woensdag 6 maart 2019

Het zilveren goud: februari 1994 deel V



In de war met de maanden? Nee hoor! Ik heb in februari 1994 meer singles gekocht dan in maart en dus kan ik nog twee weken vullen met platen uit februari. Buiten de platen is het dan toch echt maart en dat is best een maand waar ik naar uit heb gekeken. Er zijn maar liefst twee dingen die 'spelen' in maart 1994 en dat betekent dat ik weer een verhaaltje vooraf kan doen. Om het geheugen even op te frissen: Ik ben in december 1992 van school gegaan en heb mijn eerste baantjes van januari tot en met mei 1993. Op 1 juli van dat jaar is het een half jaar sinds ik van school ben gegaan en dat betekent niet alleen dat ik recht op een uitkering heb, maar ook in het proces van kom van de Jeugdwerkgarantieplanwet. Dat is een heel lang woord en tot zover ik me kan herinneren, wordt het als één woord gespeld zonder verbindingsstreepjes en dergelijke. Onthoudt deze voor de volgende keer met scrabble! Toch wordt in de volksmond vaak gesproken van 'JWG' en dat is ook de afkorting die ik voortaan ga aanhouden. JWG is voor jongeren (tot en met 27 jaar) een extra vangnet als deze een half jaar na verlaten van school geen werk hebben. Ook al heb je 24 weken wél gewerkt, een half jaar na school verlaten is allesbepalend voor de JWG. Het mag geen openstaande vacature zijn, maar het moet een werkervaringsplek zijn waar banen gecreëerd moeten worden. Volgens mij is de beroepskeuzecursus al onderdeel van het pakket en als blijkt dat er geen werk of opleiding uit voortvloeit, moet de sociale dienst creatief worden en een baan 'bedenken'. Het wordt dichtbij huis gevonden en ik begin daar op 1 maart 1994: Terreinmedewerker bij de gemeente Wymbritseradiel.

JWG biedt dus werkervaringsplekken voor een duur van zes maanden. Als het goed bevalt, kan dit worden verlengd tot een jaar maar dan is de koek echt op. Er kan dan mogelijk weer een andere JWG-er in de plaats komen, maar voor de andere wordt iets anders gezocht. Ik verblijf al met al vier jaar in de JWG. Het meeste van 1994 breng ik door op het terrein en werk in de zomer aan een renovatieproject en mag soms zelfstandig met een keet naar een dorp om zwerfafval te rapen. Dat laatste is de bedoeling, maar ik zit liever in de keet naar de radio te luisteren. Er volgt in 1995 een maand op een basisschool (als conciërge), openbare wc's schoonmaken en doelloos rondhangen op een kantoor. Daarna mag ik de opleiding jachtschilderen doen in het kader van het JWG en werk ik achtereenvolgens bij het Sneeker Nieuwsblad en in de Popkelder. Kort na de schildersopleiding ben ik aangemeld voor de sociale werkvoorziening maar zie dat helemaal niet zitten na mijn half jaar op de redactie bij de Sneeker. In december 1997 wordt bekend dat ik in januari in de werkvoorziening kan starten. Ontslag nemen uit het JWG levert zes maanden geen bijstand op en mijn journalistieke ambities verder vergooien door een sociale werkplaats op mijn cv? Dat is dus uiteindelijk een reden waarom ik het in Engeland ga proberen.

Terug naar het begin in 1994. De gemeentewerkplaats is in Heeg. Een kantoor met verschillende loodsen en een immens terrein met een klein afvalbrengstation. Mijn eerste opdracht is eentje die als een rode draad zal lopen in mijn tijdelijke betrekking bij de gemeente. Achter de loodsen is een soort van parkeerterrein met allerhande materialen die gerecycled kunnen worden. Mijn opdracht is om keurige en stevige stapels te bouwen van herbruikbare klinkers. De gebroken klinkers kunnen in een kruiwagen en gedumpt worden in de puinbak. De 'baas' is een bekende: Cnossen heeft bij ons in het dorp gewoond. Een strenge doch rechtvaardige man die muisstil over het terrein weet te glippen. Hij kan je dus eenvoudig betrappen bij zaken die niet de bedoeling zijn en dat gebeurt ook regelmatig. Zijn assistent werkt bij de gemeente via de banenpool, de volwassen versie van de JWG en zonder het ultimatum van een jaar. Waar Conssen kalmte en daardoor autoriteit uitstraalt, daar is zijn assistent een stress-kikker. Ik zal het gedurende dat jaar verschillende malen met hem aan de stok krijgen, maar zal hem ook nog eens thuis opzoeken. Onze relatie is veranderlijk als het weer.

Er is desondanks één ding dat meteen mijn volledige aandacht heeft: Het afvalbrengstation. Het is vooralsnog het domein van de assistent en als ik hem eens mag vervangen na een paar weken zal hij het min of meer kwijtraken. Op 'het stort' mag ik grote voorwerpen compact maken, ofwel 'lekker slopen'. Wellicht dat ik hier volgende week over verder ga, maar laten we nu eens kijken naar de zes singles op de foto.

1682 Mijn Dagboek-Willeke Alberti (NL, Philips, 1964)
1683 Little Sister-Ry Cooder (NL, Warner Bros., 1979)
1684 Longer-Dan Fogelberg (NL, Epic, 1980)
1685 I'm So Excited-The Pointer Sisters (NL, Planet, 1983)
1686 Just A Little Bit Of Peace In My Heart-The Golden Earrings (NL, Polydor, 1968)
1687 Man Of The World-Fleetwood Mac (NL, Immediate, 1969)

Ik kijk even voor de zekerheid maar de single van Willeke Alberti is gewoon een Nederlandse persing. Philips gebruikt maar liefst drie labels voor dit plaatje: Blauw, zwart en rood. We hebben hier het zwarte label en ik heb ook, voor de collectie, de rode in de collectie staan. Het is de enige single van vandaag die geen fotohoes heeft. Ik weet nu ook weer waarom ik deze dag tweemaal naar de vlooienmarkt ben gefietst. Ik heb die ochtend al een deel van mijn geld uitgegeven als ik bij een kraam kom met 'duurdere' singles. Daar zie ik The Golden Earrings en Fleetwood Mac en wil deze dolgraag hebben, maar ik heb niet genoeg geld bij me. Pinnen doe ik niet eerder als in 1996 en dus zal ik naar huis moeten fietsen om geld op te halen. Omdat ik dan toch er ben, zoek ik er nog een paar platen bij. Volgende week de overige zes van deze vlooienmarkt en daarmee de laatste singles uit februari 1994.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten