dinsdag 27 januari 2015

Week Spot: The Lintons



Volgende week is het drie jaar geleden dat ik voor het eerst een 'Tune Of The Week' kies. Ofwel, ik heb net een pagina op Facebook in het leven geroepen om mijn dj-activiteiten en opkomende interesse voor Northern Soul tentoon te spreiden. Het is de week waarin 'Stop & Get A Hold Of Myself' van Gladys Knight & The Pips via de post binnen komt en ik introduceer dat nummer met de loze kreet 'tune of the week'. Een week later is er geen 'tune of the week', maar ben ik wel wild enthousiast over 'I'll Be There' van The Gems. De week erop besluit ik dat een 'tune of the week' best grappig kan zijn en vanaf dat moment is het een feit. De komst van de 'tune of the week' op Soul-xotica valt samen met de komst van de 'Soul-x-rated', de serie (wekelijkse) podcasts die ik van mei tot november 2012 heb gepubliceerd. Het is tijdens één van deze uitzendingen dat ik weer eens enorm loop te struikelen over 'tunes of the week' of 'tune of the weeks' dat ik de tijd rijp acht om de nieuwe naam in werking te stellen: De Week Spot. Kort daarop begin ik bij Wolfman, maar 'Week Spot' is op papier leuker en dus gebruik ik daar de term 'Tune Of The Week' tot aan de zomer van 2013. Inmiddels is de Week Spot een instituut. Voorwaarde is echter, sinds mei 2012, dat ik een verhaaltje moet kunnen schrijven over de plaat. En zie daar, de Week Spot van deze week heeft al een inleiding, want ja... er is namelijk helemaal niks bekend over de plaat. De keuze is gevallen op 'What I Couldn't Know' van The Lintons.

Het kopen van platen in Amerika heeft één nadeel: De verzendkosten. De eerste plaat is doorgaans de duurste, de USPS rekent daarvoor ruim veertien dollar. Er zijn 'grootgrutters' die het voor minder doen, ik kan morgen een duo afhalen bij de Coop waar ik slechts negen-en-een-halve dollar verzendkosten hoefde te betalen. Craig Moerer spant de kroon met slechts zeven dollar. De massa zit rond de veertien dollar voor de eerste en 50 cent tot een dollar voor elke plaat extra. Het is de sport om bij één dealer meerdere platen te kopen en zo de gemiddelde verzendkosten naar beneden te krijgen. Of, zoals bij 'Woman Of The Ghetto' van Marlena Shaw, moet de plaat zó goedkoop zijn dat de single met de verzendkosten nog onder het prijsniveau van een Engelse dealer zit. Het is echter wel weer oppassen, want de ene rekent vijftig dollar als limiet en de andere honderd, maar daarboven moet het pakket verzekerd worden verzonden. Dat laatste kan in de prijzen lopen, maar mijn maat in Chicago is een schappelijke kerel. Voor, omgerekend, vijftien euro verstuurt hij aangetekend een pakket met acht singles, dat is minder dan twee euro per single. Daar heeft het in het begin van het veilingweekend weinig schijn van, want ik verlies de eerste dag een paar veilingen. Het is een kwartier voordat de allerlaatste veiling eindigt op zondagavond dat ik vier in de knip heb en hoogste bieder ben op een andere. Ik kijk even of ik nog een 'wees' kan redden en zodoende win ik nog The Harris Family, The Ideals en deze van The Lintons. Alledrie voor het startbedrag van zeven dollar.

Bij The Lintons val ik van de ene verbazing in de andere. De plaat wordt geadverteerd als 'Crossover Soul' en daarmee is niks teveel gezegd. Het zijn echter de 'Northern 45'- en 'Funk 45'-aanbiedingen die de meeste bieders trekken en even dreigt deze van The Lintons zonder biedingen in de volgende veiling terecht te komen. Het korte geluidsclipje overtuigt meteen: Dit is een 'groei-plaat'. De plaat is in verhouding tot de meeste handel van de man uit Chicago in een uiterst goede staat. Ik heb de plaat nu bijna een week in huis en er is geen dag voorbij gegaan of deze heeft zijn rondjes gedraafd. Het is sinds 'Do The 45' dat de liefde zich begint te ontwikkelen en dat is nu op zijn hoogtepunt: Driemaal daags houdt de dokter buiten de deur. In de vorige Singles round-up openbaar ik een 'stout plan'. Welnu, het is helemaal niet nodig, want het is op meerdere plaatsen bekend dat George Clinton de schrijver is van 'What I Couldn't Know'. Het is niet de enige 'grote naam' die opduikt. Byron is niemand minder dan Byron Gregory, in de jaren ervoor een befaamde gitarist op menig Brunswick-productie. Verder is Tom Tom Washington betrokken als producer. Toch ontbreekt ieder spoor van informatie omtrent The Lintons, dus wellicht toch nog een reden om de meester van de P-Funk een berichtje te sturen? Elkie Brooks heeft het ooit ook keurig beantwoord (toen vanwege Elki & Owen & The Rimram Band). Bovendien is Clinton gezegend met een olifantengeheugen, dus hopelijk weet hij meer?

The Lintons heeft, tot zover bekend, twee singles gemaakt. 'Don't Ever Walk Away' met 'Lost Love' op de flip is de meest bekende. Bekend? Nee, dat is een te groot woord. Misschien dat we beter kunnen zeggen dat je die plaat het vaakst tegenkomt. Beide kanten zijn alom vertegenwoordigd op Youtube en van deze single weten we dat het in 1972 is uitgebracht op Erica. Volgens een lid op Discogs is het even later nog eens uitgebracht op Essica, maar daar is verder niks over bekend. Erica is een wat merkwaardig label. Er zijn medio de jaren zestig een paar platen verschenen via Erica en het lijkt alsof het in 1972 nieuw leven is ingeblazen ten behoeve van deze plaat. Het Karissa-label, andermaal een meisjesnaam, kent maar één release en dat is onze Week Spot. John Manship, autoriteit op het gebied van de Northern Soul in Engeland, hangt het jaar '1974' vast aan deze, maar ik weet niet waar hij zich op baseert. Feit is wel dat Manship erg secuur is en doorgaans niet van gokken houdt. 'Scarce male midtempo', spreekt opnieuw boekdelen bij hem. Als Manship iets 'schaars' noemt, dan is het ook écht schaars! Hij biedt een exemplaar aan voor vijfentwintig pond, zijn Amerikaanse evenknie Craig Moerer heeft eentje voor twintig dollar. Hoewel de zeven dollar een koopje is, lijkt die laatste toch wel aantrekkelijk. Zowel de singles van Manship als Moerer zijn namelijk 'new old stock', maar de mijne is qua geluid ook weer niet schrikbarend.

Helaas, wederom weinig info omtrent de groep, iets dat een trend kan worden nu ik mezelf verdrink in de crossover. De plaat zélf maakt veel goed! Het is pure midtempo-magie uit de vroege jaren zeventig, een stevige Chicago-productie met lekker veel ritme-wisselingen, een zeer fraai strijkersarrangement en een refrein waar je mee wilt trouwen. Er is echter nog veel werk aan de winkel, want er zijn mindere platen die net zo zeldzaam zijn als deze en die honderden dollars opbrengen onder verzamelaars. De Week Spot is een voorzetje...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten