maandag 15 september 2025
Honderd achteruit 2023-25: Alan Price
Het is alweer even geleden sinds ik voor het laatst de 'Honderd achteruit' heb gedaan. Toen had ik The Adventures op nummer 43. Hoewel intussen de Gele Bak Top 100 van 2024 en 2025 een feit zijn, zit ik nog altijd midden in de lijst van 2023. Over de nummer 44 is niet zoveel te schrijven en ik vermoed hetzelfde bij de nummer 46. Die ga ik samenvoegen in één bericht en dat ga ik waarschijnlijk wel vaker doen. In de 'Honderd achteruit' hebben we zowaar ook twee singles waaronder de eerste uit de Gele Bak Top 100 van 2025. Vandaag mag ik mijn licht laten schijnen op de handel en wandel van Alan Price. Hij staat in 2023 op nummer 45 met 'Simon Smith And His Amazing Dancing Bear' uit 1967 en dit jaar op nummer 98 met 'Sunshine And Rain' uit 1970. Ik zal eerst het Engelse label van de laatste doen maar dan blijkt dat de Engelse ook in Nederland is uitgebracht met een fotohoes. Ik heb dat accessoire niet bij de mijne maar onderhuids is het nog steeds de Engelse persing.
The Animals. Dat is muziek van voor mijn tijd? Toch is het voor mij héél 1989. Ik hoor 'The House Of The Rising Sun' vanuit een jukebox in de tijd dat ik bezeten ben van jukeboxen. Een paar weken later loop ik over de warenmarkt aan het Grootzand in Sneek en zie daar een cassettebandje liggen voor een rijksdaalder. 'The Best Of The Animals' heet het ding en bevat vooral opnames van Eric Burdon uit de midden jaren zeventig plus wat werk van een bootleg met Sonny Boy Williamson. Een paar weken later, op 17 juni 1989, is een rommelmarkt bij ons in het dorp en daar koop ik 'Rising Sun' op single en beschouw dat als de start van mijn platenverzameling. Ik leer 'Simon Smith' rond dezelfde tijd kennen dankzij een gouwe ouwen-programma van de Vara op de vroege zaterdagmorgen. Ik geloof dat Roel Koeners de samenstelling doet en hij heeft een voorkeur voor de platen die geen hits zijn geweest in Nederland. 'Sunshine And Rain'' heb ik zelden gehoord en ken ik eigenlijk nog niet goed als ik deze in juni tegenkom in Beilen. 'Simon Smith' heb ik in april 2023 gekocht van MVG.
Hij begint zijn loopbaan met dieren en verlaat dezelfde groep als een rat. Ik had al eens verhalen gehoord maar lees nu hoe de zaak in elkaar steekt. Alan Price wordt geboren op 19 april 1942 in Fatfield, Washington. Dat is gewoon in Engeland. Hij leert zichzelf piano spelen en richt in de vroege jaren zestig zijn eerste bandje op. Dat heet aanvankelijk The Alan Price Rhythm And Blues Combo en neemt onder die naam in eigen beheer een EP op welke zal leiden tot een contract met Mickie Most en Columbia Records. De eerste single flopt genadeloos maar dan besluiten de heren gezamenlijk een versie op te nemen van het traditionele 'House Of The Rising Sun'. Ieder lid neemt afzonderlijk een deel van het arrangement voor de rekening en maakt het tot de popklassieker welke we tegenwoordig kennen. Dan zijn The Animals opeens erg naïef. De manager zegt dat 'Trad Arr.' en alle namen van de afzonderlijke leden té lang is voor op het label en ze stemmen ermee in dat alleen Alan Price wordt genoemd. In 1965 stapt Price onverwachts op. Hij noemt vliegangst als één van de voornaamste redenen maar volgens de overige Animals heeft hij dan net de eerste royalty-cheque gekregen voor 'The House Of The Rising Sun'. Price weigert voortaan te praten over het opnameproces van 'Rising Sun' en niemand van de originele leden heeft ooit een cent gezien van de wereldhit.
Het duurt tot de jaren tachtig eer de leden weer samen op één podium kunnen staan, Price organiseert nota bene een paar van de reünies zélf. Hij gaat in 1966 verder met zijn eigen band: The Alan Price Set. Waar de originele Animals richting de psychedelica gaan, daar richt Price zich in eerste instantie op de rhythm & blues en zal min of meer Randy Newman 'ontdekken' voor het grote publiek. Newman is eveneens verantwoordelijk voor 'Simon Smith And His Amazing Dancing Bear'. Het is de derde Top 50-hit in Engeland voor The Alan Price Set en het piekt op nummer vier in Engeland. In Ierland en Nieuw Zeeland doet het eveneens goede zaken maar in Nederland flopt de single. 'Love Story' staat in 1968 in de Breakers Chart van de BBC en 'Don't Stop The Carnival' is de laatste officiële hit voor Price. In 1970, inmiddels solo, maakt hij 'Sunshine And Rain' maar dat wordt alleen in Nederland een hit. Het behaalt een 24e plek in de Top 40. Omdat de single drie achteruit verkoopt, lijkt het logisch dat Nederland de Engelse oplage heeft gekregen. Phonogram gooit er voor alle zekerheid nog een Nederlands hoesje omheen.
Pas in 1971 hoort Engeland weer van Price als deze een album opneemt met Georgie Fame. 'Rosetta' is bij ons een nummer 1-hit maar piekt in Engeland op 11. In 1974 is hij opeens erg productief en maakt feitelijk twee albums. Alleen wordt de eerste, 'Savaloy Dip', kort na de introductie uit de handel gehaald en verschijnt pas officieel in 2016. De tweede is 'Between Today And Yesterday' en brengt Price terug in de Engelse top tien met 'Jarrow Song'. In de late jaren zeventig heeft hij bescheiden hitjes in Engeland met 'Just For You' (1978) en 'Baby Of Mine' (1979) en zal een laatste hit hebben in 1988 met 'Changes'. Er staat me iets van bij dat de laatste in een Volkswagen-reclame is gebruikt.
In zijn latere jaren is Price vooral druk met acteren en tv-werk. Zijn meest recente originele werk is 'Based On A True Story' uit 2002. Zoals gezegd verschijnt 'Savaloy Dip' nog in 2016 maar dat zijn oude opnames. Price trouwt in 1992 voor de tweede keer en heeft naar verluid twee kinderen. Hij heeft inmiddels dus 83 kaarsjes op zijn taart staan.
zondag 14 september 2025
Het nalatenschap op 45 toeren deel 12
Waar en wanneer? Over het wanneer hoef ik niet lang na te denken. Het 'waar' kan ik niet beschrijven behalve als we nu op de fiets stappen en langs de bewuste weg fietsen. Dan kan ik jullie op de meter nauwkeurig aanwijzen waar ik het telefoontje kreeg. Het 'wanneer' is april 2009. Zondag 12 april 2009 om precies te zijn. Tien dagen ervoor heb ik mijn allerlaatste alcoholhoudende drankje genuttigd en verblijf tijdelijk ergens anders. De zaterdag heb ik al mijn vuurdoop gehad door af te spreken met W. in Meppel en de verleiding te weerstaan om niet van haar biertje te proeven. In deze eerste dagen moet ik geregeld blazen bij 'thuiskomst' want met alcohol achter de kiezen kan ik meteen terug naar Steenwijk. Ik heb deze zondagavond toestemming gekregen om nog een eindje te mogen fietsen. Ik bevind me op de terugweg tussen De Wijk en Meppel nabij het landgoed De Eikenhorst. Ik luister waarschijnlijk naar de muziek vanaf mijn Nokia en schrik me dan een hoedje. Telefoon? Dat heb ik heel lang niet meer meegemaakt. Wie zou het zijn? 'Ja, hallo, met Gerrit', stamel ik in de telefoon.
'Hallo broeder'. Ik heb vijftig procent kans maar de stem en aanhef kan er maar eentje zijn. Ik ben totaal verrast. Waarom zou broeder me nu opeens willen bellen. 'Ik ben komend weekend even in Nederland en ik wil jou zaterdag treffen. Ik ben om tien uur in Meppel en sta dan tot je dienst met de auto. Jij bepaalt waar we heen gaan en wat we gaan doen. Tegen de avond rij ik naar Heerenveen om mijn vriend te bezoeken en naar de wedstrijd te gaan'. Ik ben totaal overdonderd. Misschien realiseer ik me op dat moment even niet welke impact mijn recente acties heeft gehad maar ik zou niet willen verwachten van mijn broers dat ze hiervoor speciaal zouden overkomen uit Denemarken. De afspraak staat en ik heb een klein programma opgesteld. Eerst naar de Albert Heijn in de stad voor rookwaren, dan naar een legerdump in Rouveen. Op advies van een medepatiënt met het vermoeden dat ze hier wel legerkisten in mijn schoenmaat hebben. Niet dus! Wandelen in het Staphorster Bos en de Zwarte Dennen zit ook in het pakket. We hebben broodjes en drinken gekocht bij de Albert Heijn en genieten zo van onze lunch midden in de natuur. Ik kan me niet heugen hoe lang het geleden is dat ik voor het laatst zó diep en filosofisch heb gesproken met broeder. Hij geeft me in ieder geval nieuwe inzichten die me altijd zijn bijgebleven. We rijden 's middags gewoon een stukje om als we langs een boeken- en platenmarkt komen. Auto in de berm en de Louwsma's op strooptocht voor muziek. Sommige dingen veranderen nooit! Hij vindt 'Nighttime Birds' van The Gathering voor me op cd, een album dat in 2009 aan een tweede leven zal beginnen in mijn muzikale interesse. Daarna eten we een ijsje bij de molen in De Wijk die ik onlangs heb geportretteerd. Ja, een ijsje. Geen patat met een kroket. Dat zal later de traditie worden.
Een jaar later is mijn vader inmiddels ongeneeslijk ziek en is het broeder die op het idee komt: Hij wil op een avond alléén met vader uit eten. Dat bevalt vader zo goed dat hij dit met alle kinderen doet, mijn zwager en de Nederlandse kleinkinderen. Niets ten nadele van de Denen maar het is de bedoeling dat we vrijuit in het Fries kunnen communiceren. Ondanks dat hij er vaak met vakantie is geweest en ooit lessen heeft gevolgd, kost het hem nog altijd veel moeite om een Deense volzin te produceren. Op 11 april 2011 verlaat hij dit leven en eigenlijk gaat het al minder met hem sinds hij het lijstje heeft afgewerkt. Ik heb zelf niet bijster goede herinneringen aan ons etentje. We zijn echt niet verder gekomen dan koetjes en kalfjes behalve dat heeft laten weten dat hij zó trots is dat ik al ruim een jaar van de drank af ben. Ik heb in 2009 en 2010 nooit nooit gezegd, maar sinds dat etentje is het voor mij duidelijk: Nooit weer alcohol! Bij de begrafenis begint het op te vallen. Broeder is erg emotioneel aangelegd, iets waar we als broers en zus soms met jaloezie naar kijken. Broeder kropt niets op, bij hem wordt het omgezet in tranen. Als hij even moet huilen, kijkt zijn vrouw hem verbaasd aan alsof ze wil zeggen 'Stel je niet zo aan'. Na de begrafenis rennen de kinderen van moeder naar vader en observeer ik dat dit nog het enige is dat heb bindt. Het telefoontje in eind 2011 komt niet heel onverwacht maar nog atlijd slaat het in als een bom. Ze gaan scheiden.
'Ik blijf, net als jou, de rest van mijn leven vrijgezel'. Die uitspraak heb ik meteen weg gelachen. Als je zo lang een relatie hebt gehad, ga je automatisch weer op zoek. Broeder is zijn quote al snel vergeten en in de zomer van 2012 maak ik kennis met zijn nieuwste vlam. Van het ene in het andere uiterste. Een lief vrouwtje maar veel té 'vrij' voor broeder. Hij heeft allemaal zaken die hem in Denemarken houden. Zij geeft meteen aan dat als de ze kans krijgt om naar New York te verhuizen dat ze het vandaag meteen doet. Omdat de vrouw artistiek is, vermoed hij dat we het goed kunnen vinden. Dat blijkt ook zo te zijn. Tegen de avond neemt hij me zelfs apart: 'Vergeet niet dat ze van mij is'. Ja maar natuurlijk, ik ga niet het meisje pikken van mijn bloedeigen broer? Broeder geeft zelf aan dat hij dit 'extreme' nodig was en bewaart altijd goede herinneringen aan de periode. Toch is het geen match voor het leven. Hij heeft daarna nog enkele dates die wij nooit zullen leren kennen. Dan is het 11 oktober 2014. Hij treft de liefde van zijn leven en andersom! De vertrouwensband is wederzijds en binnen de kortste keren wonen ze samen. We geven haar graag de 'credit' dat ze ervoor heeft gezorgd dat onze broeder weer zichzelf kon worden. De maniakale muziekfan die in zes jaar tijd zevenduizend elpees n zijn kast weet te krijgen, de fanatieke Heerenveen-fan en zijn fascinatie voor een Deense singer-songwriter. De meest ideale avond voor hen twee is als hij in de achterkamer plaatjes zit te draaien en zij in de voorkamer een boek zit te lezen. Een vluchtig oogcontact en een knipoog. 'Wat hebben we het goed zo'.
De woorden ten tijde van het huwelijk van mijn zus zijn andermaal profetisch gebleken. 'Geniet ervan, het kan wel eens de laatste bruiloft zijn'. Broeder trouwt zijn nieuwe liefde in 2017 of 2018 maar opnieuw geen receptie of familie die aanwezig is bij de plechtigheid. Volgende week ga ik in het laatste deel kijken naar de laatste negen jaar. Vanaf dat moment ontmoeten we elkaar minsten één keer per jaar voor een wandeling in de natuur (met uitzondering van 2016) en patat met kroketten ter afsluiting.
** Als Je Haar Maar Goed Zit - Vulcano (NL, Ariola, 1983)
** Breakfast - The Associates (UK, Virgin picture disc, 1984)
** That's What Friends Are For - Dionne (Warwick) & Friends (Duitsland, Arista, 1985)
199 Marlena Marlena Marlena - Millionaires (NL, Philips, 1985)
** You Can Win If You Want - Modern Talking (Denemarken, Mega, 1985)
** Maria Magdalena - Sandra (Duitsland, Virgin, 1985)
Ik weet niet welke vuiligheid ik in mijn ogen heb gehad sinds december maar de Millionaires heeft zowel een sticker op de hoes als op het label. Nóóit gezien! Broeder koopt vrijwel iedere Nederlandse plaat die hij in Denemarken tegenkomt en het vermoeden is dat hij Vulcano in Nederland is tegengekomen. Nog meer toevalligheden? 'Als je haar maar goed zit' is de gevleugelde uitspraak van Hans Van Hemert die op dezelfde dag als broeder is overleden. Heb ik een aandeel in The Associates. Ik draai de plaat veel in mijn shows in 2015 en 2016 als broeder ook nog wel regelmatig langs komt in de chatroom. Modern Talking en Sandra moeten zeer recent zijn. Het zijn platen die hij destijds heeft gekocht maar hij heeft een paar jaar geleden alle singles, met uitzondering van Nederlands, verkocht aan een opkoper. Het restant hebben jullie in twaalf afleveringen 'Het nalatenschap op 45 toeren' kunnen zien. Volgende week de laatste zeven en, zo gezegd, de laatste negen jaar. Daarna kan ik me schrap zetten voor een Top 54 die jullie van 5 tot en met 10 oktober van me krijgen. Ik neem deze week even vrij van alles, zowel radio als Soul-xotica.
vrijdag 12 september 2025
Singles round-up: september 4
Eigenlijk wil ik de 'Singles round-up' van de soul-singles vanavond wel even afmaken, hoewel de tijd al begint te dringen. Dan kan ik de singles op de betreffende plek zetten in de koffers voor de komende weken. Inmiddels ik ook de nieuwste release van het Echo Chamber-label binnengekomen en deze heeft morgenavond meteen zijn debuut. Ik hoop morgen de labels die starten met een E, F en G te kunnen behandelen plus een paar laatste op het Dynamite Cuts-label en Dynamo. Ik heb vanmiddag relatief gezien een mazzeltje gehad. Tussen het bos bij de golfbaan en Havelte heb ik vrij dikke hagelstenen maar even verderop is het droog. Bij Darp en Havelterberg lichte regen maar dan lijkt het droog te worden. Ik heb de muziek op en verneem niet dat het intussen onweert. Dat ontdek ik als ik op de zaak ben en tijdens het sorteren en koffie drinken trekt er een flinke bui over. Voor de rest is het droog en redelijk aangenaam. Morgen ga ik opnieuw proberen om tussen de buien door te fietsen maar eerst de laatste elf singles uit de partij van Mark.
* Nickie Lee- Do Something About My Dream (US, Mala, 1968)
De interesse voor het Engelse Soul City-label mag dit jaar wel duidelijk zijn geworden. Dave Godin is de hoofdverantwoordelijke voor het label en wordt bijgestaan door een paar anderen. Kev Roberts heeft onlangs één van deze medewerkers geïnterviewd voor zijn 'Northern Soul Stories'-podcast en dat werpt een licht op de zaak. Godin is erg gepassioneerd als het aankomt op een aantal platen en kan daarbij op weinig steun rekenen van zijn collega's. Ik heb 'And Black Is Beautiful' van Nickie Lee altijd een vreemde eend in de bijt gevonden voor wat betreft Soul City en het bijbehorende Deep Soul-label. De Soul City staat evenwel nog op mijn verlanglijst maar de Mala heb ik jaren geleden gekocht. Eigenlijk is 'Do Something About My Dream' een veel betere en 'diepere' plaat. Het is een eerbetoon aan Martin Luther King en dat lijkt opeens weer erg actueel maar ik zet het journaal uit en duik liever in de oudheid. Het heeft eenzelfde strekking als 'And Black Is Beautiful', Nickie praat half en zingt tegelijk. Ik heb alleen een stukje van 'part 1' gedraaid, maar ik neem aan dat hij ons op reis neemt tussen de legendarische 'I have a dream'-speech van King in 1963 en de brute moord in 1968.
* Little Buster- You Were Meant For Me (US, Jubilee, 1965)
Een b-kant van Little Buster maar het is de kant waarvoor ik het heb gereserveerd. Een bluesy gitaartje op de achtergrond maar bovenal een zeer soulvolle stem zoals ik dat gewend ben van Buster. Het styreen is niet in de beste staat maar dat zit in de beschrijving van Mark en daar heeft hij de prijs op afgesteld. Een beetje kraak past eigenlijk wel bij deze rhythm & blues-platen en dus hoor je mij niet klagen. 'I'm So Lonely' is de eigenlijke a-kant. Dat klinkt qua gitaarwerk en de drums in het intro als een soort van 'People Get Ready' maar is minstens zo goed als 'You Were Meant'. De scheidslijn tussen blues en soul is flinterdun en deze balanceert op het lijntje. Ik noem het een 'double-sider'.
* Little Milton- Let's Get Together (US, Checker, 1969)
Deze is vorige week al langs gekomen in 'The 2025 Collection'. Het is een plaat uit de Cadet Concept 12-serie en dus een volmaakt stereo-geluid. 'Let's Get Together' is lekker uptempo en Little Milton heeft een fantastische soulvolle blues-stem. 'I'll Always Love You' op de b-kant is meer ballade met drama maar ook hier voegt de Cadet Concept 12 een extra sfeer toe. Ik denk echter dat 'Let's Get Together' de emest gedraaide kant zal zijn voor mij, het genoemde stereosysteem maakt hem zelfs nog nét iets interessanter dan de andere singles die ik van de beste man heb.
* Premium- Isn't Life So Wonderful (US, Epic, 1979)
Een plaatje dat morgenavond in ieder geval voorbij komt. Het is een promo met op beide kanten hetzelfde nummer in stereo. Je verwacht disco maar dan worden de oren getrakteerd op een update van de sweet soul van omstreeks 1975. Een onweerstaanbaar plaatje maar helaas dus geen b-kant.
* The Producers- Lady Lady Lady (US, Huff Puff, 1969)
Een van de duurste singles uit het pakket. Eentje die erg moeilijk te vinden is. Toch lijkt het me stug dat ik me heb laten verleiden door een instrumentale kant. 'Lady Lady Lady' is de backing track voor Dee Dee Sharp's 'What Kind Of Lady'. De producers zijn namelijk niemand minder dan de heren Gamble en Huff die even later hun Phillysoul-imperium uit de grond zullen stampen. De piano domineert in het nummer en dat is natuurlijk Leon Huff. Hoewel ik doorgaans niet veel op met instrumentaal klinkt deze toch wel ontzettend fijn. Het styreen is in het begin iets lawaaierig maar dat verandert halverwege en dan klinkt het snoeihard. 'Love Is Amazing' is de a-kant van de single en vocaal volgens het label. We horen een veelvoud aan stemmen en ik ben niet genoeg thuis in de Phillysoul om deze allemaal thuis te brengen. Een erg curieuze single. De mijne is de promo met het zwartwit-label. De issue heeft een gekleurd label en is 'mindblowing' om het zachtjes uit te drukken. Het oog wil soms ook wat.
* Herb Reed- What's Your Name What's Your Number (Duitsland, Crystal, 1978)
Ik heb de plaat vorige week gedraaid in 'The 2025 Collection'. Het catalogusnummer is van een Duitse Crystal en het heeft ook het promobericht van Crystal in de hoes gestoken. De plaat zélf is echter op het Abbey Road-label en het heeft een Engelse vlag. Een paar jaar geleden heb ik een single gekocht van Herb Reed & Sweet River op het Amerikaanse PVK-label. Het is een 'sleeper' die ik eens ontdek als ik een oude show terug luister. Herb is in de jaren vijfiig lid van de legendarische The Platters en heeft zich in de midden jaren zeventig in Engeland gevestigd. Andrea True Connection heeft een hit met 'What's Your Name What's Your Number' en iemand komt op het idee om Herb dit nummer te laten uitvoeren. En... het werkt! Op de keerzijde staat 'Reasons' en dat is een mierzoete ballade zoals op de PVK-single en Herb klinkt hier als een kruising tussen Barry White en Telly Savalas. Eigenlijk is het de betere kant!
* The Art Reynolds Singers- I Won't Be Back (US, Capitol, 1966)
Een zeer nieuwsgierige single. 'I Won't Be Back' is de a-kant en duurt niet langer dan een minuut en vijfentwintig seconden. Het is lekkere vlotte gospel met niet de minste zangeres. Het is niemand minder dan Thelma Houston die hier de lead zingt. Op de keerzijde staat 'Glory Glory Hallelujah' en dat is iets rustiger qua tempo maar nog altijd een gedegen muzikale begeleiding. Art Reynolds heeft dat geschreven met een E. Kendricks. Is dat? Volgens Discogs zou dit Eddie Kendricks moeten zijn maar dat kan ik niet helemaal rijmen met de tijdlijn van Kendricks. 'I Won't Be Back' is het meest explosieve van de twee maar nog altijd een 'double-sider'.
* Charlie Romans- Twenty Four Hour Service (US, Hickory, 1967)
Volgens Discogs een labelvariatie maar ik zie iets op 45cat over een bootleg maar die pagina wil opeens niet meer laden. Enfin, het is een lekkere Northern Soul-stamper. 'Come Back Home' is een countryballade en dus helemaal niet interessant.
* The Spellbinders- For You (US, Columbia, 1965)
Een sfeervol nummer van de heren Spellbinders die beheersen over prachtige stemmen die erg fraai bij elkaar kleuren in deze productie. Het is een beetje braaf maar wel lekker. 'Stone In Love' is meer upbeat maar nee... dit mist de magie.
* J.J. Williams- Gonna Have A Murder On Your Hands (US, Capitol, 1972)
Gerrit in Nederland is vast gaan slapen, laten we nu dus maar onderhoud plegen aan onze website. Ik vermoed dat dit de gedachte is bij de beheerders van 45cat. Het schijnt dat de site eruit ligt vanwege onderhoud. Aan de andere kant is het voor mij ook al vrij laat en dus zet ik de turbo even aan voor de laatste paar nummers. Hier hebben we een single van J.J. Williams van wie ik een iets latere single heb op het Polydor-label. Prince Philip Mitchell heeft het geschreven en J.J. Williams beklaagt zich tussen het gekreun door dat zijn vrouwtje zich moet inbinden met het aanbieden van deze vurige seks. Het gaat hem nog een hartkwaal opleveren. 'Make A Believer' op de flip is eveneens geschreven door Mitchell en dat bevalt me meteen stukken beter. Ja, dit is het soort werk van Philip Mitchell welke ik liever hoor. Helaas heb ik 'Murder' vorige week al in de show gedraaid, wellicht later dit jaar nog een show met b-kanten?
* Bill Withers- Better Off Dead (UK, A&M/Sussex, 1971)
'Treasures are always on the flipside'? Nee, ik denk dat het hier vooral een erg goede 'double-sider' is. 'Better Off Dead' is lekker uptempo. Bill bezingt zijn problemen met drank en andere substanties en hoe zijn liefje hem in de steek heeft gelaten door dit alles. Ze is vast beter af zonder hem, zo concludeert hij. Echter ziet hij geen andere uitweg dan de dood om zonder haar te moeten leven. Een fijne kant. De a-kant van deze single is een hit geweest en ook zeer de moeite waard: 'Lean On Me'. Dus ja... ik plaats deze onder het kopje van de 'double-siders'.
De singles van Pete die ik afgelopen week heb besteld, komen morgen al binnen volgens DHL. Dat is erg vlot gegaan! Toch gaat het volgende bericht 'Het nalatenschap op 45 toeren' worden.
donderdag 11 september 2025
Singles round-up: september 3
Topoverleg op de redactie. Nee, natuurlijk heb ik de redactie al jaren geleden bij het grofvuil gezet maar ik moet wel even met mezelf vergaderen. Ik heb nu alleen nog 22 singles van Mark. Dat kunnen drie delen worden (twee van zeven en eentje van acht) maar ik kan ze ook in twee delen van elf doen. Dat laatste idee wint. Ik kijk er namelijk naar uit om volgende week weer eens een 'oude' rubriek te doen als de 'Honderd achteruit'. Allemaal leuk en wel die vakanties en de 'Singles round-up', maar weer eens écht lekker over muziek schrijven is iets dat er bij in is geschoten in de afgelopen weken. Tussen eind 2019 en een paar maanden geleden heb ik héél veel uitstaan bij Mark en is ieder pakket een verrassing op zichzelf. Dat werkt aan de ene kant maar ik mis het enthousiasme bij het reserveren van de singles. Ook nu zitten er weer platen in het pakket waarop ik, voor mijn gevoel, héél lang heb moeten wachten terwijl dat een paar weken is. Ik denk dat ik eind van deze maand opnieuw ga afrekenen bij Mark dus snel eerst het 'oude' pakket behandelen.
* Brick- Seaside Vibes (US, Bang, 1981)
'Dusic' heb ik in 2019 of 2020 gekocht. Bij de 'kramenwinkel' in Emmen waar ik twee geleden ben geweest en in de Engelse persing. Toch staat deze single gewoon in de Gele Bak. Dan is het een zonnige doordeweekse middag. Ik hang rond op Facebook en heb net contact gehad met Pete, een collega-radiomaker bij een ander station én platenhandelaar (er zijn momenteel vier van hem onderweg naar Uffelte). Ik deel meteen de video van dit nummer met hem. Het is het soort plaat dat je niet lang voor jezelf kan houden. 'Seaside Vibes' is precies wat het vermeldt op het label. Is het ruis van het styreen? Nee, het is de zee met spelende kinderen en een chimpansee. Een wat? Tja, Brick had audities moeten houden voor de zeemeeuw. Het is een heerlijk 'mellow' zomers nummer bomvol geluidseffecten. Het is eigenlij de b-kant van 'Sweat' en ik zie de bui al hangen. Ja, dat is het funky geluid van Brick dat we kennen maar nu met een zweem van een erg goedkope boogie. 'Seaside Vibes' is de winnaar.
* James Brown & Lyn Collins- What My Baby Needs Now Is A Little More Lovin' (UK, Polydor, 1972)
Je zou een enorme bak funk verwachten van meneer Brown met mevrouw Collins maar in werkelijkheid leunt het meer tegen de Northern Soul aan. Het is voor de doen van beide mensen eigenlijk heel erg poppy maar met een lekkere groove en overtuigende zang. Op de b-kant maken ze ruzie over de titel hoewel het resultaat niet hoeft te worden uitgevochten. 'This Guy (Girl's) In Love With You' is het welbekende Bacharach en David-nummer en het klinkt alsof de platenmaatschappij erop stond dat ze dit moesten opnemen. 'What My Baby Needs Now' is de ontdekking van de twee.
* Jerry Butler- Don't Let Love Hang You Up (US, Mercury, 1969)
Als Mark deze aanbiedt, moet ik even graven in de bakken en denk dat ik het nummer nog niet heb. Toevallig heeft hij vandaag de Nederlandse persing met fotohoes in de aanbieding en dan ontdek ik dat het de b-kant is van de Nederlandse 'Got To See If I Can't Get Mommy Back'. Ik geloof dat ik de single vrij oneerbiedig in de jaren zeventig-bak heb staan. Dit is de promo met een stereo- en mono-kant. Het is naar mijn mening niet de meest essentiële Jerry Butler-single. Het heeft iets van een snelle hillbilly-gospel zonder dat er een god of profeet lastig wordt gevallen. Het gaat gewoon over het verlies van een liefde vna een meisje en hoe je dan niet je moed moet verliezen om fijn verder te zoeken. Voor de verzameling maar ook niet meer dan dat.
* Clarence Carter- Searching (US, Venture, 1979)
Ome Clarence kan niet veel mis doen bij mij. Helaas is het styreen niet in een al te beste staat maar tussen de achtergrondgeluiden door klinkt gewoon een goed soulvol disco-nummer. Het blijkt de b-kant van 'Jimmy's Disco' en dat valt ook nog niet eens tegen. Carter blijft uit de buurt van de keiharde disco-beats en dat siert hem. Het is evenwel een fijn springerig nummer met zijn kenmerkende stem. Ik denk dat 'Searching' iets meer klasse heeft maar helaas is het styreen niet al te best.
* Rhonda Clark- Sugar (US, Spectrum X, 1986)
We gaan weer terug naar de geluiden van de onafhankelijke platenmaatschappijen uit de jaren tachtig. In het refrein klinkt het erg professioneel, in het intro klinkt de computerbeat iets té houterig. Rhonda heeft 'Sugar' daarentegen een erg fijne 'hook' gegeven in het refrein. Ik heb het beroerder gehoord. Kilometers verwijderd van een 'grote' productie als van Whitney Houston, maar dat ongepolijste heeft zijn charmes voor mij. Op de keerzijde staat de instrumentale versie want vermoedelijk was het budget op na opname van de a-kant.
* The Classic Sullivans- Paint Yourself In The Corner (US, Kwanza, 1973)
Dan hebben we het opeens over een klassieke Northern Soul-plaat. 'Paint Yourself In The Corner' is gewoon onweerstaanbaar en heeft alle ingrediënten om flink door de kamer te zwieren. De b-kant heet 'I Don't Want To Lose You' en wordt her en der ook getipt. Dat is meer het groots en meeslepende geluid maar wel met fraaie soulvolle zang. Erg fijne crossover!
* Delphonics- I Don't Care What People Say (US, Arista, 1978)
Hier is nu zo'n plaatje als uit de inleiding. Zodra ik dit fijne nummer hoor van de Delfonics in een sjieke bui ben ik op slag verliefd en kan niet wachten totdat ik de plaat op de draaitafel heb. Ja, het is waar. The Delfonics probeert het even als Delphonics maar keert aardig snel terug naar de oude naam. 'I Don't Care' is lekkere vloote 'feelgood'-soul en een opbouw naar het refrein waarmee je meteen zou willen trouwen. De kopstem uit de klassieke Delfonics-platen is aanwezig maar verder is dit een aardappeltje anders voor de groep. 'Don't Throw It All Away' is de eigenlijke a-kant en dat is de klassieke 'sweet soul' in een 1978-jasje. Het haalt het voor mij niet bij de b-kant.
* Eydie Gormé- Everybody Go Home (US, Columbia, 1963)
De dame van 'Blame It On The Bossa Nova' met een 'big city sound' en een perfecte afsluiter van een avond. Het is een beetje popcorn maar wel erg lekker. Op de flip staat 'The Message' en dat is als haar grote hit uit 1963. 'Everybody Go Home' is een beetje een 'oddball' maar brengt bij mij hetzelfde teweeg als bijvoorbeeld 'A Girl In Love' van Lesley Gore. In de soul-wereld misschien 'not done' maar je niks van aantrekken en gewoon draaien!
* Cissy Houston- It Never Really Ended (US, Private Stock, 1977)
Van Cissy heb ik al een andere Private Stock-single maar die is niet zo lekker als 'It Never Really Ended'. Het is midtempo disco en dochterlief Whitney heeft goed geluisterd naar het enthousiasme van haar moeder. Het blijft echter binnen de pijngrens. Op de andere kant staat 'Love Is Something That Leads To You' en daar heeft Michael Zager zich mee bemoeid. Het is echter een sfeervolle ballade en dat had ik niet verwacht. Het is wellicht iets té zoet naar mijn smaak en dus hou ik het bij 'It Never Really Ended'.
* The Incredibles- Stop The Raindrops (US, Audio Arts!, 1969)
Ik heb een paar weken geleden per ongeluk 'Fool Fool Fool' in 'Do The 45' gedraaid en kan dan al niet begrijpen waarom ik de plaat heb gekocht. Ja okay, het is sowieso geweest vanwege de charme van het Audio Arts-label plus de reputatie van The Incredibles. 'Stop The Raindrops' is de meer aantrekkelijke kant. Het klinkt nergens echt 1969, het is vooral de fraaie harmonieën en met een beduidend lager tempo zit het verder in de hoek van 'There's Nothing Else To Say', dé Northern Soul-klassieker uit 1966 van de groep. 'Fool Fool Fool' ga ik vanavond niet opzetten maar is ietwat aan de saaie kant.
* Infinity- Keep It To Yourself (US, Fountain, 1969)
Een plaatje dat een stuk moderner klinkt dan 1969. Een 'straight starter' maar het refrein riekt meer naar een laidback productie van omstreeks 1975. Ik heb het superlatief al eerder gebruikt maar 'onweerstaanbaar' is ook hier de enige juiste beschrijving van het gevoel dat me bekruipt als ik dit schijfje haar rondjes laat draven. 'Get On The Case' is meer upbeat en neigt naar Northern Soul maar ik vind de zang weer niet zo heel erg sterk aan deze kant.
Week Spot: Sylvia Striplin
Het is vandaag door de buien niet het meest geschikte fietsweer hoewel ik ergens toch nog een ambitie heb om het te ondernemen. Ik kan merken dat ik na het vele fietsen op een elektrische fiets met een platte accu van gisteren wel een beetje rust kan gebruiken. Buiten een wandelingetje om het huis met een sigaartje ben ik nier buiten geweest. Ik heb nog voldoende boodschappen in huis om me te redden en ik ben morgen weer gewoon in Steenwijk. De PostNL heeft me beloofd vandaag een pakketje van Juno te bezorgen, maar dat is uitgesteld. Is het heel belangrijk voor de Week Spot? Nee, eigenlijk niet. De beide singles zijn op labels die hoger in het alfabet liggen dan de G en dus heb ik deze dit weekend nog niet nodig. Ik ga weer tellen in de lijst die voor ligt voor zaterdag en kom dan uit op een 12"-single. Ik geloof dat ik een paar maanden geleden al eens van plan ben geweest om dit tot Week Spot te maken maar dat is er blijkbaar niet van gekomen. Bij deze is de Week Spot van deze week de cult-klassieker 'Give Me Your Love' van Sylvia Striplin uit 1980.
Over de eerste jaren van Sylvia's leven kun je, bij wijze van spreken, een telefoonboek vol schrijven. Na 1983 is het opeens erg stil en dan vernemen we dat ze in 2013 is overleden. Ze laat de wereld een paar platen na die ze heeft gemaakt met Roy Ayers en welke jaren later nog altijd grote hits zijn voor meer progressieve disco- en funk-dj's. Sylvia komt ter wereld op 23 maart 1954 in Sugar Hill in de wijk Harlem in New York. Ze is de jongste van vijf kinderen. Als een brand hun huis in Sugar Hill in de as legt, verhuist de familie naar de North Bronx en dat is de plek waar Striplin gaat werken aan haar zangambities. Ze is dol op zingen en componeert als kind al haar eigen liedjes op de familiepiano. Reden voor haar familie om Sylvia pianolessen te gunnen. Als tiener maakt ze muziek met twee buurtgenoten en ze bezoekt de City College Of New York. Ze speelt een rol in 'Anything Goes', uitgevoerd door medestudenten en daar zal ze de eerste handen op elkaar krijgen.
In de jaren zeventig gaat ze werken als achtergrondzangeres en ze doet auditie voor de rol van Dorothy in 'The Wiz'. Ze wordt tweede in de auditie en mag de rol vertolken bij de tourproductie. In de tweede helft van het decennium sluit ze zich aan bij de groep Aquarian Dream en komt zo in contact met Roy Ayers. Die selecteert haar voor de groep The Eighties Ladies. In 1980 tekent ze bij het Uno Melodic-label van Ayers en debuteert met een 12"-single: 'Give Me Your Love'. Het album met dezelfde naam is later dat jaar een feit. In 1982 vindt ze onderdak bij het Rissa Crissa-label en maakt de elpee 'Keep Pushing'. Daarna verdwijnt ze zélf in de obscuriteit maar haar muziek blijft springlevend.
Haar nummers worden meerdere malen gesampled door onder andere Notorious B.I.G. en Erykah Badu en wordt een nummer opgenomen in Grand Theft Auto. 'Give Me Your Love' wordt gereedschap voor de disco-dj en originele exemplaren raken al snel op. Het verschijnt verschillende malen al als bootleg maar sinds een aantal jaren heeft het Engelse Expansion-label de rechten om de muziek uit te brengen. 'Give Me Your Love' verschijnt in 2018 als replica op duimendik 180 grams vinyl via Expansion en deze is anno 2025 uitverkocht. Dan bereikt het nieuws ons dat Ayers is overleden en is er opeens belangstelling voor deze 12". Dan besluit Expansion opnieuw de persen aan te zetten. Dat heeft de 12"-single in mijn koffers gebracht. Komende zaterdag ga ik de volledige zes minuten weer eens met alle plezier draaien als Week Spot.
woensdag 10 september 2025
Singles round-up: september 2
Nadat er gisteren niets van werk terecht is gekomen, heb ik vandaag een extra lange eerste werkdag gehad. Er is veel post blijven liggen, mede doordat een andere collega op het punt staat om af te vallen. Er is nu nog eentje die twee weken vakantie heeft. Qua aantallen valt het allemaal wel mee behalve dat het veel wijken zijn. Als ik halverwege ben, is de accu van de elektrische fiets al plat maar vooruit maar... zadel omhoog en fietsen met de motor eraf. Dat voel ik onderhand wel iets in mijn rug en benen. Qua 'Singles round-up' heb ik sowieso nog de singles van Chris en Mark liggen en daar wil ik hoognodig eens mee beginnen. De singles van Chris maar als eerste want die passen in één aflevering. Chris heeft de focus de laatste tijd weer op de labels en werkt momenteel aan de hand van kleuren. De rode labels hebben we pas gehad, nu is het de beurt aan de zwarte labels. Even daarvoor heeft hij weer eens een grote Motown-update gedaan en dat is de tijd dat ik een bestelling bij hem plaats. Barbara Randolph is één van de voornaamste redenen en even is dit plaatje zoek. Als dat is gevonden blijkt een andere van The Marvelettes niet meer voorradig. Ik mag het dus doen met de volgende elf singles waarvan vier 'dubbele', maar allemaal met een reden!
* Freddie North- She's All I Got (UK, Contempo-Raries, 1971, re: 1976)
* Joe Simon- Step By Step (UK, Mojo, 1973)
* The Supremes- Where Did Our Love Go (UK, Stateside, 1964)
* Mary Wells- My Guy (UK, Stateside, 1964)
Laat me eerst met de laatste twee beginnen. Motown begint uiteraard als onafhankelijke platenmaatschappij. Het zoekt dus naar andere bedrijven om de nationale distributie te verzorgen. Vanwege deze constructie heeft het eigenlijk een connectie met EMI in Europa maar als onafhankelijk label sluit het contracten af met kleinere labels. Van 1961 tot half 1969 verzorgt Artone-Funckler de distributie in Nederland voordat EMI het stokje overneemt. In Engeland wordt het in de eerste drie jaar verzorgd door Oriole. Dat heeft echter niet genoeg dekking en capaciteiten om grote hits voort te brengen ne met behulp van Dave Godin wordt EMI gewezen op haar distributieverplichting. Omdat dit de kat uit de boom wil kijken, verschijnen de eerste Motown-platen via EMI op het Stateside-label. Vanaf ongeveer mei 1965 heeft de Engelse EMI de Tamla Motown-labels klaar. Ik heb altijd een fascinatie gehad voor pre-Motown Stateside-singles uit Engeland en zowel The Supremes als Mary Wells zijn dusdanig geprijsd dat ik ze niet kan laten liggen. Mijn Duitse persing van Joe Simon is niet vlekkeloos en bovendien heb ik een flinke verzameling Joe Simon-singles als Engelse persingen. Freddie North heb ik in verschillende formaten maar deze Contempo-Raries ontbreekt nog. De Nederlandse Supremes en de Engelse 1972-heruitgave van Mary Wells staan overigens gewoon in de Gele Bak, deze twee mogen met stip in de Blauwe Bak.
* Arthur Conley- Hurt (UK, Atco, 1970)
De twee Stateside-singles mogen uiteraard tot Motown worden gerekend alsook de Barbara Randolph. Zelfs met de Marvelettes is het een wat minimale vangst en dus kijk ik nog eens bij zijn Engelse persingen. Het is de lijst waar ik eerder dit jaar tweemaal singles heb uitgezocht en in dit pakketje zitten een aantal die ik eerst op 'reserve' heb gezet. Deze prachtige sfeervolle ballade van Arthur Conley is eentje daarvan. Arthur heeft zich eindelijk uit het keurslijf gebroken waar Atlantic hem heeft ingestopt. Een jaar eerder moet hij tegen wil en dank nog pop-covers opnemen. 'Hurt' past hem als een maatpak. Een prachtige southern soul-ballade waarbij hij flink 'deep' mag gaan. Dit is soul met een hoofdletter! 'They Call The Wind Maria' heeft dan weer mierzoete violen maar even later ook drums en andere lawaai-makers. Overigens noemen ze de wind Mariah als in Mariah Carey. 'Hurt' is voor mij op dezelfde hoogte als 'Put Our Love Together' en het werk dat hij in de volgende jaren op Capricorn heeft uitgebracht. Het zal hem echter geen boterham meer opleveren.
* Dave 'Baby' Cortez- Rinky Dink (UK, Pye International, 1962)
Ik heb altijd gemeend dat deze versie een geschiedenis heeft als Veronica-jingle maar dat blijkt niet helemaal juist The Johnny Howard Band heeft het in 1964 opgenomen en dit wordt door Bart Van Leeuwen gebruikt voor zijn show. Dave's versie is evenzeer een 'tittyshaker' van de bovenste plank. 'Getting Right' op de keerzijde heeft bluesy gitaren en is ook een blues-shuffle waarover Cortez zijn orgeltapijt mag uitspreiden. 'Rinky Dink' blijft de winnaar hier en extra mooi in de rood met gele Pye International-uitdossing.
* The Glories- Give Me My Freedom (UK, Direction, 1967)
Bij het zoeken naar de informatie over de single kom ik tegen dat 'I Worship You Baby' recent opnieuw is uitgebracht. Deze heb ik gemist en zal binnenkort eens kijken voor een exemplaar. 'I Workship You Baby', heet het overigens op de 'Northern Soul Jukebox' en is daar een geheide favoriet op de mp3-speler. Deze single op het Engelse Direction-label is erg curieus en, buiten Barbara Randolph, ook één van de duurdere singles uit het pakket. Ik heb hem nog nooit eerder in levende lijve gezien. 'Give Me My Freedom' heeft een kort gesproken intro en barst dan los in lekker jagende upbeat soul. Het had zo op Motown kunnen zijn uitgebracht. 'Security' op de keerzijde is niet minder leuk. 'Freedom' heeft iets meer mijn voorkeur maar desondanks een 'double-sider'. Overigens zal The Glories in de jaren zeventig enig Amerikaans succes kennen als Quiet Elegance.
* Barbara Randolph- Can I Get A Witness (UK, Tamla Motown, 1968, re: 1979)
Zo staat de single geadverteerd en ik sla daarop aan. Ik heb een paar maanden geleden de Soul Flip 7-edit gekocht van 'B-A-B-Y' van Carla Thomas. Dat heeft een remix van 'Witness' van Barbara Randolph op de keerzijde staan. Zonder het te checken op 45cat of Discogs meen ik dat ik met de originele Engelse single van doen heb en, ja, dan is de koninklijke prijs gerechtvaardigd. Even later kom ik er achter dat de plaat nooit in Engeland is verschenen behalve deze uitgave uit 1979. Hoewel? Die is ook best in trek bij verzamelaars en ook een 1967- of 1971-uitgave van 'I Got A Feeling' is niet mals vergeleken bij de vraagprijs van Chris. Drie voor de prijs van één. 'I Got A Feeling' plus 'Witness' en het uitstekende 'You Got Me Hurtin' All Over'. In Amerika is dat zowel de b-kant voor 'Feeling' als voor 'Witness'. Ik begin vandaag met 'I Got A Feeling'en dat is lekkere uitbundige Motown. Een beetje Martha & The Vandellas maar dan Barbara & The Andantes naar ik vermoed. 'Witness' is iets meer funky en eigenlijk drie jaar zijn tijd vooruit. Dit is 'sister funk' uit de vroege jaren zeventig. 'Hurtin' is een rustpuntje vergeleken bij de twee a-kanten. Puur fluweel tot zover dat mogelijk is bij Motown. 'Witness' is de aanleiding geweest maar misschien is deze 'Hurtin' de absolute uitschieter van de single.
* Sandra Richardson- I Feel A Song (UK, Buddah, 1971)
In 2020 maak ik kennis met Sandra Richardson middels haar 'Deserted Garden' dat door Kent is uitgebracht in de Deep Soul-serie. Ik koop de single vanwege de andere kant maar sinds Sandra mijn hart heeft gestolen, heb ik de andere kant nooit weer gedraaid. Kort daarop ontdek ik dat Sandra later platen heeft gemaakt als Sandra Feva en dat ik daar inmiddels een paar van in de koffers heb staan. In 1971 neemt ze een nummer op dat drie jaar later door Gladys Knight & The Pips voor hetzelfde Buddah-label zal worden gemaakt. Het klinkt ietsje anders dan Knight en hoewel ik een zwak heb voor het nummer moet ik eerlijk zijn... het is een beetje kleurloos. Sandra klinkt nog niet als de belofte die ze zal vormen als Sandra Feva en de 'deep soul' van 'Deserted Garden' is evenmin aanwezig. 'The Ring' klinkt dan een stuk spannender en ze kan meer uithalen met haar stem. Maar het blijft allemaal wel erg minimaal. Ik heb de single in mei of juni al overwogen maar laat hem dan liggen.
* Dee Dee Warwick- I'm Gonna Make You Love Me (UK, Mercury, 1966)
Dat geldt ook voor deze van Warwick maar die blijft niet liggen omdat ik hem té minimaal vind. Nee, dit is een kwestie van de prijs maar uiteindelijk moet ik concluderen dat het een keurige prijs is voor een originele Engelse persing in deze staat. Het is utieraard het nummer dat we beter kennen in de uitvoering van Diana Ross & The Supremes met The Temptations hoewel Madeline Bell ook een gooi doet in 1966. Het is voor Dee Dee de b-kant. De zus van Dionne heeft niet minder soul of klasse in haar stem en dus is dit smullen. De a-kant is 'Yours Until Tomorrow' en komt uit de pen van Goffin en King. Ja, sorry, maar ik heb een enorm zwak voor de stem van Dee Dee en dus vind ik deze kant minstens zo spannend, wellicht iets minder soulvol en meer een Spector-esque popballade.
* Wombat- I'm Gettin' On Life (bootleg, Gemni, 1972, re: 1977?)
Kev Roberts is een beroemde Engelse Northern Soul-dj en de samensteller van de iconische Northern Soul Top 500. Sinds een jaar werkt hij nauw samen met Ace en brengt een podcast op het Youtube-kanaal van Ace. In 'Northern Soul Stories' interviewt hij een breed scala aan mensen. Oude dj's en verzamelaars maar ook medewerkers van platenmaatschappijen uit het verleden, jonge dansers en zelfs de man achter de fel omstreden 'Fantasy Soul'-platen: Northern Soul-producties die met behulp van AI zijn samengesteld. Ik kijk en luister graag naar de afleveringen. In één uitzending gaat hij met een dj langs de platen die héél kort op de speellijsten hebben gestaan en daarna met de noorderzon vertrokken. Daarbij wordt ook 'I'm Gettin' On Life' van Wombat genoemd. Ik hoor een stukje en denk 'Hee, die wil ik wel weer een kans geven'. Origineel is die niet te vinden maar de bootleg is over het algemeen zonnig geprijsd. Een erg 'kaal' klinkend drumstel, blazers, gitaren op de achtergrond... maar met een groove waar The Casino in 1977 helemaal wild op gaat. 'A Guy Like Me' op de keerzijde klinkt ook alsof het erg letterlijk in een garage is opgenomen. Een erg curieus plaatje maar vooral een souvenir van de Northern Soul-geschiedenis.
maandag 8 september 2025
Een leven met Rick (en de andere baardmansen)
Het is welhaast traditie om op de laatste maandag van de vakantie een fietstochtje te maken. Hoewel? Ik zou nog nakijken of ik vorig jaar wel heb gefietst op de laatste maandag. Nee, daar wordt geen melding van gemaakt. Wel dat het de donderdag na de vakantie erg koud is. Een groot contrast tussen de donderdag van de vakantie en een week later als ik naar Grolloo fiets. De traditie van Grolloo tijdens de vakantie is even onderbroken want ik ben vandaag niet gaan fietsen. Er zouden weer singles worden gekocht en daar heb ik vandaag even geen zin in. Langzamerhand weer terug naar de overige onderwerpen op Soul-xotica. Dan zie ik op de NOS staan dat Rick Davies van Supertramp is overleden. Daar moet ik een verhaaltje over schrijven! Er zijn een paar bands en artiesten die als een rode lijn door mijn leven lopen en Supertramp is daar zeker eentje van. 'Hide In Your Shell', 'Crime Of The Century' en vooral 'Asylum' hebben deze dag in mijn hoofd gespeeld. Vanavond ga ik mezelf nader verklaren als eerbetoon aan Rick Davies. Hij is overigens 81 geworden en is overleden na een lange ziekte.
Binnen het gezin Louwsma is niemand een uitgesproken Supertramp-fan naar ik me kan herinneren. Ik moet 'Breakfast In America' en 'The Logical Song' vast als vierjarige op Hilversum 3 hebben gehoord maar ik heb daar niet een specifieke herinnering aan. Dat verandert als Supertramp in 1982 'It's Raining Again' uitbrengt en het een grote hit wordt. Ik meende het me al te herinneren maar toch even checken... Ja, het programma heette 'Schoolplein'. Alfred Lagarde deed in eerste instantie de presentatie en zou later worden bijgestaan door een debuterende Simone Walraven. De herkenningstune van het programma is 'School' van Supertramp. Een paar jaar later is het 1988 en heb ik The Moody Blues 'ontdekt' middels de 'specials' van Elpee Pop, een radioprogramma van de NCRV op de zaterdagavond. Gedurende een uur worden dan vrijwel non-stop alleen maar albumtracks van een band of artiest gedraaid. Broeder neemt voor mij de uitzending van Supertramp op en ik zal nog jaren plezier hebben van dat bandje. Zo weet ik nog dat ik de cassette 'toevallig' heb meegenomen als ik de oversteek naar Engeland maak. Ofwel: In de eerste dagen in York luister ik eens op een avond naar de Supertramp-selecties van de NCRV van tien jaar eerder. Ik denk dat de cassette in Engeland is gebleven of gesneuveld.
In 1988 vind ik de single 'Free As A Bird' voor een gulden bij Looper en is daarmee de nummer 25 in de collectie. Van de bibliotheek leen ik een boek met de partituren voor het album 'Crime Of The Century' en gebruik dit terwijl ik naar de paar nummers luister die ik op cassette heb staan. Eentje daarvan is 'Asylum'. Ik denk dat ik daar anno 1988 iets anders in hoor, maar het nummer heeft me altijd erg geïntrigeerd. In 1989 en 1990 staat Supertramp in de schijnwerpers vanwege de verschijning van de cd 'The Very Best Of'. 'School' staat zowaar een paar weken in de Top 40. Ik heb onlangs in de vakantieherinneringen geschreven over de 'Breakfast Club' in 1995. Ik krijg op een zeker moment een lift van een jong meisje dat 'The Very Best Of' op cassette draait in haar auto. Kort daarna schaf ik de cd aan bij Beok En Plaat. Van alle cd's die ik in de jaren negentig heb gehad, is dat de meest slijtvaste. Natuurlijk heeft de cd in 1996 voor het laatst een hoesje gezien en gaat het ook mee naar Engeland in een cd-etui. Op 20 september 2009, een paar uur vóór de buiteling met de herenschudding als gevolg, draai ik de cd nog tussen de krassen door. Ook dan heb ik al moeite met bepaalde nummers.
In de zomer van 1997 is er een rommelmarkt in Hommerts en daar kom ik 'Crime Of The Century' tegen op elpee. De plaat gaat ook mee naar Engeland en daar zal ik een haatliefdeverhouding krijgen met het album. Natuurlijk, het is een indrukwekkend werk! De thematiek gaat vooral over iemand die 'in de war' is en het is tijdens het verblijf in de herberg aan Bishophill Senior in York dat ik de teksten teveel ga absorberen. Ik ga ze bijna leven end at is geen gezonde zaak. Een nummer als 'Asylum' kan ik de volgende vijfentwintig jaar niet meer uitstaan en ook 'Rudy' mag met zijn trein aan mijn huis voorbij rijden. Als ik mijn gebit heb laten trekken, probeer ik het met de opvolger: 'Crisis? What Crisis'. Ondanks dat er prachtige nummers op het album staan ('A Soapbox Opera' bijvoorbeeld), heb ik nooit zoveel voor 'Crisis' gevoeld als dat ik met 'Crime' heb gehad. Het is vier jaar geleden dat ik opeens besluit dat ik 'Even In The Quietest Moments' weer eens wil horen. Niet geheel toevallig ook één van de favoriete albums van mijn broeder. Dat album heb ik sinds de aanschaf van de nieuwe mp3-speler weer toegevoegd, ook al moet ik bekennen dat ik het alweer maanden niet heb gedraaid. Een jaar geleden heb ik de mp3-speler genoemd op Soul-xotica en rep ik van zestig albums. Inmiddels staan er honderdtachtig albums op.
Broeder woont een concert bij van Roger Hodgson, de Supertramp-collega van Rick Davies die in 1983 uit de band is gestapt. Hij deelt regelmatig tracks van 'Even In The Quietest Moments' op zijn Facebook en ik moet bekennen dat ik 'Fool's Overture' pas in recente jaren op waarde weet te schatten. Ook weer een nummer met een Veronica-link want het synthesizer-stukje wordt in Countdown gebruikt voor de concertagenda. Een aantal jaren geleden heb ik de eerste twee albums van Supertramp te gast gehad in 'Afterglow' in 'Play That Full Album White Boy' en het is met name 'Indelibly Stamped' dat is uitgegroeid tot een persoonlijke favoriet. Die moet ik binnenkort ook maar eens weer op de speler zetten.
Abonneren op:
Posts (Atom)