zondag 19 april 2020

Een leven met Reboelje



Op zaterdag 7 maart 1992 heb ik een druk programma. De voorgaande voorjaarsvakantie hebben we met zijn allen geholpen om ons 'dophok' op te knappen. Het is de voorloper van de beruchte 'zuipkeet' en in ons geval een zeer gedateerde arbeiderswoning naast een boerderij. We hebben twee jaar ervoor toestemming gekregen om 'het hokje' te gebruiken als clubhuis en in de krokusvakantie van 1992 halen we de oude rotzooi eruit en maken een beter geïsoleerd en aangenamer lokaal van. 'T Hokje is altijd open. Voor de ene is dit het startpunt van een avondje stappen en de laatste halte tot thuis, anderen blijven de hele zaterdagavond zitten in 'T Hokje. Op 7 maart 1992 hebben we de heropening gepland, maar ik moet eerst nog naar Het Bolwerk voor een recensie. Daar vindt die avond het eerste 'Úteinrock'-festival plaats, een festival dat zich richt op minderheidstalen. 'T Hokje heeft een beetje voorrang voor mij en dat maakt dat ik al heel vroeg in Sneek ben en ik ben inderdaad van plan één of twee bands mee te pikken voor de recensie. Ik val met de neus in de boter want Reboelje is de volgende band die op het podium zal verschijnen. Ook al heb ik geen andere plannen voor deze avond, dan zou ik waarschijnlijk nog steeds na dit optreden naar huis zijn gegaan. Het is slechts een paar maal gebeurd in de jaren van bandjes kijken en Reboelje is daar een voorbeeld van: Ik ben meteen verkocht en feitelijk een beetje van de wereld. Ik kan even geen andere muziek verdragen voordat ik het goed en wel heb 'verwerkt'. Het zal later ook nog eens plaats hebben bij The Gathering en, tien jaar geleden, bij A Silver Mt. Zion. Vanavond zet ik echter Reboelje in de schijnwerpers.

De band bestaat al een jaar of vijf als ik het ontdek. Het verhaal begint met een aantal vrienden die samen komen en kort daarop een talentenjacht in Assen winnen. De beschikbare studiotijd wordt gebruikt voor een demo en meteen al in de 'memmetaal'. Het maakt Reboelje tot een vreemde eend in de bijt, maar wel eentje met een zeer herkenbaar geluid. De muziek is gestoeld op folkrock maar kent ook wave-invloeden en het is vooral de emotionele stem van Marius De Boer dat voor mij het plaatje compleet maakt. Bij het optreden in Het Bolwerk doet gastviolist Remi Adriaansz mee en het gebeurt niet vaak dat die 'live' is te bewonderen met de groep. Er worden vooral nummers gespeeld van de tweede langspeler van Reboelje: 'Magysk Teater'. Het conceptalbum is geïnspireerd door Herman Hesse's 'Der Steppenwolf'. Ik probeer het boek in 2000 eens te lezen (de Nederlandse vertaling), maar ik kom er niet door heen. Anders is dat met 'Magysk Teater'. Ik tref bij een later optreden een vroegere klasgenoot die met zijn ouders naar Sneek is verhuisd. Jeroen bezorgt me het album op cassette want Louwsma heeft in 1992 nog altijd niet een cd-speler. In het najaar van 1992 krijg ik de mini-cd 'Simemrsnie' en dat zal mede ervoor zorgen dat ik binnen een paar maanden eveneens een digitale speler zal aanschaffen.

Ik ben zo onder de indruk van de band dat ik mijn liefde meteen openbaar wil maken. Ik benader Tiede Lanting via de telefoon en we spreken af om elkaar te treffen op het Aaipop-festival in Nijland. Daar vuur ik de nodige vragen af op de mannen en zal dat weken later proberen te verwerken tot mijn eerste échte interview. Helemaal in het Nederlands want van het Fries schrijven heb ik dan nog geen brood gegeten. Toch voelt het niet helemaal eerbiedig aan bij een band die er zo voor heeft gekozen om de Friese taal uit te dragen. Inmiddels ben ik een echte fan geworden die op woensdag in de Wijd En Zijd kijkt of Reboelje dat weekend ergens in de regio speelt. Ik probeer zelfs nog een optreden bij te wonen met mijn voet in het gips, maar daar steken mijn ouders een stokje voor. Nadat ik over mijn enkel ben gegaan, heeft de dokter gezegd dat ik het 'rustig aan' moet doen bij 'rockuitvoeringen'. Een maand na het enkel zie ik Reboelje weer in Het Bolwerk en steek in gedachten de middelvinger op. Reboelje zien en niet kunnen pogoën op 'Trije'? Ik kan het me niet voorstellen!

Op 'Simmersnie' staat 'De Fûgel Yn Dy' dat al een tijdje een live-favoriet is. Dat wordt in april 1993 als single uitgegeven en Henk Westbroek draait het helemaal dol in zijn radioshow. De Friese concertbezoeker zal een tijdje zonder de band moeten want deze doet talloze optredens in Frankrijk en Engeland. In 1994 komt de band met 'Medusa'. Ik ben zelf nog altijd helemaal onder de indruk van 'Magysk Teater' en begin 'Medusa' pas later op waarde te schatten. Het is eigenlijk het beste wat Reboelje heeft gemaakt. In 1996 worden we zoet gehouden met 'Merkeman', een mini-album geproduceerd door Phil Mills. Het levert een steviger geluid op en ik laat het me goed smaken. In het najaar van 1996 komt Reboelje met 'De Brulloft', een multimedia-spektakel dat slechts op een paar locaties in Friesland wordt opgevoerd. Balk is het meest in de regio en heit brengt en haalt me voor deze gelegenheid. Ik ben meteen in de war want... is dit nu theater of echt? Het doet helemaal aan als een echte trouwpartij dat ik ook maar wat geld in de melkbus stop. Dat geld gaat, zo blijkt later, weer naar een goed doel. Je komt ogen en oren te kort op de bruiloft. Reboelje speelt eerst als gezapig dansorkest en begint dan met het verhaal over de bruid. Het wordt nóg surrealistischer als plots een stel mannen de zaal binnen stormen en de bruid ontvoeren. Vierentwintig jaar later kan ik nog steeds niet bevatten van wat ik heb gezien op die avond. Over memorabele optredens gesproken!

De live-registratie op cd maakt bij mij niets los. De herinnering blijft, om met Ben Cramer te spreken. In het najaar van 1997 krijg ik een uitnodiging voor 'Hotel Reboelje', een unplugged-aangelegenheid in de herberg van één van de leden in het Friese Zurich. Het ligt te ver buiten de regio voor een recensie in de Sneeker en bovendien kan ik het niet rond krijgen met het vervoer. Dan vertrek ik naar Engeland en in Mossley zal ik uiteindelijk 'Medusa' verder leren kennen en waarderen. In 1999 hoor ik dat de groep een kleine hit heeft in de Mega Top 100 met een kerstnummer. 'Marije Maria' doet me de tranen in de ogen schieten en niet omdat ik het zo mooi vind. Ik moet erkennen dat Reboelje sinds 'Medusa' haar meest wilde haren is kwijt geraakt en té zoetsappig wordt voor mijn smaakpapillen. Ik zie de band nog eenmaal in 2000 maar 'Trije' of 'De Swarte Ridder' staat dan niet meer op de setlist en ik doe de band af als een Friese BZN. Leuke tijden gehad in de vroege jaren negentig! In 2003 houdt de band op met bestaan en ik meen dat ik ooit nog eens muziek van Swee heb gehoord, de 'opvolger' van Reboelje zonder Marius.

Marius is nog altijd actief als zanger (Mariusz) en met zijn platenmaatschappij Marista.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten