woensdag 26 november 2025
Honderd achteruit 2023: Small Faces
De opmerkingen staan in principe uit. Ik heb de boel zo ingesteld dat ik de opmerkingen eerst moet modereren. Eerder krijg ik daar nog wel eens een mailtje over, maar tegenwoordig moet ik uit eigen beweging kijken of er feedback komt. Vaak is het bericht dan al een half jaar oud en laat ik het voor wat het is. Soul-xotica doet het goed op de zoekmachines, zeker als je zoekt op Nederlands en een bepaalde band. Jaren geleden heb ik eens in 'Raddraaien' de Small Faces te gast gehad met 'All Or Nothing'. In dat bericht heb ik het steeds over The Small Faces en krijg een reprimande van een toevallige passant. De persoon heeft uiteraard helemaal gelijk. Waar menig band 'The' gebruikt voor de naam is Small Faces altijd zonder 'The' geweest. Het spreekt alleen een beetje vreemd uit. Vandaag ga ik het opnieuw hebben over The... euh.... ik bedoel Small Faces en ben nog altijd geneigd om op zijn minst 'de' te schrijven (zoals ik al eerder in deze alinea heb gedaan). De nummer 62 in de Gele Bak Top 100 van 2023 is namelijk van deze band. Een plaatje dat ik voornamelijk ken uit de catalogus en welke opeens voor het oprapen ligt voor een zuinige euro. De nummer 62 in de Gele Bak Top 100 is 'Patterns' van Small Faces uit 1967.
Een gedeelte van de singles in het platenwinkeltje in Meppel is afkomstig van een dj die met adresstickers werkt. Zo kom ik in 2021 al de single 'If I Stay Too Long' van Big Wheel tegen in het fotohoesje met de betreffende sticker. Begin 2023 tref ik in dezelfde winkel ook de originele versie van The Creation. Die komt over een paar maanden aan bod als ik me niet vergis. Dan blijken er opeens méér singles te zijn in de collectie van deze dj die neigen naar de Mod. Waaronder dus ook de laatste single van Small Faces op het Decca-label. In fotohoes en een keurige staat brengt deze met gemak honderd euro op. De mijne is stevig gedraaid maar dankzij de loeiharde Decca-opname nog altijd zeer goed te genieten. Voor een verzamelaar kan het als 'filler' dienen maar ik heb nog altijd veel plezier in het draaien ondanks dat het vinyl erg luidruchtig is. Ik durf het aan om uit mijn hoofd te zeggen dat ik de single op 17 februari 2023 bij het genoemde winkeltje in Meppel heb gevonden. Deze kan ik immers niet een week laten liggen. Stel je eens voor dat de uitbater de single gaat opzoeken op Discogs?
Steve Marriott heeft al iets van een muzikale loopbaan vóór Small Faces. Hij schrijft al liedjes in 1963 en probeert deze te slijten bij platenmaatschappijen. Decca wil wel een liedje afnemen, maar de a-kant van Marriott's eerste single wordt geschreven door Kenny Lynch. 'Give Her My Regards' verschijnt in 1963 als single maar flopt genadeloos. Marriott gaat met een aantal bands aan de slag maar zijn loopbaan neemt in 1965 een andere wending als hij Ronnie Lane ontmoet. De twee formeren een band waarbij Kenney Jones en Jimmy Winston de groep mogen aanvullen. Een van de eerste opmerkelijke successen van de groep is 'E Too D', het nummer dat in 1967 als b-kant van 'Patterns' zal worden uitgebracht. Met de hulp van zangeres Elkie Brooks speelt de groep zichzelf in de kijker bij Decca en zijn de eerste singles een feit. Na 'Whatcha Gonna Do About It' en 'I've Got Mine' verlaat Winston de groep omdat hij zich wil richten op zijn carrière als acteur. Zijn vervanger is Ian McLagan.
Het jaar 1966 is uiterst succesvol voor Small Faces als de singles 'Sha-La-La-La-Lee' en 'All Or Nothing' hoge ogen gooien. De laatste zet zelfs een deur open naar Amerika maar daar ziet de band van af. De reden? Ian McLagan is betrokken geweest bij een drugs-gerelateerde misdaad en dat is erg riskant in Amerika. Overigens heeft de band het nooit gemaakt in Amerika. Alleen 'Itchycoop Park' heeft een Amerikaanse release en wordt vanwege de geestverruimende tekst meteen in de ban gedaan. Begin 1967 verschijnt de elpee 'From The Beginning'. De flower power hangt in de lucht en de band tracht zich los te maken van de rhythm & blues. De tracks op de elpee klinken begin 1967 al iets verouderd, zeker als je de progressie van de band in 1967 in ogenschouw neemt. Andrew Oldham is in het jaar ervoor zijn Immediate-label begonnen en daar heeft Small Faces wel oren naar. Of Decca van deze toekomstplannen heeft geweten? Geen idee, maar dat gaat stoïcijns verder met het uitbrengen van singles. De release van 'Here Come The Nice' valt bijna samen met 'Patterns', de laatste single op Decca. De laatste verkoopt drie achteruit en is tegenwoordig een gezocht item, zeker in de Nederlandse fotohoes.
Onder Immediate is iedere band of artiest zélf verantwoordelijk voor de productie en ook bij Small Faces levert dat zo nu en dan een erg summiere geluidskwaliteit op. Met name op de laatste single op Immediate: 'Afterglow Of Your Love'. De creativiteit kent desondanks pieken die ze wellicht nooit bij een andere platenmaatschappij had gekregen. Neem nu 'Ogdens' Nutgone Flake'. Een van de weinige elpees met een ronde hoes en op kant twee een soort van hoorspel over 'Happiness Stan' met de komiek Stanley Unwin. Het album is 'live' praktisch niet uit te voeren en dat frustreert met name Marriott. 'The Universal' verschijnt intussen nog als single maar hij loopt eind 1968 van een podium met de veelzeggende woorden 'I quit'. Hij formeert vervolgens Humble Pie met Peter Frampton van The Herd. De band heeft echter nog genoeg materiaal liggen voor een compilatie, 'Autumn Stone', en dat houdt de groep nog even in de belangstelling, hoewel deze inmiddels uit elkaar ligt.
In 1975 brengt NEMS, eigenaar van het Immediate-label, een aantal van de oude hits opnieuw uit. 'Itchycoo Park' verschijnt eveneens en wordt opnieuw een hit in Engeland. Het inspireert de groep om de koppen weer bij elkaar te steken en het zal nog twee albums maken in 1977 en 1978. Lane wordt vrijwel in het begin al vervangen door Rick Wills uit Roxy Music. Later zal hij onder andere met Foreigner musiceren. Kenney Jones zal de vervanger worden voor Keith Moon in The Who. Bij Ronnie Lane spelen in 1975 al de eerste tekenen op van multiple sclerose, de ziekte die hem in 1997 het leven zal kosten. Steve Marriott is in 1991 bezig met een comeback als hij na een dag van opnames een dutje wil doen. Hij vergeet daarbij zijn brandende sigaret uit te maken en verbrandt levend in de slaapkamer.
Ik zit nog altijd te dubben welke single ik als Week Spot ga doen en ook heb ik (wederom) plannen voor morgen. Ik denk dat ik daar morgen een besluit over ga nemen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)


Geen opmerkingen:
Een reactie posten