dinsdag 19 januari 2016

een leven met Lemmy



Het is in 2012 begonnen met Lenny Kravitz ('een leven met Lenny') en vorige maand nieuw leven ingeblazen met John Lennon ('een leven met Lennon'). Toen ik later dezelfde maand hoorde van het overlijden van Motörhead-frontman Lemmy dacht ik meteen aan 'een leven met Lemmy'. 'Bowie' mag dan niet lijken op 'Lenny', 'Lennon' of 'Lemmy... het concept bevalt me wel. Niet zo zeer een 'eerbetoon' aan iemand die plotseling geen slechte plaat meer heeft gemaakt, als je de media gelooft, maar welke plek heeft deze persoon ingenomen in mijn muziekbeleving. Wat dat betreft voegt Lemmy een nieuwe dimensie toe aan een 'een leven met...'. Ik ben eigenlijk nooit echt een superfan geweest van Motörhead, ken slechts een handjevol nummers, maar toch voel ik een bepaalde sympathie voor Lemmy en de band. In dit volgende verhaal zal ik dat proberen uit te leggen...

Bowie ontvalt ons zeer plotseling en dat komt als een schok binnen. John Lennon is vermoord en dat is vergelijkbaar. Verder probeer ik afstand te houden van de massa-hysterie die is ontstaan over het wegvallen van muziekhelden. Ik zal niet zeggen dat wanneer je tussen de 65 en 70 jaar oud bent dat dit een uitstekende leeftijd is om het tijdelijke in te wisselen voor het eeuwige. Allerminst! Maar toch... de meeste, nog levende, pop-iconen uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig bevinden zich in deze leeftijdscategorie. Sommige staan nog midden in het leven en doen een jaarlijkse tournee. En toch is het vak van popmuzikant een risicogroep. Er zijn maar weinig die zich staande hebben gehouden zonder een overdaad aan alcohol, sigaretten en in sommige gevallen zelfs harddrugs. Als iemand in de jaren zeventig niet goed voor zichzelf heeft gezorgd en daardoor niet oud wordt, beschouw ik als 'eigen schuld' en 'risico van het vak'. Als bijna een jaar geleden het nieuws bereikt dat Lemmy kanker heeft, is 'eigen schuld' mijn eerste gedachte en zal zo blijven tot het moment waarop ik van zijn overlijden hoor. Als je kijkt naar de té vroeg gestorven muzikale helden, dan is zeventig jaar immers een koninklijke leeftijd?

Het is de eerste keer dat ik dit schrijf, ik heb me uiteraard afzijdig gehouden ten tijde van het nieuws. Toch is het verhaal nog niet af. Ik lees van menig vriend hoe Motörhead een rol in zijn of haar leven heeft gespeeld. Motörhead komt immers uit een tijd van 'onbereikbare' bands als Supertramp en Pink Floyd. Stadionrock, waarbij de podia zijn afgebakend door dranghekken met beveiligingsmensen en waarbij je enkel kan hopen op een afstandelijke signeer-sessie. Motörhead is vanaf het uiterste begin best 'groot', maar wil niks van een dergelijke stadionrock-mentaliteit weten. Motörhead wordt groot door klein te blijven. Na afloop van een concert spring je het publiek in om een biertje te drinken met de fans en vragen te beantwoorden. Menigeen die ik ken heeft dus wel een 'persoonlijke ervaring' met Lemmy en dat zet mij ook tot nadenken. Nee, ik ben nooit in de buurt geweest van een plek waar Motörhead optrad, en heb Lemmy niet in het echt ontmoet. Toch heeft Lemmy het ergens héél erg goed gemaakt voor mij. Ik ben een paar weken geleden nog op zoek geweest op het wereldwijde rag, maar heb het niet kunnen achterhalen.

Wanneer hoor ik voor het eerst van Motörhead? Nou, ik denk dat de naam begin jaren tachtig eens in huize Louwsma is gevallen omdat Henk (mijn oudste broer) een plaat heeft van Girlschool, dat eveneens een single heeft opgenomen met Motörhead. Verder is het een beetje gissen. Wellicht dat ik de naam ook als eerste via emblemen op leren jasjes en schooltassen heb leren kennen. Motörhead is dan, net als Metallica, een brug te ver en ik maak geen aanstalten om me te interesseren in de muziek. De eerste plaat van Lemmy moet dan ook 'Silver Machine' van Hawkwind zijn. Later koop ik ook nog 'Urban Guerilla' van de band en heb ik de elpee 'Doremi Fasol Latido' van Hawkwind. Dat is een 'flinke collectie' tegenover de, voorlopige, eenling van Motörhead in mijn verzameling. Het is de zomer van 1996 als ik op de redactie werk van het Sneeker Nieuwsblad. Ik kom op dinsdagmorgen terug van een reportage en via het Grootzand naar de Singel is de kortste route, hoewel ik daarvoor wel de dinsdagmarkt moet oversteken. Ach... die vijf minuten extra? Ik loop dus even naar het standje met de goedkope cd's en cassettes. Ik maak dan nog steeds volop gebruik van een cassette-walkman en dus koop ik een paar tapes. Zo beland ik in de nazomer van 1996 even in een Queen-'fase' middels de eerste 'Greatest Hits' en kaap ik ook 'Killer' van Motörhead mee. Gewoon omdat ik eens kennis wil maken met de groep. Ik had het minder kunnen treffen. 'Killer' is een vrij recent album en staat hoog aangeschreven bij de fans. Het begint al goed met 'Burner', een nummer dat even genadeloos is als 'Ace Of Spades' of 'Iron Fist'. Hoewel het merendeel van het album een kwestie is van 'poot op het gas', verrast Lemmy de luisteraar ook een 'ballad'. Niet een zoetsappige liefdesverklaring, maar ditmaal met incest als onderwerp: 'Don't Let Daddy Kiss Me'. Ik blijf het bandje tot diep in 1997, hoewel mijn tijdelijke terugkeer naar de kerk het luisteren naar Motörhead enige tijd 'bemoeilijkt'.

Ik ben een paar jaar geleden heel enthousiast begonnen over mijn verhaal van York in 1998, maar het is bij één deel gebleven. Voor dit verhaal over Lemmy moet ik toch even terug naar een niet bijster florissante periode. Ik huur op dat moment een 'bedsit' in de Y.W.C.A., de 'vrouwelijke' tegenhanger van de Y.M.C.A. Het principe is hetzelfde: Een gesloten woonvorm waarbij je het kamernummer moet weten om de bewoner te bereiken en waar een mannen- en een vrouwenvleugel is. Na tien uur moet ieder geslacht weer in zijn of haar vleugel aanwezig zijn, maar ik hou geheim dat mijn buurman iedere avond wilde sex heeft met zijn vriendin. Van Gypsy Bill, de muzikant die ik in eerste instantie kwam opzoeken, heb ik een tas met tijdschriften gekregen. ,,Kun je misschien zo je Engels een beetje bij spijkeren", had hij gesuggereerd. Het zijn vooral glossy mannenbladen. Nee, geen Playboy of Penthouse, maar eerder Cosmopolitan of Vogue voor mannen. Eén magazine heeft een 'gastcolumn' en in deze betreffende aflevering mag Lemmy de ruimte vullen. Het is 1996-97, de tijd waarop de anti-rook-lobby zich begint op te dringen en er plots in veel restaurants niet meer gerookt mag worden. Lemmy stelt zichzelf voor als zanger van een rock & roll-band die niet vies is van een sigaretje, een biertje of een homp vlees op zijn bord. Hij beschrijft erg vermakelijk hoe hij 'schijnbewegingen' maakt om restaurantpersoneel op te jutten. In de tweede helft van de column gaat het alweer meer over fatsoen en vleesconsumptie. In de laatste alinea blijkt dat hij ons om de tuin heeft geleid. ,,Would you rather like a vegetarian, non-smoker, non-drinker who was kind to women? I just described Adolf Hitler. Anymore questions???". Bam! Zo schrijf je een column. Ik knip het uit en bewaar het nog jaren totdat ik het eens kwijt raak. Anno 2016 is deze column voor mij onvindbaar, maar dit zet voor mij een heel ander licht op Lemmy.

De enige vinylplaat van Motörhead is overigens een toevalstreffer geweest. Eind 2001 ben ik een paar weken naar York geweest voor vakantie en ik word op vrijdagmorgen afgezet in het centrum van Hull. De boot vertrekt pas over zeven uren, maar Hull zou leuk genoeg zijn om de dag door te brengen. Ik vind het tegenvallen, maar dat kan ook met het winterse weer te maken hebben. Ik vind meteen een 'charity shop' waar ik een paar cd's koop. En een single... De laatste is geperst op rood vinyl en is op het Bronze-label. Origineel hebben deze een 'elpee-gaatje', maar bij deze is er een groot rond gat geslagen in het label en daarmee is de titel en artiest onleesbaar geworden. Bronze... dat is Manfred Mann's Earth Band en Uriah Heep..., dat moet wel goed komen. Bij thuiskomst blijkt dat ik 'Iron Fist' van Motörhead heb gekocht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten