in een lockdown gaat, maar de organisatie blijft optimistisch. De verkoop wordt twee weken uitgesteld maar het is in deze twee weken dat duidelijk wordt dat er in 2020 geen editie van Aaipop mogelijk is. Toch hebben ze ook in het land met het officieel erkende spraakgebrek zoiets als internet en ontdek ik na afloop van het festival dat ik gisteren nog eenmalig een bezoeker had kunnen zijn. Vandaag in het zonnetje: De meest ultieme manier om Paasmaandag te vieren in Friesland!

Hoewel de liedjes van het cabaretgezelschap van Tetman De Vries evenzeer aan de wieg hebben gestaan, wordt over het algemeen 'Tink Oan Dy' van zanger Rypke Westra gezien als het eerste popliedje met een Friese tekst. Het plaatje uit 1962 is dan weer een cover van 'All Of Me' dat de b-kant is van de Blue Diamonds-hit 'Ramona'. In de jaren zeventig steekt de folk)rock) op in Friesland en opeens lijkt het erg logisch om in de eerste taal te zingen. Het is ook wel zo tegendraads voor punk en new wave en langzamerhand ontwikkelt zich een groep bands en artiesten in Friesland die zich bedienen van de Friese taal. Omstreeks 1988 ontstaat in Nijland, een dorpje tussen Sneek en Bolsward, het idee om op tweede paasdag een festival te houden met uitsluitend Friestalige acts. Aanvankelijk in het café maar al snel moet het uitwijken naar het dorpshuis en inmiddels is Aaipop zo'n begrip geworden dat het festival van tevoren al is uitverkocht. Ik kan me nog herinneren dat ik op Paasmaandag 1990 door Nijland kom fietsen. Dan speelt het muziekcafé in het dorp nog wel een betekenis in het verhaal. Ik moet zelfs een straat om fietsen om de drukte te vermijden. Twee jaar later maak ik mijn entree op Aaipop dat dan helemaal plaatsvindt in het dorpshuis. Ik geloof niet dat ik over dit festival heb geschreven want ik kom er voornamelijk voor een vraaggesprek met de leden van Reboelje. Dat interview, geheel in het Nederlands, zal pas in juli worden gepubliceerd.

In december 1992 wordt in Het Bolwerk het Fryske Gekte-festival gehouden, een stuk of wat knotsgekke Friestalige bands. Het is dan dat ik voor het eerst een recensie in het Fries tracht te schrijven. Ik maak dankbaar gebruik van de hulp van mijn lagere school-onderwijzer die ook Friestalige stukjes schrijft voor dezelfde krant. Hij schrapt en herschrijft mijn volledige verhaal en ik bewaar het origineel tot in de lengte der dagen. Ik meen met Pasen 1993 al een heel stuk te zijn opgeschoten dankzij de Fryske Gekte-recensie en besluit zonder overleg meteen een Fries artikel in te leveren bij de krant. De volgende dag heb ik Cees aan de lijn, de man die me in 1992 bij de Sneeker heeft gehaald. ,,Dit kan niet", zegt hij. ,,Je moet maar even langs Van der Veer of gewoon een Nederlandse recensie doen. Fries is niet voor iedereen weggelegd". Dezelfde avond herschrijf ik het volledige verhaal en krijg nu ook een Nederlands-Fries woordenboek op de koop toe. Een Friestalige recensie later is 'meester' Van der Veer helemaal tevreden en vanaf dat moment schrijf ik zelfstandig en even eenvoudig in het Fries als het Nederlands. Door het jaren niet te doen plus de hersenschudding van 2009 behoort ook dat weer tot het verleden.

Aaipop is in meerdere facetten een uniek festival. Het is sowieso het eerste festival dat geheel en alleen Friestalige acts aanbiedt en nergens een concessie doet. Andersom worden wel concessies gedaan want ik kan me speciale Friestalige uitstapjes herinneren van bands die normaal gesproken van de Engelse of Nederlandse taal gebruik maken. Het festival draait op vrijwilligers en je zou bijna kunnen stellen dat de ene helft van de Nijlanders als vrijwilliger werkt en de andere helft ladderzat wordt aan de bar. In 'de jister' zitten bezoekers die geen glimp opvangen van de muziek op de podia maar de hele dag aan het tanken zijn. Je hebt de mensen die alles willen meemaken en voortdurend onderweg zijn van 'Rockhok' naar 'Harksankjeseal' en weer terug. Hoewel... als je graag wilt zitten en je hebt eenmaal een stoel in de laatste zaal te bemachtigen, kan het een optie zijn om daar de hele dag te blijven. Zij die herrie aan de oren willen hebben, blijven bij het podium in de grote zaal. Aaipop heeft in de jaren negentig zo'n groot speelveld dat een band of artiest nooit twee achtereenvolgende jaren op het festival staat. Je kan bij veel er wel de klok op gelijk zetten dat ze het jaar erna weer terug zijn. Er heerst bijna een familiesfeer op het festival. Je haalt het gewoon niet in je hoofd om iets doms te doen, daarvoor houdt men elkaar teveel in de gaten. Hoewel... als de nood hoog is en de wc's zijn allemaal bezet of verstopt, dan wordt een mens creatief en hetzelfde geldt voor de niet erg fijne combinatie van lauw bier, halve haan of hamburgers en het hossen op een feestband. Arme schoonmakers, hoewel de vloer in de zaal al nat is en je alleen hoeft te dweilen. Het is iedere keer weer een emotioneel moment als je met het hele dorpshuis het Fries volkslied in zet, maar het is een traditie die zelfs in 2020 met corona-quarantaine nog altijd in stand wordt gehouden.

Ik ben van 1993 tot en met 1997 hele dagen op Aaipop en probeer zoveel mogelijk bands en artiesten mee te krijgen, soms met behulp van Douwe of een andere 'vliegende keep' die me 'bij praat' over een band die ik heb gemist. De populariteit van het Nederlandstalige lied neemt in 1995 een vlucht dankzij Radio Noordzee en Marco Borsato, voor Friesland gebeurt dat in 1997 als De Kast van de eerste plek wordt gehouden door Elton John (en indirect Princess Diana). Twarres maakt het in 2000 alsnog goed. Sindsdien lijkt het in Friesland ook logischer om in het Fries te beginnen in plaats van het eindeloze boerenkoolengels. Ik vertrek eind 1997 naar Engeland en mis dus deze omslag. Als ik jaren later weer eens naar het programma kijk van het komende Aaipop zijn er slechts een handvol namen die ik ken en nog minder die ik ooit 'live' heb gezien. Dit jaar zou het jaar worden van de derde comeback van Jitiizer en dat is wel een band die ik sinds 1992 heb zien groeien. Gurbe Douwstra is ook een grote naam op het affiche, maar dat is in 1997 nog uitsluitend een presentator bij Omrop Fryslân. De herinneringen aan Aaipop zijn vertroebeld door de hoeveelheden alcohol maar ik weet me nog goed de gastvrijheid te herinneren voor de schrijvende pers. In 1997 zitten we zelfs 'backstage' in een tent met alle bands en dat is wel zo handig om een interview af te nemen. Later zal de buitentent een regulier podium worden.

Tot zover mijn terugblik op de Friese popmuziek. Wat nu rest is het handjevol singles dat ik vermoedelijk eind maart 1995 heb gekocht. Vermoedelijk..? Ik link de platen aan de release van een 10"-EP maar op Discogs wordt daar 1994 als verschijningsjaar genoemd. Of heeft Friesland Pop een standje tijdens het Uteinrock-festival in Het Bolwerk? Dan is het wel maart 1995 en de zaterdag van de Tukse platenbeurs en het tosti eten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten